vrijdag 18 mei 2018

Naar een vergevingsgezinde berm: een voorproefje

Wat hangt Nederland precies boven het hoofd, met de aangekondigde ministersplannen voor een 'vergevingsgezinde berm'?
Voor een kijkje in de keuken heb ik het in 2017 door de provincie Gelderland en de gemeente Eelerwoude gepubliceerde beleidsonderzoek 'Integrale afweging bomen langs N319' maar eens aandachtig doorgelezen.
Hieronder volgen de belangrijkste bevindingen na analyse - op onder meer logica, wetenschappelijke onderbouwing en gebruikte argumentatie - van dit rapport.
Voor een uitgebreide toelichting zie mijn eerdere bericht over het rapport. 

Algemene kennismaking met het rapport

A1: Over de vergevingsgezinde berm
De vergevingsgezinde berm blijkt breed, héél breed. Waar een gewone provinciale weg in totaal een breedte heeft van 6 á 6,5 meter, met mogelijk een kleine uitloop aan weerszijden van de streep, komt daar voor een N-weg mét 'vergevingsgezinde berm' zomaar 9 á 12 meter bij. Het gaat dus om 2,5 á 3 keer de huidige voor de weg gereserveerde ruimte, in het geheel tussen de 15 en 20 meter breed. De extra strook is weliswaar niet verhard, maar dient geen enkel ander doel dan de weg. Oftewel: vele vierkante meters niemandsland.


Afbeelding 1. "Rural country road, long and straight, undulating to horizon..."; Afbeelding verkregen via 'Free long road images'.

A2: Zomereiken langs een oude handelsroute
Het beleidsrapport gaat over de N319, een oude handelsroute. De bomen aan weerszijde van deze weg blijken zomereiken van anderhalve eeuw oud. Ongelukkig genoeg de boomsoort met de allerhoogste natuurwaarde. Bovendien kunnen zomereiken in optimale omstandigheden duizend jaar oud worden.

A3: N319: aanpak in hoofdlijnen
Bij de afweging om wel of niet tot kap over te gaan worden de volgende thema's meegewogen: 1)verkeersveiligheid 2)vitaliteit bomen 3)ecologie 4)landschap 5)draagvlak.
Een onbekend aantal ambtenaren van de provincie Gelderland en de gemeente Eelerwoude leverden input, evenals zestien over vier werkgroepen verdeelde omwonenden.
De N319 wordt onderverdeeld in zestien compartimenten, A tot en met P.

A4: Compartimenteren = faseren?
De compartimentering van de N319 blijkt na aandachtig lezen van het rapport vooral samen te hangen met fasering van de kapwerkzaamheden. 
Kap van alle oude laanbomen ineens zou volgens de samenstellers neerkomen op kaalslag, waarvoor vermoedelijk geen 'draagvlak' aanwezig is onder de bevolking.
Tussen de regels door blijkt echter dat de oude bomen er zonder aanzienlijke burgerlijke tegenwerking op termijn vrijwel allemaal aan zullen gaan.
Om de bevolking de bittere pil van de kap van vele oude zomereiken (uit 1875!) blijmoedig te laten slikken worden verschillende beproefde methodes uit de kast getrokken, waaronder dus fasering onder het mom van compartimentering. 

Problemen met het rapport

P1: Een opvallend hoog copy/paste gehalte
Ondanks de opdeling in zestien compartimenten blijkt het aantal geboden oplossingen beperkt.
Verder wekt het leeuwendeel van het rapport - de uitwerking voor de zestien compartimenten - ondanks het grote aantal pagina's de indruk op een verveelde namiddag in elkaar te zijn geflanst.
Zo keren diverse passages in pakweg de helft van de hoofdstukken in exact dezelfde bewoordingen terug. 
In alle compartimenten blijkt de nadruk te liggen op de 'autonomie', 'eenduidigheid' en 'symmetrie' van een voor de gelegenheid in het leven geroepen en opvallend magere 'landschapsvisie' die vooral aanleiding blijkt te geven tot kappen, kappen en nog eens kappen.

P2: Gebrekkige oorzaak-gevolg relaties
In het rapport worden verschillende problemen geformuleerd, waarvan het probleem van de verkeersdoden ten gevolge van een aanrijding met een boom het voornaamste is (zie de eerste alinea van het rapport).
Een tweede met name genoemd probleem is de aantasting van de oude bomenlaan.
Langs de N319 blijken in het verleden op diverse trajecten (grote) gaten te zijn gevallen in de groenstructuur.
Aanvankelijk worden er verschillende heldere redenen genoemd voor deze aantasting: wegverbredingen, kabels en leidingen en strengere normen voor verkeersveiligheid.
Interessant is de plotselinge overgang naar een geheel ándere oorzaak voor deze 'onsamenhangende groenstructuur': het ontbreken van een integrale landschapsvisie.
Zo kan het gebeuren dat de aangedragen oplossing voor een specifiek in het rapport genoemd probleem ('gatenkaas' ten gevolge van kap in het verleden) de officiële oplossing blijkt voor een ánder - ad hoc in het leven geroepen! - probleem, te weten het ontbreken van een landschapsvisie.
Over het belangrijkste probleem, zoals geformuleerd in de eerste alinea van het rapport (verkeersdoden ten gevolge van aanrijding met laanbomen) wordt in de rest van het rapport echter gek genoeg helemaal niet meer gerept.

Kortom: het probleem (de verkeersdoden na aanrijding met een boom) dat, nota bene, de aanleiding vormde voor dit beleidsonderzoek verdwijnt al na pagina 4 van het 57(!) pagina's tellende rapport naar de achtergrond.
In plaats daarvan wordt in het rapport ongemerkt een ander kernprobleem geformuleerd (het 'ontbreken van een landschapsvisie') waarvoor vervolgens voortvarend een passende oplossing wordt bedacht (kappen, kappen en nog eens kappen).

Een en andere doet vermoeden dat de oplossing (kappen) voor een ad hoc in het leven geroepen probleem ('gatenkaas') in feite de oplossing is voor het op de eerste bladzijde in de eerste alinea geformuleerde probleem (verkeersdoden ten gevolge van aanrijding met een boom).
Dit probleem vormde immers de aanleiding voor dit beleidsrapport.
Nog interessanter is dat het later in het rapport nadrukkelijk benoemde probleem ('onsamenhangende groenstructuur') natuurlijk juist een gevolg was, ís en - dit laatste dankzij de huidige, voortvarende generatie ambtenaren - zál zijn van... kap.
Kap van oude laanbomen - hoe asymmetrisch, veelduidig en (zo je wilt) holistisch (dit in tegenstelling tot 'autonoom') ook - levert immers geen winst op voor het landschap, maar bijna per definitie verlies.
Want elke eerbiedwaardige oude eik is er één:


Afbeelding 2. N319, traject 130, 'oude bomenlanen begeleiden ook nu nog de N319'

Maar het in de toekomst te verwachten landschapsprobleem - het vrijwel geheel ontbreken van eeuwenoude bomen - is voor de volgende generaties.
Voor de goede orde: op afbeelding 2 is een voorbeeld te zien van een 'niet intacte' bomenlaan uit het volgende plaatje:


Afbeelding 3: Bomenlaan aangemerkt als 'niet intact' en Bomenlaan aangemerkt als 'intact'. Hoe het 'omslagpunt' naar 'niet intact' eruitziet ('in verval') blijft onduidelijk. Zie pagina 12 rapport

Alsof ze zich vagelijk bewust zijn van de oorspronkelijke aanleiding van het rapport - de direct gevoelde noodzaak om het aantal aanrijdingen met bomen te verminderen - merken de auteurs op dat deze status niet per definitie(!) bepalend is voor 'het ingrijpmoment op korte of lange termijn'.
Wel blijkt de status een belangrijke 'graadmeter' voor de 'landschappelijke impact van de maatregel', waarbij 'niet intact' letterlijk betekent: 'voorkeur voor kap en aanplant op korte termijn'.
De wat cryptische formuleringen 'ingrijpmoment' en 'landschappelijke impact van de(!) maatregel' - waarbij zowel 'ingrijpmoment' als 'maatregel' betrekking hebben op kap van de bestaande oude bomen - doen alweer, evenals de bij A4 genoemde 'compartimentering', vermoeden dat 'de' maatregel (kap) op de langere termijn hoe dan ook in vrijwel alle compartimenten doorgang zal vinden.
'Intact' staat in dit rapport dan ook letterlijk voor: 'voorkeur voor behoud op korte termijn'.

Kortom: in het beste geval éven uitstel van executie voor een prachtige, en in veel gevallen zelfs volledig intacte, anderhalf eeuw oude eikenlaan!
Grote delen van de N319 als 'niet intact' (rommelig) bestempelen ruimt in ieder geval 'op korte termijn' alvast lekker op!
Want zoals bekend maken we met 'rommel' snel (en zonder veel verzet) korte metten, in dit efficiënte en doelgerichte tijdperk.

P3: Landschapsvisie: een kwestie van schaal
De eerdergenoemde landschapsvisie past op minder dan een A4-tje.
Naast de kernwaarden 'symmetrie', 'eenduidigheid' en 'autonomie' is er onderstaande tekening:


Afbeelding 4. Landschapsvisie, afgezet tegen huidig beeld.
(27-03-2017, provincie Gelderland)

Niet toevallig wordt de oude bomenlaan (zie afbeelding 2) door de makers van de visie beoordeeld als asymmetrisch en weinig eenduidig (rommelig).
Dit omdat er links of rechts af en toe een oude eik ontbreekt, géén gezicht!
Kappen dan maar.
Maar na kap van (delen van) de oude laan zal de laan weliswaar 'symmetrischer' en 'eenduidiger' geworden - anders gezegd: kaler - maar is uit de verte helaas niet langer als hoofdweg te herkennen.
Dit omdat in dat geval de veel smallere parallelweg, waar nog wél bomen staan (die aanvankelijk in het niet vielen bij de reuzen langs de laan, zie afbeelding 2), ineens met de kaalgeslagen hoofdrijbaan gaat concurreren (zie afbeelding 2, parallelweg rechts in beeld).

Daar zit je dan, met een mooi 'symmetrisch' en heerlijk 'eenduidig' stuk... asfalt! 
Grote kans, kortom, dat dáár geen draagvlak voor is bij de mensen.
Geen nood: dan roepen we nog een derde kernwaarde in het leven: 'autonomie'.
'Autonomie van de hoofdrijbaan' betekent dat de hoofdrijbaan de belangrijkste is en dus - visueel gezien - bovenin de hiërarchie moet staan.
Maar als de bomen langs de hoofdrijbaan klein zijn, dan moeten de bomen langs de paralleleg nóg kleiner zijn om deze (reeds bestaande!) hiërarchie te realiseren!
Dat is lastig, want als je alle bomen langs de hoofdweg kapt en vervangt door jonge aanplant, kom je ter vervanging van de bomen langs de parallelweg al zo'n beetje in de categorie Bonsai-boompjes terecht.
Gelukkig zijn de bedenkers van de landschapsvisie niet voor één gat te vangen: waarom niet gewoon één gehele rij langs de parallelweg kappen? 

Dat is tevens een erg praktische, economische en resultaatgerichte oplossing, want zo kan de parallelweg meteen dienen als kweekvijver voor de benodigde herplant langs de kaalgeslagen hoofdrijbaan.
De boompjes langs de parallelweg kunnen immers met één doeltreffende beweging met een grote kraan naar de hoofdrijbaan worden getild!
Op de tekening (bovenste laan,'visie') is inderdaad te zien dat de rij bomen aan de kant van de hoofdrijbaan is weggehaald.
Dat is handig, want zo hoeven de te verplaatsen bomen niet óver de andere rij heen te worden getild.


Nogmaals afbeelding 4.
Landschapsvisie, afgezet tegen huidig beeld.
(27-03-2017, provincie Gelderland)

De schaal van de bomen op de tekening klopt natuurlijk niet helemaal.
Dat is jammer, want schaal is álles, tenminste in de beleving van het landschap. 
Zo bestaat de bovenste laan ('visie') gek genoeg uit dikke bomen. 
Het is dus, om precies te zijn, een TOEKOMST-visie.
Als de dikke stippen bij 'huidig' te vergelijken zijn met de dikke stippen bovenin, dan gaan er ongeveer zes generaties overheen voordat deze 'visie' werkelijkheid is geworden:


Afbeelding 5. Zomereik van een kweker: ongeveer het (betaalbaar) formaat zomereik dat gewoonlijk wordt herplant ter vervanging van gerooide bomen.
Afbeelding verkregen via: Tenhoven bomen

P4: Over het creëren van draagvlak
Waarom eigenlijk al die moeite om er een 'landschapsvisie' bij te slepen terwijl het de beleidsmakers in de eerste alinea van het rapport duidelijk te doen is om het terugdringen van het aantal verkeersdoden ten gevolgen van aanrijdingen met bomen? 
Antwoord: veel burgers hebben moeite met het kappen van oude bomen.
Misschien kunnen ze niet zo goed zeggen waarom, maar het 'voelt' niet goed.
Zo kunnen burgers last hebben van landschapspijn
Maar er zijn wel degelijk 'rationele' en zelfs wetenschappelijke redenen aan te voeren om terughoudend te zijn met de kap van oude bomen, zeker als deze zo'n hoge natuurwaarde hebben als de eik.

Eventuele - terechte of onterechte, rationele of irrationele - maatschappelijke weerstand moeten we dus voor zijn, en de nostalgische types of zelfs milieufreaks pakken op hun zwakke plek: het landschap!
Helaas zou ik zelf als kernwaarde van een aantrekkelijk en typisch Nederlands landschap andere kernwaarden kiezen dan 'symmetrie' of 'autonomie van de hoofdrijbaan'.
Om het over 'eenduidigheid', de meest vervelende van alle kernwaarden - saai, voorspelbaar, onnatuurlijk, oninteressant, vlak, ondiep, troosteloos, enzovoort - niet te hebben.

P5: Waarover niet gesproken wordt
Over de onderhoudskosten van oude (laan)bomen wordt in dit rapport met geen woord gerept.
Dit probleem wordt echter wél benoemd in een interessant rapport - 'Geld verdienen aan bomenbeleid, kan dat?' - over de gemeente Lochem, in depot bij de universiteit Wageningen.
Ook hier blijkt 'draagvlak' een probleem. 
Hoewel grootstedelijke burgers volgens dit rapport mondiger zijn, verwacht men dat ook Lochemse burgers 'hun mondje zullen roeren' zodra er laanbomen gekapt zullen worden.

P6: De commissie speelt voor God
Natuur, milieu en ecologische waarden worden met behulp van de landschapsvisie succesvol op een zijspoor gerangeerd.
Dat wil zeggen: geparkeerd onder het nogal plichtmatig aandoende tussenkopje 'ecologie' waarin vooral sprake is van de noodzaak 'ontheffingen' te verkrijgen.
Linksom of rechtsom: die 'obstakelvrije' berm moet en zal er op termijn komen, al is het ten koste van al het andere.

P7: Over het stellen van de juiste vragen
In de wetenschap wordt het stellen van zinnige survey-vragen gewoonlijk ingegeven door gedegen literatuuronderzoek en een daaruit voortvloeiende, door bewezen feiten ondersteunde, theorie. 

Afbeelding 6, schijfdiagram uit het rapport.
"Vraag 3: Is het vanuit landschappelijk oogpunt wenselijk om bomen te kappen om zo de bomenstructuur ook in de toekomst in stand te houden? "Nee, 19%", "Ja, 81%"
(27-03-2017, provincie Gelderland)

Hiervan is bij bovenstaande vraag naar de wenselijkheid van kap vanuit landschappelijk oogpunt geen sprake.
In een beleidsrapport over het vermijden van verkeersdoden ten gevolge van aanrijdingen met bomen slaat deze vraag immers als een tang op een varken.
Wel zie ik de krantenkoppen naar aanleiding van dit onderzoek in - bijvoorbeeld - De Telegraaf al voor me: "81% BURGERS STEUNT MINISTERSPLANNEN BOMENKAP N-WEGEN".

Ook de volgende survey-vraag uit het rapport is in dit verband interessant: 


Afbeelding 7, schijfdiagram uit het rapport.
"Vraag 2: Eigenaren moeten belangrijke stem krijgen in kappen van 'zichtbelemmerende' bomen langs hun uitrit. Ja: 87%, Nee 13%" (27-03-2017, provincie Gelderland)

Het is bekend dat de meeste mensen best van bomen houden, tenzij er vogelpoep op hun eigen auto valt, of buurmans boom hun eigen, duurbetaalde, hoogstpersoonlijke privé-zonnetje belemmert.
Zie hiervoor bijvoorbeeld de momenteel vertoonde arthouse film 'Under the tree'.
Wie de vragen zó stelt zou echter ten onrechte de indruk kunnen wekken dat de meeste mensen in zijn algemeenheid 'tegen' bomen zijn, zodra deze ook maar enigszins in de buurt van autowegen staan.
Voor de goede orde: dit is niet zo.


Afbeelding 8. Aanwezigen bij de 'werksessies', tevens respondenten voor het survey.
(
27-03-2017, provincie Gelderland)

P8: Statistiek voor beginners?
Na herlezing blijkt het niet te gaan om survey-vragen, maar om gedurende 'werksessies' (zie afbeelding 8) achteloos gestelde vragen.
Aanwezig: een handjevol ambtenaren van de provincie Gelderland alsmede de gemeente Eelerwoude, plus 4 x 4 (maakt in totaal 16) 'omwonenden'.
Voor objectieve en statistisch relevante schijfdiagrammen met precies weergegeven percentages (81/87%) heb je echter minimaal honderd respondenten nodig!

P9: Achteloosheid met betrekking tot eventuele ontheffingsplicht
Om bomen te kappen die, bijvoorbeeld, belangrijk zijn voor vleermuizen heb je een ontheffing nodig.
In plaats van deze ontheffingsplicht te beschouwen als een aansporing om terughoudend te zijn met kap, gaan de beleidsmakers hier ál te blijmoedig mee om.
Als 'negatieve effecten op vleermuizen niet zijn uit te sluiten' dan... 'dient er een ontheffing voor vleermuizen aangevraagd te worden'!
Die vermoedelijk in de overgrote meerderheid - 95% van de aanvragen van een gewone kapvergunning wordt bijvoorbeeld ingewilligd - van de gevallen zal worden verleend.

Opvallend aan het rapport
Hieronder volgen enkele opvallende constateringen in het rapport

O1: De provincie Gelderland wil geen struiken
De gemeente Gelderland blijkt niets te zien in het voorstel van de minister om 'enorm dikke bomen' langs N-wegen te vervangen door 'mooie struiken'.
Want struiken moeten onderhouden worden. (evenals, overigens, oude bomen).
Verder zijn eventuele plotseling overstekende reeën tot het laatste moment onzichtbaar voor automobilisten.
Dit terwijl een aanrijding met een ree nogal eens dodelijk uitpakt.
Na kappen volgt in de toekomst dus mogelijk een rondje 'ruimen', in dit geval van nieuwe 'obstakels'.

O2: Hagen dan maar?
Vroeger bestonden grote delen van Nederland uit 'coulissenlandschap' met oude hagen die een vele diersoorten herbergden.
Vanwege onderhoudsgevoeligheid zijn deze hagen juist allemaal verdwenen.. 
De gemeente Gederland blijkt dan ook 'terughoudend' met hagen vanwege de hoge kosten.

O3: Een indrukwekkend relativeringsvermogen!
Om onderstaande tekst over ecologische waarden van commentaar te voorzien heb ik de verschillende zinnen genummerd:
1) Ecologie Bomenrijen kennen hoge en specifieke natuurwaarden. Boombewonende soorten als vleermuizen en roofvogels zijn sterk afhankelijk van (omvangrijke) bomen en of lijnvormige laanstructuren. 2) Het aanpassen van bomenlaan naar een struweel en/of haag heeft invloed op de ecologische betekenis van de groenstructuur. 3) Daar waar soorten nu de boomtoppen gebruiken als verbindingsroute, zal het verplaatsen bij vervanging naar struweel veel dichter bij de grond/ bij de weg plaats vinden. 4) Het vervangen van een bomenlaan naar struweel/hagen tast het leefgebied van huidige soorten, maar creëert weer leefgebied voor andere soorten. 5) Daarbij hebben de boombewonende soorten minder last van verkeer dan soorten die aan struweel/hagen zijn gebonden. 6) Provincie is voorzichtig met het plaatsen van struweel langs wegen in verband met het vroegtijdig signaleren van overstekend wild. (27-03-2017, provincie Gelderland)
Ad 1) Eens
Ad 2) Eens.
Ad 3) Oneens. Soorten die hooggelegen verbindingsroutes nodig hebben, verdwijnen domweg voorgoed zodra zij aangewezen zijn op struikgewas (zie ook Ad 4).
Ad 4) Hier stuiten we op blijmoedig optimisme: sorry roofvogels, sorry vleermuizen, zoek het uit! 
We kunnen alleen maar voor jullie hopen dat andere provincies en gemeenten meer oog hebben voor ecologische waarden, zodat jullie tenminste kunnen uitkijken naar een andere woonplaats!
Ad 5) Eens, helaas. Voor de goede orde: niet 'boombewonende' soorten zullen wij na aanplant van struikgewas in nóg grotere aantallen langs de weg zien liggen dan nu al het geval is.
Ad 6) Eens (zie O1). Zo komt nu al - nog zónder noemenswaardig struikgewas langs doorgaande wegen - jaarlijks ongeveer tien procent van de reeën-populatie om door het verkeer.

Een vergelijkbare relativerende achteloosheid is terug te vinden in de omgang met een individuele 'zeer oude, omvangrijke eik' met A-status, zeer vitaal, op leeftijd, beeldbepalend, monumentaal, maar desalniettemin bij het ontbreken van al teveel weerstand ten dode opgeschreven.

Conclusie
Als dit ons voorland is, met betrekking tot de recent gelanceerde plannen van minister Cora van Nieuwenhuizen, dan is het niet best.
Een provinciale weg met een vergevingsgezinde berm blijkt een opvallend breed niemandsland in het landschap en zal dan ook onvermijdelijk leiden tot verdere, door veel burgers ongewenst geachte, schaalvergroting en eentonigheid.
Door de minister voorgestelde alternatieven als hagen en struikgewas blijken vanwege de hoge kosten en het gevaar voor aanrijdingen met reeën ongewenst.
'Compartimentering' van provinciale wegen blijkt bedoeld om de kap gefaseerd (behapbaar) op te dienen in de hoop burgerlijk verzet zoveel mogelijk te voorkomen.  
Verder zullen meerdere provincies en gemeenten de bestrijding van de verkeersdoden vermoedelijk dankbaar aangrijpen als excuus om op termijn van de hoge onderhoudskosten - snoei, filevorming door obstakels op de weg na een storm, afvoer van grote aantallen bladeren - voor oude bomen af te komen.
Niets blijkt hierbij heilig: eeuwenoude eiken niet, aloude vleermuisroutes niet, vogels niet, reeën en andere zoogdieren niet en het landschap, de streekeigen identiteit en cultuurgeschiedenis al helemaal niet.
Ontheffingsplicht in verband met onder meer vleermuizen wordt door de Gelderse ambtenaren gezien als een hobbeltje om te nemen, in plaats van een serieuze waarschuwing voor onomkeerbare ecologische schade.

Om 'draagvlak' onder burgers te creëren zullen kapgrage ambtenaren en beleidsmakers niet terugdeinzen voor onder meer manipulatie, misleiding, diverse afleidingsmanoeuvres, op niets gebaseerde cijfers, gebrekkige (volstrekt onwetenschappelijke) oorzaak-gevolg relaties en zelfs bedrog. 
De oude eikenlaan langs de N319 uit 1875 zal uiteindelijk - zonder actief verzet van de bevolking - geheel worden gekapt.
Omdat de smalle parallelweg, waar nog wel bomen staan, in dat geval 'autonomer' zal worden dan de hoofdrijbaan, wordt één rij langs de parallelweg vervolgens eveneens gekapt, of - indien mogelijk - verplaatst naar de inmiddels kaalgeslagen hoofdrijbaan.
Ter legitimering van een en ander maken de Gelderse ambtenaren gebruik van een in de haast gecreëerde 'landschapsvisie' - kernwaarden: 'symmetrie, eenduidigheid, autonomie' - die al vanaf pagina 4 van een 57 pagina's tellend rapport ongemerkt eigenlijke aanleiding voor de grootschalige kaalslag (verkeersdoden ten gevolge van aanrijdingen met bomen) verdringt.
Dit alles om ten onrechte de (helaas slecht controleerbare) suggestie te wekken dat - nota bene! - de kap van grote aantallen eeuwenoude eiken zal bijdragen aan de aantrekkelijkheid van het landschap, in plaats van dit duurzaam (voor vele generaties) grote schade toe te brengen (te verwoesten). 

Kortom: als wij als burgers onze stem niet massaal(!) en doelgericht laten horen, zullen de ministersplannen op termijn leiden tot grootschalige verwoesting van het landschap en een algehele ecologische ramp.
Ook zal het betekenen dat monumentale eiken - toch al schaars in Nederland - zoals op afbeelding 8 definitief tot het verleden zullen behoren:


Afbeelding 8. Voorbeeld van een 'zeer oude omvangrijke eik': een 365 jaar oude zomereik in New Jersey.
Afbeelding verkregen via: New Yersey Herald

Kap langs N-wegen in de praktijk: 'Integrale afweging' N319

Dit is de oorspronkelijke tekst naar aanleiding van een beleidsrapport over de N319 uit 2017. Zie voor een kortere tekst: 'Naar een vergevingsgezinde berm: een voorproefje'. Leestijd van onderstaande tekst met uitgebreide toelichting en onderbouwing: 10 á 15 minuten. Het oorspronkelijke beleidsrapport bestaat uit 57 pagina's.


N319, traject 130, 'oude bomenlanen begeleiden ook nu nog de N319'

A: Algemene kennismaking met het rapport
Hieronder volgen een aantal algemene constateringen over het rapport en over de N319.

A1: Over de vergevingsgezinde berm
Hierin is de vergevingsgezinde berm, die de minister 'zo aanspreekt', al terug te vinden. 
Al in de eerste alinea van het rapport struikel ik erover: 

Een kwart van alle dodelijk ongevallen op provinciale wegen in Gelderland wordt veroorzaakt door een aanrijding met een boom. Dit probleem wordt veroorzaakt doordat langs wegen buiten de bebouwde kom de veilige obstakelvrije zone in veel gevallen onvoldoende is. Hierdoor zijn de wegen niet vergevingsgezind: Als een weggebruiker een fout maakt en in de berm terecht komt, wordt de fout afgestraft door een aanrijding met een obstakel, veelal een boom. Bij een vergevingsgezinde inrichting is er ruimte om het voertuig naast de weg tot stilstand te brengen of weer terug de weg op te sturen.
De vergevingsgezinde berm - ook wel 'obstakelvrije zone' - is minimaal 4,5 meter breed, lees ik, maar 6 meter is ideaal.
Maakt in totaal 12 meter dus.
Oftewel: zo'n vier extra zones ter breedte van een rijbaan, gereserveerd (vrijgemaakt) voor verkeer, hoewel (voorlopig?!) nog niet verhard.
Ook voor de Nederlandse automobilist de ultieme vrijheid (ruimte) voor de automobilist! 
Een soort Amerikaanse droom eigenlijk:


"Rural country road, long and straight, undulating to horizon..."; Afbeelding verkregen via 'Free long road images'.

Met dit verschil dat we in Nederland natuurlijk niet van die vriendelijke welvingen in het landschap hebben...
Van oudsher kent Nederland juist een volledig door mensen gemaakt, afwisselend en vooral kleinschalig landschap.
De afstanden zijn hier niet zo groot, dus hoge snelheden lijken eigenlijk helemaal niet van wezenlijk belang.
Wel zou het landschap zonder bomen langs de weleens erg saai kunnen worden.
Met de kans dat de bestuurder in slaap valt, een tegenligger raakt, enzovoort.

A2: Zomereiken langs een oude handelsroute
In het rapport van de gemeente Gelderland, waarin een afweging wordt gemaakt over de kap van veelal 150 jaar oude laanbomen langs een oude handelsroute - in 1982 omgedoopt tot N319 - lijkt dan ook een veelzeggende voorbode voor wat de rest van de Nederlandse provinciale wegen te wachten staat.
Langs de N319 blijkt de 'noodzakelijke' kap vooral betrekking te hebben op zomereiken van anderhalve eeuw oud.
Ongelukkig genoeg de boomsoort met, volgens de universiteit Wageningen, een uitzonderlijk hoge natuurwaarde.
Bovendien kan een zomereik in optimale omstandigheden een leeftijd van duizend jaar bereiken.

Als dergelijke eerbiedwaardige 'individuele bomen' - die voor zoveel (micro)organismen een complete leefwereld vertegenwoordigen - niet eens worden gerespecteerd, welke dan wel?!
Kunnen we voor dergelijke oude reuzen niet een beetje.... 'vergevingsgezinder' zijn?
Voor de goede orde: de nu nog resterende oude zomereiken langs deze route overleefden twee wereldoorlogen, talloze zuidwesterstormen, diverse perioden van schaarste, extreme kou en armoede, economische recessies, eerdere wegverbredingen en zelfs de aanleg van riolering, kabels, leidingen.
Maar als we niets doen dan zullen deze statige reuzen, die deel uit maken van ons nationaal erfgoed, onze doelgerichte en ambitieuze minister niet overleven.


N319, traject 130, 'oude bomenlanen begeleiden ook nu nog de N319'

A3: N319: aanpak in hoofdlijnen 
De in de titel genoemde 'afweging' blijkt te bestaan uit een onderverdeling in vijf hoofdthema's die door de provincie worden meegenomen bij de beslissing om wel of niet - of eventueel(?!) op de langere termijn - over te gaan tot kap: 1)verkeersveiligheid 2)vitaliteit bomen 3)ecologie 4)landschap 5)draagvlak. 
Elk thema wordt afzonderlijk toegelicht.
Zowel ambtenaren van de provincie Gelderland als van de gemeente Eelerwoude leverden input voor het rapport. 
Ook omwonenden mochten meedenken, in een viertal werkgroepen, respectievelijk bestaande uit vier personen.
In het rapport zijn hier en daar kleine pareltjes te vinden van een bijna aandoenlijke eerlijkheid: 
Opgemerkt dient te worden dat 2 dagen voor de inloopbijeenkomst een eenzijdig dodelijk ongeval had plaats gevonden op dit traject waarbij een jonge bestuurder om het leven gekomen is door een aanrijding met een boom. (27-03-2017, provincie Gelderland)
De makers lijken gelukkig te beseffen dat er sprake is van een momentopname, en dus van een zekere willekeur.
Wie zou er, na een dodelijke aanrijding met een boom (om wat voor reden dan ook) in de eigen gemeenschap, tegen kap van 'gevaarlijke' bomen kunnen zijn?
Je moet wel een plaat voor je hoofd hebben om je op zo'n moment nog openlijk tégen de kap uit te spreken.

De N319 wordt netjes onderverdeeld in zestien overzichtelijke 'compartimenten', waarna zestien overzichtelijke conclusies worden getrokken en zestien beknopte aanbevelingen worden gedaan.

A4: Compartimenteren = faseren?
De indeling in compartimenten lijkt een duidelijk aanwijsbare reden te hebben, namelijk fasering van de kapwerkzaamheden:

Het projectteam acht het onwenselijk de vitaal uitziende bomen massaal te kappen om de verkeersveiligheid in één keer tot een maximaal niveau te brengen. Gezien de landschappelijke- en ecologische waarde van de bomen langs de N319, is in een vroeg
stadium van het verkenningsproces besloten dat het ongewenst en onhaalbaar is om kap- en aanplantmaatregelen in één keer uit te voeren. Het kappen van alle bomen binnen de obstakelvrije zone zou dan van dusdanige omvang zijn dat we kunnen spreken
van een kaalslag. Om die reden is naar een compartimentering van de bomenlaan gezocht dat structuur geeft aan het mogelijk faseren van de kap- en aanplantmaatregelen. (27-03-2017, provincie Gelderland)
De bovenstaande passage doet vermoeden dat de 150 jaar oude eiken in de 'obstakelvrije zone' grote kans lopen om er, op de langere termijn(!), allemáál aan te gaan.
Weg geschiedenis, weg streekeigen identiteit, weg herkenbare historische handelsroute, en vooral: weg (anderhalve eeuw) oude zomereiken, die in optimale omstandigheden de duizend jaar zouden kunnen halen en daarbij voor vele organismen een complete en onvervangbare leefwereld vormen.

Omdat kap van alle bomen ineens ('kaalslag') echter zal leiden tot het ontbreken van draagvlak - lees: een hinderlijke hoeveelheid brieven en bezwaarschriften, ongericht burgerlijk verzet (solo-acties) of zelfs doelgerichte en georganiseerde acties  - wordt de door de provincie vermoedelijk desondanks wenselijk geachte kap van 'dusdanige omvang' dat je kunt 'spreken van kaalslag' geleidelijk (gefaseerd) uitgevoerd.


Vrij vertaald: 'Straatbomenkunst door de stad Alameda: allerlei vormen van snoei en onderhoud met als gevolg op de lange termijn?!'
Cartoon verkregen via internet

De kunst is natuurlijk om een en ander zo onopvallend mogelijk te aan te pakken.
Om de bittere pil iets zoeter te maken zijn diverse (beproefde) methodes beschikbaar:
- fasering (zodat de uiteindelijke kaalslag minder opvalt)
- het voorwenden van alternatieve motieven voor kap, naast verkeersveiligheid, waarmee minder gehaaste automobilisten of zelfs fietsers eveneens te overtuigen zijn ('landschapsvisie')
- het middels strikvragen verleiden van burgers tot bepaalde uitspraken, en deze uitspraken vervolgens als 'democratische meerderheid' presenteren
- werkgroepen samenstellen van burgers, en hen hierdoor medeplichtig maken en tot compromissen verleiden, op straffe van uitsluiting ('je moet wél kunnen samenwerken')
- Toepassing 'statistiek' op lagere school niveau
- gerommel met oorzaak-gevolg relaties
- misleiding van mogelijk minder alerte burgers

Kortom: ik heb, na aandachtige en herhaaldelijke lezing, helaas enkele serieuze problemen met dit rapport van de provincie Gelderland.
Hoewel je dit specifieke beleidsonderzoek zou kunnen beschouwen als een incident (in een 'uithoek' van Nederland), wijst niets er voorlopig op dat andere provincies of zelfs de landelijke overheid de binnenkort vermoedelijk door de minister voorgeschreven 'vergevingsgezinde' berm op een beter doordachte manier zullen realiseren.
Hoe dan ook: als dít ons voorland is, landelijk gezien, dan is het niet best.
Een gewaarschuwd land telt voor twee, zou ik zeggen.

In het volgende hoofdstukje zal ik onderbouwen dat de provincie Gelderland voor geen van bovengenoemde - ronduit klungelige, misleidende dan wel manipulatieve - methodes terugdeinst om 'de bittere pil' van uiteindelijke(!) kaalslag van een groot aantal 150 jaar oude zomereiken zorgvuldig door een aangenamer uitziende en welriekender maaltijd heen te mengen. 


Vrij vertaald: 'Oh hemel, ik denk dat hij me wil omhelzen...'
'Denk om de bomen - ze kunnen niet aan ons ontsnappen'
Cartoon verkregen via internet

P: Problemen met het rapport
Hieronder volgen de uitgebreide toelichtingen op een aantal door mij geconstateerde problemen met betrekking tot het door de gemeente Gelderland samengestelde beleidsrapport over de N319.

P1: Een opvallend hoog copy/paste gehalte
Ondanks de ogenschijnlijk gestructureerde aanpak, helder lijkende opsommingen en uitgebreide puntsgewijze toelichtingen maakt het rapport geen heldere, laat staan een wetenschappelijke indruk.
Neem bijvoorbeeld het opvallend hoge copy/paste gehalte.
Zo keert de aanbeveling:
Vanuit landschappelijk oogpunt is het gewenst de bomenrij aan de noordkant van de parallelweg te verwijderen om zo de nadruk op de bomenlaan langs de hoofdrijbaan te leggen. Vanuit verkeersveiligheid is daar echter geen aanleiding toe. Onderzoek naar de verplantbaarheid van deze bomen is dan aan te bevelen. (27-03-2017, provincie Gelderland)
negen keer, in precies dezelfde bewoordingen, terug.
Om precies te zijn aan het slot van de compartimenten B,C,F,G,K,M,N,O en P.
In alle gevallen blijft helaas onduidelijk of de schrijver met 'dan' bedoelde: 'dan ook' of: 'in dat geval'. 

Ook het volgende fragment:
Dit compartiment bestaat uit bomen daterend uit ongeveer 1875. De keus voor het herstel van de laan is alleen mogelijk als de reeds bestaande bomen hiervoor worden opgeofferd. Alleen dan hebben de jonge bomen voldoende groeiruimte om zich te kunnen ontwikkelen tot een éénduidige en symmetrische bomenlaan.(27-03-2017, provincie Gelderland) 
keert vier keer (de compartimenten B,C,D,F) terug in het document, evenals:
De bomenrij aan de noordkant van de parallelweg wordt bij voorkeur verwijderd om zo de nadruk op de hoofdrijbaan te leggen. (27-03-2017, provincie Gelderland) 
dat met enkele kleine variaties in vrijwel elk compartiment (14 in totaal, m.u.v. A en P) terugkeert.


'Google + Wikipedia + Crtol+C + Ctrol+V = Homework done!'
Cartoon verkregen via internet

Wel wordt de teneur van dit document door al deze herhalingen gaandeweg klip en klaar: kappen, kappen en nog eens kappen.
Zo tasten de bomen langs de parallelweg de 'autonomie' van de hoofdrijbaan aan, en moeten dus... weg.
Want: "dit komt het landschappelijke beeld ten goede. Zo wordt de nadruk op de hoofdrijbaan gelegd".
Dit overigens omdat de 'autonome' en door de onderbroken rij zeer oude bomen nog altijd goed als 'autonoom' te herkennen eikenlaan langs de hoofdrijbaan door de makers van het rapport eigenhandig om zeep wordt gepland!
Maar volgens de makers raakte déze laan raakte al eerder aangetast (om allerlei redenen) en heeft als 'eenduidige' en 'symmetrische' eenheid geen waarde meer...
De bomenlaan wordt in dit geval beoordeeld als 'niet intact', wat in het rapport letterlijk staat voor 'voorkeur voor kap':


Bomenlaan beoordeeld als 'niet intact' of 'intact'. Hoe de eveneens genoemde status 'in verval' (omslagpunt van 'intact' naar 'niet intact') eruit ziet blijft onduidelijk. Zie pagina 12 van het rapport.

Kortom: een oude laan met een paar gaten erin heeft geen noemenswaardige waarde meer.
Maar heeft iemand weleens een anderhalf eeuw oude laan gezien zónder enkele ontbrekende bomen?!
'Intact' betekent volgens het rapport overigens hooguit 'voorkeur voor behoud op korte(!) termijn'. 
Met het eerdergenoemde 'autonomie' lijken 'symmetrie' en 'eenduidigheid' - in flagrante tegenstelling tot 'onregelmatigheden' - dus in ieder geval de voornaamste argumenten voor kap in de zeer nabije toekomst. (meer over de landschapsvisie bij P3)


'Deviant art': voorbeeld van eenduidige én symmetrische landschapsvisie.
Cartoon verkregen via internet

Wat is dit eigenlijk voor lándschapsvisie, die 'inspireert' tot kappen, kappen en nóg eens kappen?!
Dit zal ik toelichten bij P2 en P3.

P2: Gebrekkige oorzaak-gevolg relaties
In het rapport is veelvuldig sprake van weinig logische gevolgtrekkingen.
Neem de redenering in de volgende alinea:
Echter is de ruimtelijke druk op de inrichting van de wegberm afgelopen decennia steeds groter geworden. De breder wordende weg, aanleg van een parallelweg, de noodzaak voor kabels en leidingen en richtlijnen voor verkeersveiligheid maken dat de bomenlaan sterk onder druk is komen te staan. Dit is terug te zien in kwaliteit van de bomenlaan. De bomenlaan kent grote gaten, een grote diversiteit aan leeftijden, plant- en randafstanden etc. De aanliggende parallelweg is door de jaren heen ook deels aangeplant. Alles bij elkaar is sprake van rommelig en onsamenhangende groenstructuur.
De onsamenhangende groenstructuur is te herleiden aan het ontbreken van een landschapsvisie. (27-03-2017, provincie Gelderland) 
Genoemde oorzaken van de gaten in de bomenlaan: wegen werden verbreed, kabels en leidingen moesten in de grond, en de richtlijnen voor de verkeersveiligheid werden almaar strenger. 
Gevolg van al deze menselijke ingrepen in het verleden: de kwaliteit van de bomenlaan is achteruit gegaan.
We zagen dat oude bomen geofferd werden voor onder meer verkeersveiligheid, de noodzaak van bredere wegen of nieuwe kabels en leidingen.

Tot zover klopt de redenering.
Ook voor de constatering dat er sprake is van een 'rommelige en onsamenhangende groenstructuur' valt iets te zeggen.
Maar dan volgt de klapper: 'de onsamenhangende groenstructuur is te herleiden tot het ontbreken van een landschapsvisie'. 
?!
Werd er niet enkele regels eerder gesteld dat de gatenkaas veroorzaakt was door toenemende druk op de inrichting van de wegberm? (verkeersveiligheid, bredere wegen, kabels en leidingen, enzovoort?)
En nu is het ontbreken van een landschapsvisie ineens de oorzaak van de 'rommelige' lanen!


Vrij vertaald:
'Je mag onderzoeken wat je wilt, als je maar tot deze conclusies komt'.
Cartoon verkregen via internet

Dit is géén wetenschap.
Hier is niet eens een poging gedaan tot controleerbaar, systematisch, logisch, feitelijk en/of objectief onderzoek.
De oplossingen die voortkomen uit een dergelijke onderzoeksaanpak kunnen dan ook niet anders dan schijnoplossingen zijn...

P3: Landschapsvisie: een kwestie van schaal
De oplossing voor de in P2 genoemde 'rommelige groenstructuur' blijkt verrassend eenvoudig: een 'landschapsvisie'. 
Dit klinkt gelukkig ingewikkelder dan het is, want de genoemde landschapsvisie blijkt op minder dan één A4-tje te passen.
De landschapsvisie komt erop neer dat de autonome, symmetrische én eenduidige bomenlaan als eindbeeld (doel) wordt omschreven:
Symmetrie vormt een belangrijk component om de samenhang in de bomenlaan te herstellen. De landschapsvisie zet in op een bomenlaan langs de hoofdrijbaan en een enkele bomenrij langs de parallelweg. De nadruk wordt zo opnieuw op de hoofdrijbaan gelegd. De enkele bomenrij langs de parallelweg zorgt ervoor dat de parallelweg ondergeschikt is aan de hoofdrijbaan, maar wel een ruimtelijke eenheid vormt met de weg. Gezamenlijke versterken de hoofrijbaan, parallelweg en begeleidende beplanting het autonome karakter van deze ontsluitingsweg.(27-03-2017, provincie Gelderland)
Kortom: van gatenkaas via kaalslag naar de aanplant van nieuwe bomen langs de hoofdrijbaan.
Omdat de oude bomenlaan er vroeg of laat overal aan zal gaan, zijn er nieuwe middelen nodig om de 'nadruk' op de 'hoofdrijbaan' te leggen, namelijk 'symmetrische' herplant van jonge bomen en kap - en indien mogelijk verplanten - van de helft van de bomen langs de parallelweg.
Deze visie blijkt niet uitsluitend te dienen als 'inspiratiedocument', maar ook als 'toetsingskader voor kap- en herplantmaatregelen'.
Dit betekent dat dit document een aanzienlijke invloed zal gaan uitoefenen op het beleid.
Het is dus geen overbodige luxe om er even iets dieper op in te gaan.

Hieronder bovengenoemde landschapsvisie in beeld: van gatenkaas (de huidige toestand) naar statige symmetrie (de visie): 


Landschapsvisie, afgezet tegen 'huidig' beeld (27-03-2017, provincie Gelderland)
Helaas is deze weergave niet helemaal in overeenstemming met de feiten.
Dit is vooral een kwestie van schaal: toch geen onbelangrijk detail in de beleving van het landschap (denk aan de afmetingen van moderne boerenschuren of windmolens).
Ter illustratie van het belang van schaal twee plaatjes, waarbij het eerste plaatje staat voor de 'huidige' toestand, en het tweede plaatje voor de hierboven geformuleerde 'visie':



Een 365 jaar oude zomereik in New Jersey, afbeelding verkregen via: New Yersey Herald
Zomereik van een kweker: ongeveer het (betaalbaar) formaat zomereik dat gewoonlijk wordt herplant ter vervanging van gerooide bomen.
Afbeelding verkregen via: Tenhoven bomen

Toegegeven: de boom op het bovenste plaatje is wel érg oud, namelijk 365 jaar. 
Maar zo oud zouden deze laanbomen wel kúnnen worden, als we ze nóg eens 150 jaar met rust laten.
Zoals gewoonlijk zegt een cartoon meer dan duizend woorden: 


Vrij vertaald: "...geheel in overeenstemming met onze grote betrokkenheid bij het milieu, planten we nu meer bomen aan dan we hebben gerooid".
 Cartoon verkregen via internet.

Hoe dan ook: de in de bovenste laan getekende stippen, onder 'visie', geven het formaat bomen weer dat onze achter-achter-achter-achter-achter-achter-kleinkinderen misschíen ooit te zien zullen krijgen, áls ze geluk hebben.
Dat laatste moet er wel bij, aangezien de meeste bomen in de huidige tijd zelfs de dertig niet halen.
Want dan moet er al lang weer een set kabels of leidingen worden vervangen.


Landschapsvisie, afgezet tegen 'huidig' beeld (27-03-2017, provincie Gelderland)

Ik bekijk bovenstaande tekening nog eens.
Bij nadere beschouwing blijken de makers van de landschapsvisie best kleine stippeltjes te kúnnen tekenen!
In de weergave van de 'huidige' toestand is immers ook een verschil gemaakt tussen de oude bomen en de bestaande jonge aanplant er tussen in.
Helaas blijken al deze bomen wél op de verkeerde plek te staan.
Dit in verband met de 'obstakelvrije' berm, die eist dat oude bomen worden gekapt, en jonge bomen, waar mogelijk, worden verplant.
Verkeersveiligheid was immers wel de aanleiding voor dit beleidsrapport!
Zie de eerste regel van het rapport: 'Een kwart van alle dodelijke ongevallen op provinciale wegen wordt veroorzaakt door een aanrijding met een boom'. 


Afbeelding verkregen via internet (Mogelijk PvdD?)

Toch zijn de bedenkers van deze landschapsvisie niet helemaal de weg kwijt.
Zo lijken zij zich te realiseren dat het wegvallen van de oude bomenlaan een probleem oplevert in de hiërarchie met de parallelweg.
Ineens zijn de bomen langs de parallelweg nota bene ouder dan de bomen langs de hoofdweg, de N319.
Oplossing (niet verrassend): kappen.
In dit geval kap van de bestaande boompjes langs de parallelweg (zie onderstaande afbeelding, rechts in beeld), om de 'autonomie' van de hoofdweg in stand te houden. 
Dat de beleidsmakers de 'autonomie' van de hoofdweg (begeleid door anderhalve eeuw oude bomen) eerst eigenhandig om zeep zullen helpen, wordt vanzelfsprekend niet benadrukt.


N319, traject 130, 'oude bomenlanen begeleiden ook nu nog de N319'


P4: Over het creëren van draagvlak
Ondanks de dodelijke ongevallen waarbij bomen als hoofdschuldige worden aangewezen schijnt een beperkt - maar klaarblijkelijk uiterst hardnekkig - deel van de bevolking er maar niet aan te willen dat al deze prachtige oude bomen moeten worden opgeofferd voor... het verkeer.
Bijvoorbeeld omdat zij, om allerlei uitstekende redenen, waarde hechten aan een groot aantal vitale(!) zomereiken van anderhalve eeuw jaar oud.


'Honderden jaren oud en nog altijd niet gekapt...'
'We leven boven onze stand...'
Cartoon verkregen via internet.

Maar bijvoorbeeld óók omdat er in de ogen van deze betrokken en verantwoordelijke burgers andere en zelfs bétere maatregelen zijn om het aantal verkeersdoden omlaag te brengen.
Niet toevallig merken enkele aan de werkgroepen deelnemende burgers op dat een kale wegberm mensen juist zou kunnen inspireren om nóg harder te rijden dan ze toch al deden.
Veronderstel dat deze dwarsliggers een aanzienlijk deel van de bevolking op andere gedachten zou kunnen brengen?!
Dan zou de p*****s zomaar kunnen uitbreken!


Vrij vertaald: 'Stop de bomenkap'.
Cartoon verkregen via internet

Kortom: om het leeuwendeel van de bevolking duurzaam in slaap te sussen lijken aanvullende argumenten noodzakelijk, bij voorkeur van geheel andere aard.
Dit in het kader van de aloude wijsheid: je moet altijd meerdere redenen hebben om iets te doen.
Niet (uitsluitend) de nadruk leggen op verkeersdoden dus, maar bijvoorbeeld óók (juist) op het stokpaardje van de hardnekkigste dwarsliggers: het landschap!
Tenminste: zo lijken de samenstellers van het rapport geredeneerd te hebben.

P5: Waarover niet gesproken wordt
Het moet gezegd dat oude bomen, in het bijzonder langs wegen, gemeenten op termijn meer geld kosten dan kap - waarbij de houtopbrengst (oude eiken!) tenminste een deel van de kosten dekt - en vervanging van jonge boompjes. 
Oude bomen moeten immers onderhouden worden, en als er bij een hevige storm enkele bomen omwaaien, kan de doorgaande route soms dagenlang niet worden gebruikt.
'Wie dan leeft, wie dan zorgt', zullen de onverantwoordelijke lieden die al deze eiken lang geleden hebben aangeplant hebben gedacht. 
Met kleine boompjes heb je die problemen allemaal niet!


Vrij vertaald:
'Hallo ik ben Joekel.
Ik hoorde dat monumentale bomen een speciale status krijgen.
Om niet te worden vernield!
Klinkt goed. Ter info: ik ben al 110 jaar oud.'
Cartoon verkregen via internet

Over de onderhoudskosten van oude (laan)bomen wordt in dit rapport echter met geen woord gerept.
De overheidssubsidies zijn minder riant dan vroeger en door de decentralisatie zijn gemeenten nu zelf verantwoordelijk.
Dit probleem wordt echter wél benoemd in een interessant rapport - 'Geld verdienen aan bomenbeleid, kan dat?' - over de gemeente Lochem, in depot bij de universiteit Wageningen:
We gaan planmatig, ook gezonde bomen oogsten zodat we met die opbrengsten ons onderhout te [sic] financieren. (p.47)
Ook hier blijkt 'draagvlak' overigens een probleem. 
Hoewel grootstedelijke burgers volgens dit rapport mondiger zijn, verwacht men dat ook Lochemse burgers 'hun mondje zullen roeren' zodra er laanbomen gekapt zullen worden.
In het algemeen kunnen we echter een nieuwe tweedeling verwachten binnen Nederland, en niet alleen omdat burgers niet overal even mondig zijn.
Binnen rijke gemeenten als Wassenaar, Aerdenhout of Laren kunnen oude lanen financieel gezien grotendeels behouden blijven, maar in de armere uithoeken van Nederland wordt dit een probleem.
Zo worden oude bomen langzaam maar zeker een luxe voor de elite.


Vrij vertaald: 'De rijken worden rijken en de armen... krijgen hun deel'.
Cartoon verkregen via internet

P6: De commissie speelt voor God
Interessant in dit verband is bijvoorbeeld de volgende passage (over compartiment I):

Het huidige stadium van de bomenlaan is te categoriseren als matig. Dit compartiment bestaat uit een bomenlaan met bomen daterend uit ongeveer 1875 en enkele relatief jonge bomen. Op veel plekken zijn er gaten in de laan ontstaan. Deze zijn lokaal soms aangevuld met nieuwe relatief jonge eiken. De jonge eiken zijn op wisselende afstand van de rijbaan geplant, soms ook binnen de obstakelvrije zone. Het aanplanten van nieuwe jonge bomen is alleen wenselijk als de bomenlaan in zijn geheel wordt vervangen. De jongere bomen die er nu staan kunnen mogelijk verplant worden. 
(27-03-2017, provincie Gelderland)
Zoals eerder geconstateerd bij P2 is ook hier sprake van een onontwarbare oorzaak-gevolg relatie.
Want de zin: 'aanplanten van nieuwe jonge bomen is alleen wenselijk als de bomenlaan in zijn geheel wordt vervangen' lijkt compleet uit de lucht te vallen.
We moeten maar raden dat deze conclusie voortkomt uit ('geïnspireerd' is door) de eerdergenoemde 'landschapsvisie', die bovenal waarde hecht aan de 'autonomie' van de weg.
Favoriet middel om dit doel te bereiken is symmetrie.
Dat komt mooi uit, want zo heeft de individuele boom - al is ie dan toevallig 150 jaar oud, en bovendien telg uit het geslacht met de allerhoogste natuurwaarde (de zomereik) - geen enkele op zichzelf staande waarde.
De door mensen op een achteloze namiddag in elkaar geflanste (want opvallend magere!) landschapsvisie daarentegen lijkt zo ongeveer voor God te spelen. 


Vrij vertaald: 'We wilden alleen maar even weten z'n leeftijd checken...'.
Cartoon verkregen via internet.

God wikt en beschikt en heeft, in dit geval, (buitengewoon pragmatisch!) besloten om vrijwel uitsluitend waarde te hechten aan 'de autonomie van de weg' en aan 'symmetrie'.
Natuur, milieu en ecologische waarden worden in deze landschapsvisie dus volledig buiten beschouwing gelaten en op een zijspoor gerangeerd.
Dat wil zeggen: geparkeerd onder het nogal plichtmatig aandoende tussenkopje 'ecologie' waarin vooral sprake is van de noodzaak 'ontheffingen' te verkrijgen en pleisters te plakken (zoals tijdelijk vleermuiskasten ophangen om het wegvallen van hooggelegen vliegroutes te compenseren?!).
Linksom of rechtsom: die 'obstakelvrije' berm moet en zal er op termijn komen!

P7: Over het stellen van de juiste vragen
Zoals vaker blijkt het stellen van de juiste vragen in dit rapport het halve werk: 

Vraag 3: Is het vanuit landschappelijk oogpunt wenselijk om bomen te kappen om zo de bomenstructuur ook in de toekomst in stand te houden? "Nee, 19%", "Ja, 81%"
(27-03-2017, provincie Gelderland)

In de echte wetenschap wordt het stellen van zinnige survey-vragen gewoonlijk ingegeven door gedegen literatuuronderzoek en een daaruit voortvloeiende, door bewezen feiten ondersteunde, theorie.
De bovenstaande vraag naar de wenselijkheid van kap vanuit landschappelijk oogpunt lijkt in dit rapport, met als directe aanleiding een groot aantal verkeersdoden op provinciale wegen, echter volkomen uit de lucht gegrepen. 
Tenzij je de mensen met opzet een beetje... tja... om de tuin wilt leiden?
Of zelfs wilt verleiden tot bepaalde gewenste uitspraken?
Ik zie de koppen naar aanleiding van dit onderzoek in - bijvoorbeeld - De Telegraaf al voor me: "81% BURGERS STEUNT MINISTERSPLANNEN BOMENKAP N-WEGEN".

Neem de volgende survey-vraag uit het rapport: 


"Vraag 2: Eigenaren moeten belangrijke stem krijgen in kappen van 'zichtbelemmerende' bomen langs hun uitrit. Ja: 87%, Nee 13%" (27-03-2017, provincie Gelderland)
Iedereen met enig psychologisch inzicht weet dat eigenaren per definitie altijd en overal een stem in willen hebben.
De meeste mensen houden best van bomen, tenzij er vogelpoep op hun eigen auto valt, of de boom hun eigen zonnetje belemmert.
Als iedereen per definitie onze groene longen zou beschermen, dan zouden er helemaal geen kapvergunningen nodig zijn.


Aanwezigen bij de 'werksessies', tevens respondenten voor het survey.
(
27-03-2017, provincie Gelderland)

P8: Statistiek voor beginners?
Gelukkig blijkt het, na herlezing, niet te gaan om survey-vragen, maar om vragen aan de aanwezigen bij de 'werksessies' (zie bovenstaande afbeelding).
Dat wil zeggen: een handjevol ambtenaren van de provincie Gelderland alsmede de gemeente Eelerwoude, plus 4 x 4 (maakt 16) 'omwonenden'.
Dit geeft echter wel te denken over de uiterst precies weergegeven percentages (81/87%).
Heb je voor dergelijke objectief en zelfs wetenschappelijk aandoende schijfdiagrammen met enige statistische relevantie niet minimaal honderd respondenten nodig?!

P9: Achteloosheid met betrekking tot eventuele ontheffingsplicht
Gelukkig blijken enkele natuurwetten zelfs voormalig staatssecretaris Henk Bleker te hebben overleefd.
Zo is er nog altijd een ontheffing nodig om bomen te kappen die, bijvoorbeeld, belangrijk zijn voor vleermuizen. 
Zelf zou ik zeggen: handjes af van dit soort bomen als je niet een heel dringende reden hebt. 
Vele vogel- en vleermuissoorten hebben het immers al moeilijk genoeg!

Maar de bovengenoemde ambtenaren zien dit anders.
Als 'negatieve effecten op vleermuizen niet zijn uit te sluiten' dan... lossen we dat op!
In zulke gevallen 'dient er een ontheffing voor vleermuizen aangevraagd te worden'.
Die evenals kapvergunningen in de overgrote meerderheid van de gevallen wordt verleend.
De provincie Gelderland: resultaatgericht én ambitieus, evenals minister Cora van Nieuwenhuizen!

Vrij vertaald: 'Mensen hebben ongetwijfeld vliegende haast om hun laatste bescherming tegen luchtvervuiling te vernietigen...'
Cartoon verkregen via internet.

O: Opvallend aan het rapport
Hieronder volgen enkele opvallende constateringen in het rapport

O1: De provincie Gelderland wil geen struiken
De minister stelt onder meer voor om 'enorm dikke bomen' langs N-wegen te vervangen door 'mooie struiken'.
Helaas blijkt de gemeente Gelderland hier niet zoveel in te zien.
Struiken moeten immers onderhouden worden (evenals, overigens, oude bomen).
Een ander nadeel van struikgewas is natuurlijk dat reeën de gewoonte hebben zich hierin overdag schuil te houden, onzichtbaar voor automobilisten.
Voor wie dode reeën langs de weg beschouwt als 'collateral damage': een aanrijding met een ree pakt nogal eens dodelijk uit.
Dit is dus een geval van de ene potentiële verkeersdode ('aanrijding met een obstakel') vervangen door de andere potentiële verkeersdode ('aanrijding met... een obstakel').
Dan is het wachten op de volgende 'obstakelvrije' ronde van de minister: reeën leveren potentieel gevaar op voor mensen, en moeten dus preventief worden geruimd!

O2: Hagen dan maar?
Het zou tenminste íets zijn om ter vervanging van bepaalde bomenrijen (hoge en brede) hagen aan te planten, zoals vroeger in grote delen van Nederland ('coulissenlandschap') gebruikelijk was.
Oude hagen vormen immers nestgelegenheid voor vogels en herbergen in het algemeen vele diersoorten.
Maar de oude hagen zijn langzamerhand juist allemaal verdwenen!
Reden: de onderhoudsgevoeligheid. 
Het is dan ook niet verrassend om in de aanbevelingen van het rapport te lezen dat de gemeente Gelderland 'terughoudend' is met hagen omdat deze 'relatief duur' zijn. 

O3: Een indrukwekkend relativeringsvermogen!
Gelukkig kent elke paragraaf over de respectievelijke compartimenten een tussenkopje 'ecologie'. 
Dat moet ook wel, vanwege die vermaledijde ontheffingsplicht.
In het algemeen blinken de makers echter uit in een soort blijmoedig relativeringsvermogen.
Maar eigenlijk bestaat de volgende passage over ecologie toch vooral uit wartaal.
Om onderstaande tekst van commentaar te voorzien heb ik de verschillende zinnen genummerd:
1) Ecologie Bomenrijen kennen hoge en specifieke natuurwaarden. Boombewonende soorten als vleermuizen en roofvogels zijn sterk afhankelijk van (omvangrijke) bomen en of lijnvormige laanstructuren. 2) Het aanpassen van bomenlaan naar een struweel en/of haag heeft invloed op de ecologische betekenis van de groenstructuur. 3) Daar waar soorten nu de boomtoppen gebruiken als verbindingsroute, zal het verplaatsen bij vervanging naar struweel veel dichter bij de grond/ bij de weg plaats vinden. 4) Het vervangen van een bomenlaan naar struweel/hagen tast het leefgebied van huidige soorten, maar creëert weer leefgebied voor andere soorten. 5) Daarbij hebben de boombewonende soorten minder last van verkeer dan soorten die aan struweel/hagen zijn gebonden. 6) Provincie is voorzichtig met het plaatsen van struweel langs wegen in verband met het vroegtijdig signaleren van overstekend wild. (27-03-2017, provincie Gelderland)
Ad 1) Eens, even afgezien van de zinsopbouw en grammatica
Ad 2) Kan niet ontkend worden inderdaad, eens.
Ad 3) Dit klopt niet. Soorten die gewend zijn om boomtoppen te gebruiken als verbindingsroute, verdwijnen domweg voorgoed zodra zij aangewezen zijn op struikgewas.
Ad 4) Gelukkig lijken de samenstellers dit (3) te beseffen. Maar hier stuiten we op blijmoedig optimisme: sorry roofvogels, sorry vleermuizen (en de rest: zie (nogmaals) de hoge natuurwaarde van de eik!), zoek het uit!
Tenminste (helaas, pindakaas!) in dít gebied, tenminste de éérstkomende tientallen jaren.
Een dingetje nog, lieve vogels en vleermuizen: ook in de rest van de land zullen jullie het moeilijk krijgen, want de recente ministersplannen hebben helaas niet uitsluitend betrekking de provincie Gelderland!


Cartoon verkregen via internet

Ad 5) Helemaal eens! Maar dit is wel een heel plotselinge overgang. Vermoedelijk moest deze zin, die in dit verband volkomen uit de lucht gegrepen lijkt, er tóch even tussen. Bijvoorbeeld om het geweten te sussen, of om te benadrukken dat wij als provincie 'alles hebben meegenomen' in onze (hier en daar bijna Goddelijk aandoende) 'afweging'.
Voor de goede orde: niet 'boombewonende' soorten zullen wij, in het geval van struikgewas, in nóg grotere aantallen langs de weg zien liggen dan nu al het geval is.
Ad 6) Helemaal eens! Gelukkig blijken de samenstellers van het rapport zich hiervan (zie 5) eveneens bewust!
Zo komt nu al - nog zónder noemenswaardig struikgewas langs doorgaande wegen - jaarlijks ongeveer tien procent van de reeën-populatie om door het verkeer.
Hoe hoog zal dat aantal worden mét 'struweel' ?
Nogmaals: een aanrijding met een volwassen ree is niet zelden dodelijk.

Een vergelijkbare relativerende achteloosheid is terug te vinden in de volgende passage: 

Er is echter één boom met A-status in dit traject. De kap van één enkele laanboom heeft nauwelijks impact op de laanstructuur. Het betreft hier zeer oude omvangrijke eik. Haalbaarheid van de kap van deze boom dient verder bekeken te worden. Voorlopige conclusie die getrokken wordt is dat de boom met de A-categorisering wordt gekapt, mits op basis van een nieuw veldbezoek de noodzaak opnieuw wordt bevestigd. (27-03-2017, provincie Gelderland)
A-status: zeer vitaal, op leeftijd, beeldbepalend, monumentaal, enzovoort. 
Wat wordt er eigenlijk bedoeld met 'haalbaarheid'?
Vermoedelijk zoiets als: draagvlak creëren.
Anders gezegd: eventuele dwarsliggers duurzaam - of tenminste tot het zo cruciale kapmomentje (ach, twee of drie minuutjes maar, met de modernste machines!) - het zwijgen opleggen.
Hieronder nog maar eens een plaatje van zo'n 'zeer oude omvangrijke eik'.
Dit soort reuzen is helaas uiterst zeldzaam geworden in Nederland:


Voorbeeld van een 'zeer oude omvangrijke eik': een 365 jaar oude zomereik in New Jersey.
Afbeelding verkregen via: 
New Yersey Herald