Pagina's

dinsdag 17 juli 2018

Huilende boswachter 'aan' Groningse Kruisweg

Misschien hebt u het al gehoord: de kap van het dorpsbos te Kruisweg (Kloosterburen) werd onverwacht stilgelegd. 
Veel informatie hierover heb ik nog niet, maar zeker is dat de Bomenridders er de hand in hebben gehad. 
Er blijkt door Staatsbosbeheer geen ontheffing te zijn aangevraagd/verkregen in verband met de in het bos aanwezige dieren (vleermuizen, spechten, sperwers, enzovoort).
En die ontheffingen schijn je dus nog altijd wel - dit ondanks het trefzeker uithollen van het merendeel van de natuurwetten door voormalig staatssecretaris Bleker - te moeten hebben als je wilt kappen.
Dit betekent dat er door Staatsbosbeheer illegaal wordt gekapt.
In dit geval te Kruisweg.
En niet voor het eerst, want ook in andere dorpen op het Hogeland waar eerder werd gekapt was dit vermoedelijk het geval.

De Bomenridders eisen dan ook handmatige kap.
Wat mij eveneens een uitstekend idee lijkt. 
Want ja, sommige essen zijn ziek, maar waarom moeten alle gezonde (niet)-essen dan meteen óók mee?
Zie vooral ook de foto's van de schade op de eerste dag van de kap, in een eerder vandaag door mij geplaatst stukje.

Maar nu iets anders.
Een journalist van het Dagblad van het Noorden bleek van mij te hebben gehoord.
Nou ja, niet van mij - dat wil zeggen met naam en toenaam - maar van de 'Rotterdamse weekend-bewoonster van Kruisweg'.
Zodra hij ging Googlen op 'bomen' en 'Kruisweg' om zich in te lezen in verband met een eventueel stukje over het stilleggen van de kap in het bos te Kruisweg stuitte hij op een wonderlijk verslag over een bijeenkomst met vier boswachters en dertig dorpsbewoners, te Kruisweg.

Oei. 
Ineens blijk ik niet de enige te zijn geweest die destijds een stukje schreef over deze bijeenkomst te Kruisweg.
Want Tjitske Zuiderbaan, een vertegenwoordigster van de politieke partij 50+, naar eigen zeggen voor 'alle jonge mensen boven de 49 jaar', blijkt deze happening eveneens te hebben beschreven, op een 50+ Blog.
Verkregen via: 50+ in Nederland
Ik citeer:
BLOG – In de zaal van het dorpshuis zijn dertig van de 330 inwoners van het Noord-Groningse dorp Kruisweg bij elkaar gekomen. Het zijn voornamelijk omwonenden van het essenbosje aan de Hogeweg. Staatsbosbeheer is met vier man vertegenwoordigd. 
Tot zover komt een en ander redelijk overeen met mijn eigen herinnering aan deze bijeenkomst.


Screenshot, 17 juli 2018, 50+ in Nederland

Maar dan komt het: 
Een Rotterdamse weekendbewoonster van het Groningse Kruisweg eist als eerste de microfoon. ’Doet Staatsbosbeheer dit niet om het eigen huishoudboekje op orde te krijgen? We weten allemaal dat essenhout goed hout is en dus geld oplevert. Staatsbosbeheer is financieel ongezond en kan de opbrengst van het hout goed gebruiken.’ Ze wijdt verder uit over het huishoudboekje en sleept ook Groen Links er met de haren bij.  
Die Rotterdamse weekendbewoonster, dat was ik.
Kan niet missen: zelfs de journalist van het Dagblad van het Noorden herkende mij erin, zonder mij ooit te hebben ontmoet...

Groen Links werd er overigens niet zomaar 'met de haren bijgesleept'.
Want GroenLinks politicus Harrie Miedema van de provincie Groningen had kort daarvoor in de krant gestaan met een bezorgde uitlating over de verontrustende afname van het aantal Groninger bossen in de afgelopen jaren.
Vandaar dus: best relevant eigenlijk.

Hoe dan ook wil ik alsnog mijn welgemeend excuus aanbieden voor de shock die ik - om wat voor reden dan ook - veroorzaakt heb:
Om haar heen rollen de ogen van de dorpsbewoners. Je ziet ze denken: ‘Import’. De vrouw heeft alle plekken in de provincie Groningen bezocht waar Staatsbosbeheer de zieke essen heeft moeten kappen. ‘Het is een slachtveld, helemaal kaal, echt helemaal kaal. Niet alleen de essen, ook de gezonde eiken en andere bomen zijn gekapt. Ik heb foto’s gemaakt, die kan ik laten zien, duizenden foto’s.’
Dat van die rollende ogen, daar is geen woord van gelogen.
Tjitske Zuiderbaan heeft goed opgelet.
'Import', inderdaad: je zág het ze denken.
Dat van die import werd me ook na afloop van de bijeenkomst flink ingepeperd door een bijna agressief geworden dorpsgenoot, die verklaarde dat ik niets over het bos te zeggen had, aangezien ik 'nooit in het bos kwam'.
Wat niet waar is, want ik loop er vaak, met de hond.

Dat van die duizenden foto's getuigt wederom van een scherpe opmerkingsgave.
Ik heb inderdaad duizenden foto's gemaakt, overal in de Groninger Kleibossen waar werd gekapt of die op de nominatie staan om gekapt te worden.
'Bewijsmateriaal' noemen ze dat ook wel, in de wetenschap. 
Screenshot, 17 juli 2018, 50+ in Nederland

Maar de merkwaardige aanduiding 'slachtveld' zal ík toch zeker niet gebruikt hebben?

Hoe dan ook, het ergste moet nog komen:
Zij weet goed hoe ze een heel dorp tegen zich in kan nemen. Er wordt onrustig op stoelen heen en weer geschoven. De kappers van Staatsbosbeheer verweren zich geduldig en zorgvuldig. Boswachter Dennis, een goeiige, gezellig ogende jongeman met stiekeltjes en een zilveren oorring, krijgt bijna tranen in zijn ogen als hij het over de staat van de aangetaste bomen heeft. Zijn liefde voor bomen is groot.

Kappers?!
Oh, ik snap het al, vanwege die 'stiekeltjes'.
Zouden de boswachters van Staatsbosbeheer elkaars haren moeten knippen, bijvoorbeeld vanwege het wat noodlijdende 'huishoudboekje' van Staatsbosbeheer en een daarmee eventueel samenhangend ontoereikend boswachters-loon?
Nee toch?!

Nu moet ik ineens bijna zelf huilen, als ik deze, wat je noemt gevoelvolle, interpretatie van een aanvankelijk toch vooral informatief bedoelde bijeenkomst herlees.
Als 'boswachter beheer' door het leven gaan - d.i. met gekleurde spuitbussen doodvonnissen markeren - en dan uitgerekend zó'n enorm grote liefde voor bomen hebben opgevat!
Alsof je... van dieren houdt maar bij wijze van 'tegenprestatie' voor je uitkering gedwongen wordt vrijwilligerswerk op een, tja, 'slachtveld' te gaan verrichten...

Helaas draai ik almaar om de hete brij heen...
Hoogste tijd om de dingen bij de naam noemen:
Zij weet heel goed hoe zij een heel dorp tegen zich in moet nemen.
Ik dus (alias Blogwachter).
Aiaiai.
Maar als ik eerlijk ben dan is hier evenmin een woord van gelogen.
Want die hele happening in dat dorpshuis pakte voor mij op zijn zachtst gezegd... nogal onprettig uit.
Eigenlijk waren de boswachters nog het aardigst: zij bleven beschaafd.

Ik was, nota bene, met de trein én met de bus - helemaal vanuit Rotterdam - gekomen.
Speciaal voor deze bijeenkomst.
Zelfde avond ook weer terug, want de volgende dag verplichtingen in Rotterdam.
Kostte best een hoop centjes ook.
Je zal maar van bomen houden!
En dan, ondanks al je goede bedoelingen, het héle dorp tegen je in het harnas. 
Lieve hemel: als ik dit geweten had, was ik liever thuis - ja u leest het goed: te Rotterdam! - gebleven!

Want alles liep die noodlottige zaterdag - nota bene de verjaardag van mijn man, die in Rotterdam achterbleef - in het honderd, tenminste voor mij.
Zoveel zal inmiddels wel duidelijk zijn:
De voorzitter van de dorpsvereniging breekt in in het relaas van de weekendbewoonster. ‘Er zijn meer mensen met vragen.’ 
Zo werd een en ander - onwillekeurig - een pijnlijk lesje zelfkennis.
Misschien leer ik er iets van (feedback).
De meeste mensen zeggen zulke dingen nu eenmaal niet recht in je gezicht.


Screenshot, 17 juli 2018, 50+ in Nederland

Maar ineens blijkt Tjitske afgeleid.
Want het volgende fragment gaat overduidelijk niet over mij:
Een wulpse blonde vrouw met een aardig bosje essenhout voor de deur dat benadrukt wordt door de verticale strepen in haar afgedragen trui, heeft een vraag namens haar zoontje.
'Essenhout'?
'Aardig bosje'?
'Afgedragen trui'?

Wie is de schrijfster eigenlijk, deze Tjitske?
Ik begin - ondanks mezelf - nieuwsgierig te worden.
Zo te zien is zij zelf óók best een 'wulpse' blonde vrouw:
Tjitske Zuiderbaan

Het laatste stukje van haar blog gaat over de excursie, met de dorpsbewoners, en de vier boswachters van Staatsbosbeheer, naar het dorpsbos:
Bij de hut van het zoontje van de wulpse vrouw aangekomen, schiet boswachter Dennis weer vol. De jongens hebben met messen in bomen gekerfd. Kriskras, niet eens een hartje met initialen. ‘Dit overleven die bomen niet. Ook als je bij het bouwen van een hut maar één roestige spijker in een boom slaat, kan dat de boom al fataal worden.’ Het is wel een mooie hut, alleen dat plastic dak had anders gemoeten. Plastic hoort wat de bosbeheerders betreft niet in een bos. Toch zullen ze hun best doen om de hut te sparen. Maar boswachter Dennis gaat wel een hartig woordje met de huttenbouwers spreken. Want hutten bouwen in het bos? Dan vooral touw gebruiken, veel touw. En geen spijkers, want dan moet boswachter Dennis echt huilen.
Ineens begint het me te dagen: Tjitske bedoelde dit alles ironisch.
Zij hanteert wat je noemt een superieure ironische stijl!
Wat een opluchting, pfoeh...
Ook dat van die 'weekendbewoonster', die een heel dorp tegen zich in het harnas jaagt met haar grote mond: het is alles maar een - ongetwijfeld goed bedoeld - gebbetje.


Screenshot, 17 juli 2018, 50+ in Nederland

Gelukkig kan ík nu mijn tranen drogen...
Nu die arme (maar 'goeiige') boswachter(s) nog.
Dagelijks noodgedwongen op het 'slachtveld' en dan tot overmaat van ramp door je collega's worden 'gekapt'?!
Laten we maar hopen dat het bovenstaande berust op een vervelend misverstand...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten