vrijdag 25 augustus 2017

Naar mogelijke oplossingen

Noodzakelijke voorwaarden

Geld
Het ontbreken van geld voor maatwerk - handmatige, daadwerkelijk zorgvuldige kap - lijkt, na enige analyse, de kern van het probleem.
Geld is dus onvermijdelijk deel van de oplossing.

Draagvlak
Verder moeten alle neuzen natuurlijk dezelfde kant op.
Dat wil zeggen: naar één bepaalde, democratisch gekozen, oplossing, waar een aanzienlijke groep mensen vervolgens "voor gaat".
Kom daar maar eens om ;-)
Toch moet er in ieder geval een breed draagvlak zijn, voor welke kansrijke oplossing dan ook.

Informatievoorziening
Dit is extra lastig als niemand nog weet wat er zal gebeuren.
Is het spreekwoordelijke glas "halfvol", "halfleeg" - kwestie van smaak, karakter, etiquette zelfs - of liggen er (straks) vooral scherven?
Informatievoorziening is dus eveneens onderdeel van de oplossing.
Voor een deel heb ik deze taak op me genomen.
Voor zover dat in mijn vermogen ligt, natuurlijk.
Want ik informeer noodgedwongen vooral over wat ik zie en beschik zelden over insiders-informatie.

Empirische waarneming
Want de beste informatie komt voort uit empirische waarneming.
In gewoon Nederlands: uit je doppen kijken.
Met een open blik, die zich niet laat misleiden door PR-verhalen.
Bij voorkeur met behulp van een camera.
Want als de glazen niet zozeer "halfleeg" zijn, als wel aan scherven blijken te liggen, hebben we geen tijd te verliezen.
Maar helaas is nog niet iedereen hiervan overtuigd.

Samengevat
Noodzakelijke voorwaarden voor een oplossing zijn dus: geld, een zo breed mogelijk draagvlak, tijdige informatievoorziening en empirische waarneming - bij voorkeur de neutrale blik van een camera - kunnen niet ontbreken.
Dit zijn stuk voor stuk noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarden voor een oplossing.
Oftewel: er is méér nodig.
Met dit in het achterhoofd ga ik: 

Naar oplossingen

Omdat "de" oplossing net zomin bestaat als "de" Nederlander, zal ik verschillende suggesties doen.
Hoewel voorlopig - bij gebrek aan concreet project - nog zonder "strakke projectplanning".




Particulier initiatief

Een eerste mogelijkheid is natuurlijk particulier initiatief.
Iemand heeft bijvoorbeeld een erfenisje over, en spendeert dit graag aan een mooi verblijf voor vleermuizen en/of spechten.
Het goede nieuws is dat het verblijf er al is.
Inclusief de vleermuizen en de spechten, zelfs.
Er is alleen een beetje geld nodig om te zorgen dat dit alles - nodeloos, zinloos, maar langdurig - verdwijnt.
Onderbegroeiing - eiken, esdoorns, meidoorns, hazelaars - is er genoeg, zelfs in de jongste bossen.
Die eiken en esdoorns zullen enthousiast doorgroeien zodra ze iets meer ruimte hebben.
Evenals de essen met kansen, die we het beste voorlopig kunnen laten staan om te zien hoe ze het in de nieuwe situatie zullen redden.
Want zelfs de universiteit in Wageningen adviseert om terughoudend te zijn met de kap (zie ook: http://www.wur.nl/nl/nieuws/Niet-elke-es-gaat-dood-aan-essentaksterfte.htm )
Toegegeven: deze oplossing is een beetje te mooi om waar te (kunnen) zijn.

Crowdfunding

Dan is er de mogelijkheid tot crowdfunding. 
Beslist niet mijn specialiteit, maar sommige mensen zijn er héél goed in.
Voorwaarde: een duidelijk plan, zodat mensen weten waar ze het voor doen.
En voor wie: dat moet er wel bij.
Bijvoorbeeld handmatige kap in dát hele speciale bosje.
Vermoedelijk is crowdfunding vooral geschikt voor één specifiek bos waar een bepaalde groep mensen warm voor loopt.
Een deeloplossing dus, maar beslist bruikbaar.

