Posts tonen met het label Publicaties. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Publicaties. Alle posts tonen

dinsdag 17 juli 2018

Dagblad van het Noorden: 'Staatsbosbeheer legt bomenkap dorpsbos Kruisweg stil'


Dagblad van het Noorden, 17 juli 2018, 
Koos Bijlsma

Vandaag in het Dagblad van het Noorden: de kap te Kruisweg (Kloosterburen) stil gelegd.
Ik word met naam en toenaam geciteerd, dus nu weet de lezer ook meteen wat de echte naam van Blogwachter is.


Dagblad van het Noorden, 17 juli 2018, 
Koos Bijlsma

Eén opmerking in het artikel klopt overigens niet: wij zijn niet 'tegenover' (schuin tegenover!) het bos komen wonen omdat wij van vogels houden. 
Al houden we natuurlijk wel héél veel van vogels. 
We zijn hier komen wonen omdat we deze streek prachtig vinden.
De oplettende lezer heeft natuurlijk ook al 'uitgevogeld' dat ik nog niet officieel in het dorp woon ('de Rotterdamse weekendbewoonster').
Mijn man overigens wel.

Maar wat gaat er nu gebeuren?
Ik ben er gewoon beduusd van.
Voor mij kwam dit ook volkomen onverwacht.
Hoewel ik heel blij ben, ben ik - eerlijk is eerlijk - óók een beetje bezorgd.
Want het is wel zeker dat een aantal mensen om zo te zeggen 'not amused' zal zijn.
En 't is wel een dorp, met alle sociale druk van dien.

Hoe zal de reactie zijn van Staatsbosbeheer?
En wat is er precies aan de hand met die ontheffingen?
Hoe dan ook hoop ik van harte dat hier - landelijk gezien - een afschrikwekkend effect van uit gaat.
Voor iedereen - instanties, particulieren - die zonder heel goede reden, of op een weinig zorgvuldige manier, (oude) bomen kapt. 
Want er bestaan blijkbaar nog altijd natuurwetten, waar zelfs grote en invloedrijke organisaties zich aan dienen te houden.

Bomenridders, bedankt!

dinsdag 10 juli 2018

De gemeente Loppersum, 'zuinig op haar bomen'?

De gemeente Loppersum houdt van bomen.
'We kunnen niet zonder bomen', aldus de gemeente, want 'bomen zijn van levensbelang'.
Om die reden krijgen de bomen een hele pagina, van de gemeente Loppersum, in de Ommelander Courant.
Een zogeheten 'bomenspecial'.
Een hele eer! 


Bomenspecial Loppersum editie 6 juni 2018

Maar helaas houdt de gemeente Loppersum niet van roeken.

Want roeken maken herrie en moeten dus weg: 


Ommelander Courant, 2017

Ongelukkig genoeg nestelen roeken - groepsgewijs nog wel - in (hoge) bomen.

Helaas, pindakaas: dan moeten die bomen (pechvogels, net als de roeken) dus, tja... eveneens weg.
Nu ja, 'weg': de bomen worden 'dusdanig gesnoeid dat opnieuw nestelen wordt tegengegaan': 


Ommelander Courant, 2017

Wat houdt 'dusdanig snoeien' in de praktijk eigenlijk in?

Nieuwsgierig geworden, neem ik eens een kijkje in Loppersum.
Op 18 maart 2018 trof ik, aan de Wijmersweg, onder meer deze boom, waarin drie nesten:


Loppersum, Wijmersweg, 18 maart 2018.
Foto Blogwachter.

Maar of dit nesten van roeken zijn kan ik als leek natuurlijk niet beoordelen.
Hoe dan ook: ze bevinden zich opvallend dicht bij elkaar, wat typisch is voor roeken en andere kraai-achtigen.
Veel andere bomen in dit bos zijn op dat moment al wél gekapt, hoewel vermoedelijk in verband met de essentaksterfte.
Zoals gewoonlijk zijn ook hier vooral de dikste bomen gekapt, waaronder opvallend veel niet-essen: 


Loppersum, Wijmersweg, 18 maart 2018.
Foto Blogwachter.


Zaten hier ook al roeken-nesten in?
In ieder geval zijn vrijwel alle oude en dikke niet-essen in de zone langs de Wijmersweg om onduidelijke redenen geheel verwijderd.
Of, zo je wilt, 'gesnoeid' tot aan de grond:


Loppersum, Wijmersweg, 18 maart 2018. 
Foto's Blogwachter.

Slechts een enkele reus heeft mazzel en krijgt, hoewel behoorlijk verminkt, een tweede kans:


Loppersum, Wijmersweg, 18 maart 2018. 
Foto Blogwachter.

Wat je noemt een ontmoedigingsbeleid voor roeken.

En natuurlijk voor bomen. 
Maar ook een beetje voor alle andere vogels in dit bos, en voor vleermuizen, en voor reeën, en voor egeltjes...
Voor mensen zelfs, als je het mij vraagt.
Want verder trof ik in dit bos de gebruikelijke, nogal ontmoedigende ravage aan: 


Loppersum, Wijmersweg, 18 maart 2018. 
Foto Blogwachter.

Toegegeven: dit zijn (waren) wel essen.

De gemeente Loppersum en Staatsbosbeheer: 
een ijzersterk duo!
Evenals elders lijkt er te Loppersum minder haast te worden gemaakt met de kap van de dunnere maar zwaarder aangetaste of zelfs dode (en dus voor de directe omgeving levensgevaarlijke) essen dan met de dikkere (niet)essen:


Loppersum, Wijmersweg, 18 maart 2018. 
Foto Blogwachter.

Want de overduidelijk morsdode bomen op bovenstaande foto stonden er allemaal nog, 

tenminste op 18 maart.
Als het verhaal erachter maar goed is, zullen we maar zeggen.
En dát zit wel snor: 'De gemeente Loppersum is zuinig op haar bomen', aldus de - naar eigen zeggen - 'groene' gemeente Loppersum, 'en doet er alles aan om haar bomenbestand gezond te houden'.
Dat is tenminste een geruststelling:


Bomenspecial Loppersum, editie 6 juni 2018

Toch staan er wel wat gekke dingen in bovenstaand verhaal.

Sinds wanneer kunnen bomen bijvoorbeeld hooguit 70 jaar oud worden?
Hoe komt de gemeente Loppersum eigenlijk aan dergelijke dubieuze 'feiten'?
Zelfs relatief kort levende bomen, zoals de populier, kunnen minimaal 80, tot 150 jaar oud worden.
Laat staan eiken, die zelfs vele honderden jaren oud kunnen worden.
Ook volgens NRC worden veel boomsoorten beslist ouder dan 50 á 70 jaar. 
De oudste boom ter wereld is zelfs bijna duizend jaar!
Maar die staat niet in Loppersum.
Nu niet en nooit niet.
Dit omdat Loppersumse bomen, onder meer, 'wortelopdruk' kunnen veroorzaken.
De gemeente Loppersum spreekt zelfs van 'ernstige wortelopdruk' zodra een stoep drie centimeter of zelfs meer door een wortel wordt opgedrukt:


Bomenspecial Loppersum, editie 6 juni 2018

Naast 'wortelopdruk' en broedende roeken veroorzaken de Loppersumse bomen allerlei andere vormen van overlast, waaronder bladafval, afbrekende takken, het aantrekken van 'hinderlijke insecten' en - o gruwel - het leveren van een overmaat aan schaduw:



Uit bomenspecial Loppersum

Ga er maar aan staan, als gemeente.

Ook zijn de bomen te Loppersum vanzelfsprekend, 
net als overal elders, in grote aantallen ziek, zwak of misselijk.
De 'bomenspecial' maakt onder meer melding van de essentaksterfte, de eikenprocessierups - gelukkig nog niet gesignaleerd te Loppersum - en de kastanjebloedingsziekte.
Zo zal op de begraafplaats in de komende jaren een twintigtal 'monumentale kastanjes' worden gerooid.
Zijn die kastanjes echt al allemáál ziek?!
Volgens een boswachter die ik sprak worden lang niet alle kastanjes door deze ziekte aangetast.
Wel scheelt de kap van monumentale bomen natuurlijk een hoop gedoe op zo'n begraafplaats.
Denk aan 'grafopdruk', vallende blaadjes die moeten worden afgevoerd, enzovoort.
In dat geval zijn de raven - pardon, roeken - gaar:


Cartoon verkregen via internet

Voorkomen is beter dan genezen, zal de gemeente Loppersum gedacht hebben!


Kortom: hoewel kappen in geval van overlast - opdrukken van wegen en stoepen, vallende takken - als laatste optie wordt genoemd, en bomen slechts 'in het uiterste geval' door de gemeente worden verwijderd, hou je als echte  bomenliefhebber je hart vast, tenminste voor die arme bomen te Loppersum.

Al is het maar vanwege de opvallend lage plaatselijke(!) levensverwachting.
De Zwarte Zwadderneel (Marten Toonder), nooit zonder een plaatselijk buitje boven het geplaagde hoofd...

maandag 5 maart 2018

"Groninger Kleibossen", door Albert-Erik de Winter. Boek, 2015.


Gelukkig blijk ik niet helemaal alleen te staan in mijn - toegegeven: wat 'bezitterige' - liefde voor de Groningse kleibossen.  
In 2015 is er zelfs een boek over de kleibossen gepubliceerd: "Groninger Kleibossen, Groene parels in het agrarisch cultuurlandschap", samengesteld en geschreven door Erik-Jan de Winter.
Op de afbeelding hierboven zijn enkele pagina's uit dit boek te zien, met foto's van in de kleibossen gangbare vogel-, vlinder- en andere (dier)soorten.
Op onderstaande afbeelding de kaft van het boekje:

"Groninger Kleibossen. 
Groene parels in het agrarisch cultuurlandschap", 
door Albert-Erik de Winter.

Tien uiteenlopende en ogenschijnlijk willekeurige gekozen Groningse kleibossen worden tot in detail - omgeving, ontstaansgeschiedenis, bijzondere kenmerken - belicht en beschreven.
Maar het aantrekkelijk vormgegeven boekje, met vele afbeeldingen van de voorkomende dier- en plantensoorten, bevat ook de nodige algemene informatie. 
Het voorwoord is - interessant! - geschreven door het Groningse provinciehoofd van Staatsbosbeheer, Rieks van der Wal:

"Ik ben ervan overtuigd dat dit boek ervoor zorgt dat de dorpsbossen en landschapselementen de waardering en zorg krijgen die ze verdienen. [...] Een belangrijk hulpmiddel voor verantwoorde besluitvorming. Voor Staatsbosbeheer als beheerder van een groot deel van deze bossen een extra stimulans om, ook in tijden van bezuinigingen, door te gaan met het verzorgen en beheren van deze terreinen. Het is goed om te merken dat dit in toenemende mate gebeurt in samenwerking met de inwoners van de dorpen. Een teken dat de bossen en elementen een vaste waarde zijn gaan vormen in de samenleving. Dat is de beste garantie voor het behoud van de waarden die zo treffend door Albert-Erik de Winter zijn ontsloten."

Dit is een héle geruststelling!
Want wie de in 2017 begonnen kap, op die percelen van de Groningse kleibossen waarin essen oververtegenwoordigd zijn, op de voet volgt zou zomaar de indruk kunnen krijgen - als ie niet beter wist - dat Staatsbos'beheer' momenteel meer met oogsten bezig is dan met, tja, beheren.
Of, voor wie de dingen graag bij de naam noemt, vooral met vernietiging, sloop, destructie, afbraak, dood, verderf, enzovoort.
Anders gezegd: zich bezig houdt met én (hoofd)verantwoordelijke is voor een ecologische ramp op het Hogeland.
En dit niet uitsluitend omdat de essen ziek zijn.
Want ook veel andere soorten gaan er immers nodeloos onder de slopershamer (excuus, ik dwaal af).

Cartoon verkregen via internet.

Anyway: Kleibossen eentonig?
Niet volgens Jan-Erik de Winter, de auteur van het mooie en interessante boekje (p.12):

"Door de voedselrijke gronden hebben de kleibossen juist een grote diversiteit aan boom- en struiksoorten en zijn ze erg structuurrijk." 

Neem alleen al de vele soorten bomen.
Soms aangeplant, maar veel vaker aangewaaid (p.18):

"Zwarte els, esdoorn, zomereik, boswilg, populier, meidoorn, hazelaar, lijsterbes, vlier, sleedoorn en Gelderse roos."

Hieronder een afbeelding van de sleedoorn, bloeiwijze en vrucht:



En dan de vogels: de op pagina 22 genoemde grote bonte specht, gaai, vink en sperwer zijn allemaal te vinden in het relatief kleine en monotone dorpsbos te Kruisweg, dat in het boekje niet wordt uitgelicht.
Maar (p.26) er is veel meer:

"In de kleibossen zijn inmiddels meer dan zestig broedvogelsoorten aangetroffen. Soorten als fitis, grasmus, kneu, bosrietzanger en fazant worden vooral aangetroffen in jonge loofbossen. Door de weelderige groei van kruiden barst het in deze bossen van de zaden en insecten die door deze vogels gegeten worden. Naarmate de bossen ouder worden [...] wordt langzamerhand hun plaats ingenomen door ‘echte’ bosvogels."

Fitis?
Die zoeken we op:


Fitis. Afbeelding verkregen via de Vogelbescherming.

Maar er vliegt nog meer in de Groningse kleibossen, zoals vele soorten Libellen (p.36):

"Het noordelijk zeekleigebied is van origine arm aan libellen en waterjuffers. [...] Opvallend in dit verband is de soortenrijkdom aan libellen in een aantal kleibossen. Kenmerk van deze bossen is dat hier waterelementen met structuurrijke overvegetaties te vinden zijn. Inmiddels zijn bij deze bosvijvers en –poelen al meer dan dertig libellensoorten aangetroffen. Onder deze soorten fraai gekleurde exemplaren zoals platbuik, bloedrode heidelibel, gewone oeverlibel, vuurlibel en viervlek."

Bloedrode heidelibel. 
Afbeelding verkregen via Wikipedia

En natuurlijk vlinders (p.44):

‘meer dan twintig soorten dagvlinders waargenomen. Enkele van deze soorten zijn dagpauwoog, kleine vos, atalanta, gehakkelde aurelia, landkaartje en bont zandoogje. Kruidenrijke bosweiden en structuur-rijke bosranden in deze bosjes zijn ideale vlinderbiotopen’

Het landkaartje, voorjaar (boven) en zomer (onder).
Afbeelding verkregen via Wikipedia

Zelf trof ik voorjaar/zomer 2017 in het dorpsbos van Kruisweg de (nacht)vlinders op onderstaande afbeelding aan, in innige omhelzing.
Gróót waren ze, en de ene (links in beeld) sleepte de ander voort, waar helaas niet veel leven meer in leek te zitten.
Heel voorzichtig heb ik de twee naar het gras verplaatst, want er kon elk moment iemand overheen fietsen.

Kolibri(e)vlinders? Foto Blogwachter, 2017, dorpsbos te Kruisweg

Volgens een voorbijgangster ging het hier om kolibri(e)vlinders.

Ik vond ze zo bijzonder dat ik er zelfs een filmpje van heb gemaakt.

In oudere bossen blijken bovendien veel soorten varens en bijzondere planten te gedijen (p.40):

"Naarmate de bossen ouder worden en zich een humuslaag gaat ontwikkelen, kunnen varensoorten als brede stekelvaren, mannetjesvaren of zelfs dubbelloof en eikvaren worden aangetroffen. Naast de bosvegetaties zijn ook bloemweiden en oevers rond waterpartijen door extensief beheer [...] vaak erg interessant. Rietorchis, ratelaar, paarse morgenster, echte koekoeksbloem, veldlathyrus, vogelwikke, grote kaardenbol en heelblaadjes, het is een kleine greep uit de bloemenpracht die hier plaatselijk voor kan komen."

Toegegeven: de rietorchis hebben we in Kruisweg écht niet, want die was me zeker opgevallen:

Rietorchis, afbeelding verkregen via Wikipedia

Kortom (p.52):

“In de verder (vaak) intensief gebruikte akkers en weilanden zijn deze bosjes groene oases die barsten van het leven. De bosjes zijn van betekenis voor een grote variatie aan planten en dieren. Dagvlinders, reeën, sprinkhanen en diverse soorten zangvogels, het is slechts een kleine greep uit de biodiversiteit van deze bossen."

Hier is inderdaad geen woord van gelogen.
En vergeet vooral de vleermuizen niet!
Want wie in de schemering van een zomeravond door het dorpsbos van Kruisweg wandelt ziet ze bijna altijd.
Het kan dan ook 'niet genoeg benadrukt worden': voor deze bossen moeten we zorgen!
Als bewoners, als overheid, en als verantwoordelijke instanties:

P62: "Kleibosjes worden door veel mensen gewaardeerd vanwege hun rust en natuurschoon. Dat de bosjes zo mooi zijn, is echter niet vanzelfsprekend maar het gevolg van zorgvuldig beheer en onderhoud."
(p.66) "De grote betekenis van de kleibossen op het gebied van landschap, natuur en recreatie, kan niet genoeg worden benadrukt. Het is daarom ook noodzakelijk dat het belang van deze bossen wordt gewaarborgd in de diverse ruimtelijke en omgevingsplannen."

Openheid en eerlijkheid - over de toekomstige resultaten, maar ook over de motieven achter de gekozen aanpak - lijken mij persoonlijk van het allergrootste belang.
Dus niet: welbewuste keuzes van Staatsbosbeheer - bijvoorbeeld vanwege een kostenplaatje - presenteren als 'onvermijdelijk'. 
Of burgers met al te optimistische, maar ogenschijnlijk 'deskundige' - want verkondigd door een 'professionele' organisatie - 'toekomstvisies' monddood maken.
Zodat ze pas kunnen gaan protesteren als het al te laat is.
Probleem: zelfs de snelstgroeiende bomen groeien zo verschrikkelijk langzaam!
Je bent tenminste een generatie verder om een struik/spriet te laten uitgroeien tot iets dat de titel 'Boom' waardig is.
Om uit te leggen wat ik bedoel grijp ik maar weer terug op de cartoonisten, die het zo kort en bondig kunnen zeggen:

Vrij vertaald: "geheel in overeenstemming met onze milieubewustheid planten nu MEER bomen aan dan we hebben geoogst". Afbeelding verkregen via internet.
Tja...
'Was het maar vast toekomst', inderdaad.

'O, was het maar vast toekomst'.
Sigmund, afbeelding verkregen via internet.