Eigen beheer

Ook genoemd, door buren: dorpsbos(sen) opkopen, en vervolgens zelf beheren.
Maar hier zitten wel wat haken en ogen aan.
De nieuwe eigenaar - een coöperatie? - zou eigenlijk geld toe moeten krijgen om het bos daadwerkelijk te kunnen beheren.
Een variant hierop is een samenwerkingsverband, waarbij Staatsbosbeheer nog wel eigenaar blijft, maar in samenwerking met andere partijen het beheer regelt.
Dit is al eerder vertoond.
Bijvoorbeeld in Bedum, "het oudste dorpsbos van Noord Groningen". 
Onderstaande tekst is te lezen op een bord naast de parkeerplaats:


Onderdeel van zo'n constructie is een visie op meerjarig onderhoud.
Met andere woorden: beheer. 

Leven en laten leven

Geen hals-over-kop onderhoud - brandjes blussen - maar periodiek verdunnen als onderdeel van meer planmatig beheer.
Dat houdt onder meer in: onderbegroeiing in kaart brengen, vaststellen welke begroeiing wenselijk en minder wenselijk is, en zieke bomen detecteren.
Te vergelijken het het van oudsher gangbare 'verdunnen' - waarbij gezonde, maar te dicht bij elkaar staande bomen worden verwijderd.
Maar dan gewoon zoals het vroeger ging, met de kettingzaag. 
Waar nodig worden de zieke essen, die op korte termijn gevaar op kunnen leveren, er tussenuit gehaald.
Hierbij moet de toestand van het bos - en in dit geval vooral van de essen - wel elk jaar worden gecontroleerd door een expert.
Toegegeven: dit kost wel geld.
Waarmee de cirkel weer rond is.
Zodra het over geld - veel geld - gaat, zijn er nog enkele oplossingen mogelijk.

Begrotingsoverschotten aanspreken

Neem het volgende bericht in het Dagblad van het Noorden.


Koos Bijlsma, in "Dagblad van het Noorden", 14 augustus 2017.

Dit geeft te denken.
'Potverteren' wekt de suggestie van het verbrassen van geld dat voor serieuze zaken bedoeld was.
Maar laat een dorpsbos nu net zo'n bijzonder serieuze, en uiterst nuttige bestemming zijn!
Een dorpsbos geeft immers beschutting, verhoogt de leefbaarheid, het dorpsaanzicht, de sociale cohesie, de recreatiewaarde, de kansen voor het toerisme, de biodiversiteit en de WOZ-waarde.
Wat wil een gemeente eigenlijk nog meer?


Koos Bijlsma, in "Dagblad van het Noorden", 14 augustus 2017.

Kortom: straks gaat het geld op de grote hoop.
Dan kunnen we er beter nu onze bossen mee redden!

Last but not least: de NAM

Eerder schreef ik al dat de essentaksterfte niet de eerste ramp is die Groningen treft.
Helaas zijn al die essen vooral in het noorden van Nederland aangeplant. 
Voorlopig maakt de NAM echter vooral goede sier met het financieren van de speelplaatsen in de verschillende dorpen.
Bij wijze van compensaties voor het door de gaswinning aangedane leed.
Overal verrijzen op dit moment dan ook de prachtigste speelplaatsen.
Hoewel de NAM niet op alle borden wordt vermeld - naast bijvoorbeeld Jantje Beton, de RABO-bank - kun je er vrijwel zeker van zijn dat de NAM niet ver weg is, zodra er ergens een nieuwe en opvallend mooie kinderspeelplaats verrijst. 
Wie houdt er nu niet van kinderen?
Ik zou daar aan toe willen voegen: wie houdt er nu niet van bomen?
Onze kinderen spelen bovendien ook en vooral in de dorpsbossen.
Al mag dat niet altijd van Staatsbosbeheer.

Kortom:


Eind goed, al goed?

In verband met mijn eerdergenoemde "ideaal" - verdunnen in plaats van 'verjongen' - beperk ik me nu vooral tot behoud.
Dit met het oog op de huidige generatie(s), en ook een beetje voor de spechten en de vleermuizen.
Zodra de ramp eenmaal is geschied, zijn er natuurlijk andere oplossingen mogelijk voor de toekomst, zoals herbeplanting.
Waarover later meer.

Alle suggesties voor mogelijke oplossingen zijn overigens welkom!
E-mail: marnebosjes@gmail.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten