vrijdag 16 maart 2018

De wegwerpboom: over de 'waarde' van een populier

In het kleine dorpsbos te Kruisweg - helaas een betrekkelijke monocultuur van 'gekloonde' essen - staan gelukkig óók elf kerngezonde (op wat kale takken aan de stam na) en zo'n dertig á veertig jaar oude populieren.
Netjes op een rij, in een ongeveer vijfendertig meter brede beboste strook die twee grotere bospercelen met elkaar verbindt. 
Ingeklemd tussen twee grote privé-tuinen en een akker. 

Cartoon verkregen via internet

Fantastisch, die oude en bovendien kerngezonde bomen!
Zou je zeggen, als leek.
Zo blijft er toch nog iets van enige omvang bewaard, voor het beeld, het landschap en vooral: voor de in het bos levende vogels en vleermuizen. 
Wel staat één van de populieren in de geplande 'doorgangszone' van de harvester en is dan ook geblest (oranje stip).
De meest noordelijke populier heeft gelukkig netjes een blauwe stip ('toekomstboom').
De overige negen populieren zijn helemaal niet gemarkeerd. 
Wat de ingewijde, helaas, te denken geeft.
Tijdens eerdere excursies werd echter door boswachters nadrukkelijk aangegeven dat de negen 'ongebleste' populieren gespaard zouden blijven.
Maar bij een vergadering te Kruisweg, eind februari - aanwezig: vier boswachters van Staatsbosbeheer - bleek tot mijn verbazing dat alle populieren tóch gekapt zullen worden.
Aangegeven reden: na een jaar of dertig hebben populieren hun beste tijd wel gehad. 

Blogwachter zocht het uit.
Bij de Bomenstichting vond ik onder meer volgende informatie:

Hoewel populieren vaak al vroeg gekapt worden, kunnen ze behoorlijk oud worden. Uitbreken van takken is vaak een reden om de bomen te verwijderen. Dat is echter een natuurlijk proces bij populieren. Ze herstellen hiervan goed en maken veel nieuwe takken. [...]  Populieren zijn geschikt voor aanplant in open landschappen en op jonge bodems, langs rivieren en kanalen, in bossen en bedrijfsterreinen. Ze zijn wind- en soms zeewindbestendig.  [...] Levensverwachting: 80-150 jaar.
Kortom: de populier is een ideale boom voor een Groninger kleibos. 
Goed bestand tegen storm, in staat om een eerbiedwaardige leeftijd te bereiken, enzovoort.
En de populieren stáán er al, wat ook een groot voordeel is.
Herplant kost immers geld, en zo'n jong boompje doet er tientallen jaren over om weer enige omvang te bereiken.
Anders gezegd: in drie minuten heb je 'm om - het slopen gaat snel en 'efficiënt' - maar herstel heeft TIJD nodig.
En is dus minder eenvoudig:


Afbeelding verkregen via internet

Moeten uitgerekend 'leken' dit aan boswachters blijven uitleggen?
Als ik bij Staatsbosbeheer navraag doe over die populieren, krijg ik per e-mail de volgende reactie van een boswachter: 
De populieren zullen de storm kunnen overleven. Kwalitatief gezien (productief) hebben ze geen toegevoegde waarde. Als we opnieuw kunnen beginnen is dat beter, ervaringen van collega’s uit de polder is gewoon na 25- 30 jaar deel van de populier te vellen. We kunnen altijd deel populier terug planten. Ik zelf wil er graag naar toe om de helft van de populieren te sparen, dit moeten we bekijken op het moment dat de werkzaamheden bezig zijn, dan kunnen we altijd kijken hoe lijkt het landschappelijk en wat gaan we met de populieren doen. Misschien is de helft kappen de beste optie.
Met andere woorden: onzekerheid tot de laatste dag.
Onze populieren zijn 'loslopend wild' totdat de laatste harvester ons bos verlaten heeft.
Omdat we niets met zekerheid weten, heeft actie voeren echter geen zin.
Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat deze tactiek vaker wordt toegepast, en niet uitsluitend door Staatsbosbeheer (ook gemeenten hebben er een handje van).
De vage toezegging dat de helft mogelijk behouden kan blijven, maakt mijn ongerustheid niet echt minder.
De bomen staan acht á tien meter uit elkaar en lijken voorlopig meer dan genoeg ruimte te hebben.
Waarom zou de helft van de bomen er eigenlijk tussenuit gehaald moeten worden?
En welke garantie hebben we dát er nog een paar bomen zullen blijven staan?

Dan het zinnetje: 'Kwalitatief gezien (productief) hebben ze geen toegevoegde waarde'.
Dit is een wat cryptische, maar bijzonder veelzeggende passage.
Kan hieruit worden afgeleid dat ons bos tóch gewoon vooral (in de eerste plaats) een productiebos is?
Ondanks alle mooie woorden en goed geoliede PR van Staatsbosbeheer?
Met bovenstaand zinnetje lijkt bedoeld te worden dat een populier na pakweg dertig jaar de maximale 'waarde' heeft bereikt.
Dat kan wel kloppen, mits je zaken uitsluitend in economische termen bekijkt.
In dat geval is het net als met mensen eigenlijk.

Stel je hebt een jong iemand met, in aanleg, de nodige kwaliteiten.
Als overheid investeer je in een opleiding.
Na die opleiding doet deze jongeling enige jaren werkervaring op.
Om vervolgens de leeftijd van, laten we zeggen, dertig jaar te bereiken. 
Zoals bekend hebben we hier de ideale werknemer te pakken: jong, maar wél met enige jaren relevante werkervaring.
Oftewel: de kip met de gouden eieren.
Toegegeven: veertig kan nog nét.
Ergens tussen de dertig en de veertig ben je, als het puur gaat over productiviteit - zonder morren heel veel uren maken - de perfecte werknemer. 
Maar vijfenveertig wordt al een probleem, laat staan vijftig.
Want ja: net iets vaker ziek, iets duurder, of de rek is er een klein beetje uit.
Of wat al die werkgevers - ik kan niet in hun hoofden kijken - ook maar kunnen verzinnen.
Dat oudere werknemers weer over ándere - en minstens even waardevolle - kwaliteiten (ervaring, wijsheid) beschikken schijnt er nauwelijks meer toe te doen.

Net als met populieren eigenlijk.
Evenals mensen kunnen populieren minstens tachtig jaar oud worden
Levensbomen. 
Maar - óók weer net als bij mensen - zijn ze, puur economisch gezien, tegen die tijd nogal eens 'overbodig' verklaard.
Wegwerpmensen en wegwerpbomen: zodra je niet meer optimaal(!) produceert kun je 'gaan'.

Mensen willen in zo'n geval nog wel eens protesteren.Maar gelukkig kunnen we populieren die minder 'productief' dreigen te worden zonder pardon kappen.
Het beste moment: als ze ergens tussen de dertig en de veertig jaar oud zijn. 
Want 'middelbare' populieren kunnen - o gruwel, behalve voor vele dier- en plantensoorten natuurlijk - 'hol' worden van binnen.
En aan een holle boom heb je niet zoveel.
Tenminste niet als je het hout als 'oogst' wilt kunnen benutten.

Andere partijen, zoals bijvoorbeeld Rijkswaterstaat, geven dit in tegenstelling tot Staatsbosbeheer letterlijk toe:
De huidige populieren naderen het einde van hun levensduur, waardoor ze steeds vatbaarder zijn voor schimmels en parasieten. De populieren leveren nu nog kwalitatief goed hout op, dat goed kan worden hergebruikt. Bijvoorbeeld in pallets, multiplex, houtsnippers, klompen en meubelen.
Met andere woorden: je kapt de boom zodra ie oud genoeg is om voldoende hout op te brengen, maar nog niet zo oud dat ie hol wordt...
Want we vergeten het nog wel eens, in alle discussies over de enorme kosten die de essentaksterfte met zich meebrengt voor Staatsbosbeheer: hout brengt geld op, véél geld.
Hoeveel precies wil helaas niemand zeggen, ook Rijkswaterstaat niet:
De opdracht is meervoudig onderhands in de markt gezet. Vijf partijen hebben een offerte ingeschreven voor het contract met een waarde van een paar ton euro's. De contractmanager wil de precieze waarde niet bekendmaken, maar wil wel kwijt dat de kap ruim voldoende opbrengt voor de aanschaf en herplant van nieuwe bomen.
Het noemen van specifieke bedragen zou de burgers maar nodeloos(?!) ongerust maken nietwaar?
Zal er nog wel een oude boom in het land blijven staan, als kappen zó lucratief is?

Kortom: de term 'kwalitatief' wordt door hele en halve overheidsinstanties, en dus ook in de e-mail van onze boswachter, uitsluitend economisch gebruikt.
De ecologie wordt totaal niet meegenomen.
Alsof zo'n eerbiedwaardige populier geen andere (ecologische? landschappelijke? natuurgerelateerde?) waarde of kwaliteiten heeft.


De levensboom. Cartoon verkregen via internet.

Aan het grote publiek vertellen de boswachters echter een geheel andere verhaal. 
Op blogs en tijdens informatiebijeenkomsten wordt vooral de landschappelijke en ecologische waarde van het bos benadrukt.
En/of de cruciale functie voor de leefbaarheid in de dorpen.
Waarom geeft Staatsbosbeheer eigenlijk niet gewoon toe dat al die kleibossen in de eerste plaats productiebossen zijn?
Mijn vermoeden: ze zijn - onwillekeurig, ondanks zichzelf - een beetje bang.
Voor de publieke opinie, of zelfs voor 'muiterij', zoals een boswachter het noemde.
Want betrokkenen steken steeds vaker de koppen bij elkaar:
Pluk en de dieren in het bos. Afbeelding verkregen via internet.

Dit lijkt de reden dat dorpjes waar 'groen-' en/of 'bosgroepen' ontstaan van de boswachters zo opvallend veel aandacht krijgen .
In het weekend, 's avonds: niets lijkt de boswachters van het Hogeland teveel.
Vaak nemen ze zelf groepsgewijs (vier man/vrouw) deel aan voorlichtingsbijeenkomsten en vergaderingen.
Gelukkig blijken hun overuren (desgevraagd) uitbetaald te worden, want ik begon me bijna een beetje zorgen te maken over hun privéleven. 

Op internet vind ik vergelijkbare verhalen over populieren in de stad: 

Het is tegenwoordig heel gewoon geworden dat als er takken van bomen af kunnen waaien dat dan maar de hele boom weg moet. De gemeente zegt dan dat er boktorren in zitten, of ze zeggen de boom is versleten omdat hij 35 jaar oud is. Een beetje gelijk hebben ze wel, als er inderdaad boktorren in het hout gangen vreten dan is zo'n boom erg gevaarlijk. Maar meestal is dat helemaal niet het geval!!! Regelmatig oude en dode takken uit bomen zagen kost veel geld. Omzagen is veel goedkoper! De gemeente houdt de burgers stil door te beweren dat er boktorren in zitten . De burger heeft daar toch geen verstand van!! Ik heb het meegemaakt dat hier 23 z.g.n. zieke bomen omgezaagd werden, ook populieren, toen ze op de grond lagen was er slechts een ziek de rest kon zeker nog wel 30 á 40 jaar mee! Als je wilt protesteren dan beginnen ze al met zagen als je nog op het gemeentehuis staat. De burger is vaak volkomen machteloos en monddood gemaakt. Een populier afzagen om te knotten lukt vaak niet, of de boom gaat dood of er waaien later nog meer takken uit.
Zo schrijft een bezorgde stedeling. 
Iemand anders voegt hieraan toe dat gemeenten 'sinds ze aansprakelijk voor de schade zijn', geen enkel risico willen lopen. 
Ook Staatsbosbeheer lijkt het woord 'veiligheid' voor in de mond te hebben. 
Zo dragen de problemen met 'aansprakelijkheid' er óók nog eens aan bij dat er straks geen volwassen boom meer overeind staat.
Niet in de stad, maar zelfs niet in het bos.

Linksom of rechtsom, of het nu gaat om aansprakelijkheid of om een optimale 'kwaliteit' van de oogst ('productie'): als bezorgde burgers moeten we steeds vroeger opstaan om de welbespraakte en zorgvuldig geïnstrueerde vertegenwoordigers van Staatsbosbeheer degelijk onderbouwd en overtuigend van repliek te dienen.
Want we laten ons toch niet werkelijk 'monddood' maken, nietwaar?!

Monddood: drogredenen (valse dilemma's, enzovoort) voor zoete koek slikken; zonder vraagtekens, zonder nader onderzoek.
Monddood: accepteren dat elke discussie uitsluitend in economische termen wordt gevoerd, met uitsluiting van al het andere. 
Alsof 'waarde' en 'kwaliteit' geen enkele andere betekenis meer hebben dan 'productief'.
Monddood: onder de noemer van 'veiligheid' (op korte termijn) accepteren dat ons leefklimaat op de langere termijn volledig verziekt wordt.  

Soms zou ik willen dat populieren terug konden vechten.
Zouden boswachters weleens nachtmerries hebben?
Bijvoorbeeld een regelmatig terugkerende droom, waarin ze in de rug (zie afbeelding onder) worden aangevallen door een hoogbejaarde en derhalve genadeloos afgeschreven (oranje stip!) maar toch nog altijd verrassend... levenslustige populier?
  
Vrij vertaald: "Zuster, jij hebt niet toevallig opa's gebit gezien?". 
Cartoon verkregen via internet.


zondag 11 maart 2018

Hedendaags Protesteren: hoe 'trek' je dat?!


Update: Op dit moment, oktober 2019, vinden er wederom boerenprotesten plaats, hoewel deze keer nadrukkelijk niet in samenwerking met Milieudefensie.
Want deze keer gaat het niet om protesten tegen mijnbouwschade.
Noch om protesten zoals in Frankrijk, bijvoorbeeld tegen de toenemende dwang tot grootschaligheid.

De Nederlandse boeren verzetten zich momenteel hardnekkig tegen de uit het stikstofbesluit van de Raad van State voortvloeiende maatregelen, waaronder het dringend noodzakelijke inkrimpen van de veestapel.

Deze keer mochten de protesterende boeren echter wel met hun tractoren het Haagse centrum in.
En waar dat niet mocht, déden ze het gewoon.

De eerder beschreven demonstratie (maart 2018) betrof de gebrekkige afhandeling van de mijnbouwschade.

Dit protest was in mijn ogen zeer terecht.
De huidige protesten, naar aanleiding van de stikstof-uitspraak van de rechter, lijken mij minder passend.

Er moet immers iets veranderen, het kan zo niet langer met de landbouw in Nederland.
Natuur, landschap, biodiversiteit, volksgezondheid, recreatie en leefbaarheid kunnen niet langer het slachtoffer blijven van een relatief kleine beroepsgroep die vreest 'de boterham' - gewoonlijk lang geen slechte boterham! - te verliezen.

Geen enkel beroep is zeker in de huidige tijd van mondialisering.
Grote groepen mensen verloren al veel eerder hun bestaanszekerheid.
Ja, óók beroepsgroepen waarvan het ambacht 'al generaties lang' in de familie was.
Omscholen dan maar, net als de gewone burger.
En anders moeten we naar een basisinkomen, maar dat is een heel ander onderwerp.

Anyway: Overijssel en andere provincies blijken inmiddels al bezweken voor de druk van de boeren.
Groningen houdt gelukkig nog stand, hoewel boeren volgens de Volkskrant met behulp van een tractor toegang tot het provinciehuis hebben weten te krijgen. 
?!
Dat riekt naar geweld, en op geweld heeft de Nederlandse staat gelukkig nog altijd het monopolie.

Zojuist lees ik dat columnist Zihni Özdil met de dood bedreigd wordt, na zijn kritische column over boeren.
Erg onprettig, zeker als je bedenkt dat moderne landbouwwerktuigen perfecte moordwapens zijn. 

Kortom: tractoren op het Binnenhof?
Noem het een keerpunt, voortschrijdend inzicht, of wat dan ook, maar ik sta er niet langer achter.
Demonstreren kan immers uitstekend zonder tractor.
De huidige protesten, waaronder in Groningen, vallen doodgewoon onder het kopje vandalisme, intimidatie en bedreiging.
Zulke dingen zijn strafbaar, in Nederland.

En misschien is het ook wel goed om te zien wat er bij een landelijke protestactie zonder tractoren van de boeren in Nederland overblijft.
Dan wordt duidelijk dat het gaat om een naar verhouding kleine, hoewel relatief bemiddelde groep burgers.

Harde werkers, ongetwijfeld, maar helaas steeds vaker - zomaar een voorbeeld - 's nachts, als alle dieren in het veld liggen te slapen ("'s nachts maaien is de overtreffende trap van erg")
En vlak de matig betaalde inspanningen van de vele dagloners ook niet uit.
Onprettig woord, zeker, maar dagloners - hoewel nu netjes loonwerkers genoemd - bestaan nog altijd.

De sympathiekste boeren, die al langer milieu- en diervriendelijk wilden werken zijn er vaak al lang mee gestopt, of overgestapt op biologisch boeren.
Korte metten dus, met 'agressief' protesterende boeren, zodra zij een voor elke willekeurige Nederlander strafbaar feit - intimidatie, vandalisme, bedreiging - plegen!




Hieronder het eerder gepubliceerde artikel over de mijnbouwdemonstratie

Voor de eerste februari 2018 werd een demonstratie aangekondigd, van Groninger boeren.
Dit om de ellende van de mijnbouwschade - nee, géén 'aardbevingsschade'! - landelijk onder de aandacht te brengen.
Met 'veertig trekkers' nog wel.
Eindelijk!
Want ik heb me al vaker afgevraagd waarom de Groningers niet eens massaal 'met de hooivorken' naar Den Haag trekken.
Reden genoeg, zou je zeggen.

Directe aanleiding was een hoorzitting in de Tweede Kamer.
De demonstratie was georganiseerd in samenwerking met Milieudefensie
Wat je noemt een monsterverbond, want normaal gesproken zijn de boeren geen vrienden van Milieudefensie.
En dat is zacht uitgedrukt.
Ik heb me zelfs laten vertellen dat Milieudefensie het vervoer van al die trekkers (op kolossale opleggers) heeft betaald.
Dat moet een lieve duit gekost hebben.

Het was een vreedzaam troepje: gebreide spandoeken (bij wijze van isolatiedeken in geval van nood?), een man in een scootmobiel (met vlag) en een man op krukken.
De laatste zelfs decoratief in de Groningse vlag gewikkeld.
Misschien was dat ook wel een beetje tegen de kou, want het was fris:

Demonstratie Groningse boeren, Malieveld, Den Haag, 1 februari 2018.
Foto's: Blogwachter 
Wie waren er?
Politieagenten, journalisten, boeren (hoofdzakelijk uit de gemeente Loppersum), leden van Milieudefensie en enkele (zowel plaatselijke als landelijke) politici.
Verder enkele verdwaalde voorbijgangers met hond, een vriendelijke oude mevrouw uit Den Haag - 'ik loop altijd mee met dit soort dingen' - en ik.
In die volgorde.


"Aardbevingsbestendige huizen en de Olympische spelen naar Loppersum...anders gaat de kraan dicht...wat Poetin kan kunnen wij óók". Cartoon verkregen iva internet.


Op de laatste foto boven (op de rug gezien, met fiets) een Tweede Kamerlid (CDA).
Hieronder in beeld de ministers Eric Wiebes (Economische zaken en Klimaat, VVD) en Carola Schouten (Landbouw, CU).
Verder (onderste foto)enkele leden van andere partijen (GroenLinks, Haagse Stadspartij, enzovoort).



Beetje surrealistisch ja, inderdaad.
Maar laat ik bij het begin beginnen. 
Rond drie uur zouden de trekkers op het Malieveld verschijnen.
Ik was stipt op tijd, maar zag er slechts één, begeleid door opvallend veel politie, ME, enzovoort.
Dan is het Malieveld wel héél erg groot: 


Malieveld Den Haag, 1 februari 2018, iets na drie uur. Foto Blogwachter.

Een uurtje later was dit het beeld:


Malieveld Den Haag, 1 februari 2018, rond vier uur. Foto Blogwachter.

Met, gelukkig, ergens in een hoek van dat grote veld, óók nog enkele demonstranten:

Malieveld Den Haag, 1 februari 2018, ongeveer vier uur. Foto Blogwachter.

Wel een mooi gezicht, al die trekkers met die vrolijke kleurtjes.
Alsof ze gemaakt zijn om te demonstreren:

Malieveld Den Haag, 1 februari 2018. Foto's Blogwachter.

De journalisten leken er dan ook wel pap van te lusten.
Alle omroepen, ook de 'commerciëlen' en alle kranten waren er: 

Malieveld Den Haag, 1 februari 2018. Foto's Blogwachter.

Toch was er iets geks, met die demonstratie.
Het duurde maar en het duurde maar.
Na wat een eeuwigheid leek - zeker met die ijzige kou - werden er dan eindelijk twee trekkers van de opleggers gereden.

Malieveld Den Haag, 1 februari 2018. Foto's Blogwachter.

Al die tijd cirkelde een helikopter al boven ons hoofd. 
Aan de ene kant van het veld vele politiebusjes.
Aan de andere kant zelfs vele ME-busjes, agenten dik ingepakt, benen beschermd tegen klappen.
Voorts 'normale' politie te voet, politie te paard, politie op de fiets en politie op de motor.
Zouden die Groningse boeren werkelijk zo gevaarlijk zijn?
Of zijn ze in Den Haag gewoon een beetje gek geworden?
Oordeel zelf: 










Malieveld Den Haag, 1 februari 2018. Foto's Blogwachter.

En het duurde maar, en het duurde maar.
Aan een agent vraag ik waarom al die trekkers niet worden afgeladen.
"Bevel van hogerhand: mag ik niets over zeggen".
Dan die man met fiets maar (derde foto), die me al was opgevallen.
Vast een Haagse wethouder, meende ik.
"Meneer, u ziet er belangrijk uit", probeer ik, "kunt u mij misschien vertellen waaróm die trekkers niet worden afgeladen?"
De man begint met te vertellen dat hij heel erg vóór de boeren is ("ik ben zelf boer, Overijssel"), en het 'ook schandalig' vindt, hoe de boeren in Den Haag behandeld worden. 
Hij heeft geen Overijssels accent, eerder een beetje deftig.
De man blijkt geen Haagse wethouder te zijn, maar Tweede Kamerlid.
"Van welke partij?", vraag ik. 
"Wat denk je zelf? Wélke partij is nou - als énige - goed voor de boeren?!"
Om de een of andere reden geef ik er de voorkeur aan om te doen alsof ik een beetje onnozel ben.
Terwijl ik natuurlijk best weet waar hij heen wil.
"Het CDA", verklaart de man, na mijn hardnekkig stilzwijgen.

Eenmaal thuis - ik heb geen smartphone - ben ik toch wel nieuwsgierig wie hij is.
Het blijkt te gaan om Maurits von Martels, inderdaad afkomstig uit Overijssel (Dalfsen).
Zijn accent is ook al geen toeval, tenminste niet voor een jonkheer. 



Malieveld Den Haag, 1 februari 2018. Foto's Blogwachter.

Dan zet het troepje zich eindelijk in beweging. 
Maar zonder de trekkers.
Of nou ja: twee, met een haag van journalisten eromheen. 
Ik klamp enkele boeren aan en kom aan de weet dat de hele stoet al aan de rand van Den Haag is tegengehouden.
Ze mochten de opleggers 'bij een voetbalstadion' parkeren. 
Na een telefoongesprek tussen de burgemeester van de stad Groningen en de burgemeester van Den Haag mochten ze uiteindelijk tóch doorrijden naar het Malieveld. 
Op voorwaarde dat de trekkers niet de stad in zouden rijden.
Reden?
De voertuigen zouden een 'verkeerschaos' in de stad veroorzaken.
Welja: ik denk nu even aan die 500.000 demonstranten in de jaren tachtig.
Nauwelijks een agent te zien, in mijn herinnering.
Verkéérschaos?!
Lekker belangrijk!
Grote steden gooien zomaar belangrijke verkeersaders dicht, jarenlang, maar een paar trekkers enkele uren in de binnenstad: dát is niet (langer?) toegestaan.
Schijnt een 'noodwetje' voor te zijn, dat dit soort acties ad hoc in de kiem kan smoren.

Binnenhof, Den Haag, 1 februari 2018. ME, politiebussen, politie te paard en motoragenten op elke straathoek in de omgeving van het Binnenhof. Foto's Blogwachter.

De groep demonstranten (inhoud van twee touringcars, plus enkele leden van Milieudefensie, de vriendelijke Haagse dame en ik) oogt nu - zonder al die prachtige trekkers - beslist schamel, beetje sneu zelfs.
Kosten nog moeite gespaard, al was het vermoedelijk te duur om al die andere boze Groningers ook nog naar Den Haag te vervoeren.
Ik vraag diverse boeren of ze niet een beetje teleurgesteld zijn.
De meesten zeggen dat ze het wel jammer vinden maar dat er 'toch niks aan te doen is'.
Een houding die ik in de provincie Groningen helaas wel vaker tegen kom. 
Dan vraag ik waaróm ze die trekkers eigenlijk niet gewoon tóch de stad inrijden. 
Het was tenslotte een heel gedoe om ze hier te krijgen nietwaar?
"Heb je die politiemacht gezien?", zegt er één.
"Ik wil niet dat mijn trekker beschadigd raakt", verklaart een ander.
"'k had het best gewild, maar dit is bovenin zo bekonkeld", verklaart een derde, 
"Als we het tóch doen komen de organisatoren in de problemen".

Kortom: de meeste boeren zijn keurig, en blijven er bovendien tamelijk laconiek onder.
Vermoedelijk niet in de laatste plaats omdat zij het vervoer van de veertig trekkers naar Den Haag niet zelf hebben betaald.
Schiet mij, onwillekeurig, door het hoofd. 
Kortom: wat een indrukwekkende stoet had moeten worden, met veel bekijks, ontaardt uiteindelijk in... twee trekkers.
Niet eens óp het Binnenhof, maar langs de kade van de Hofvijver:

Hofvijver, Den Haag, 1 februari 2018. Foto Blogwachter.

De meeste voorbijgangers snappen er niets van - "Wie zijn die mensen? Wat willen ze?" - dus de demonstratie (landelijk aandacht genereren) heeft zijn doel wel gemist.
Onder begeleiding van een minstens even grote politiemacht verplaatst de wat aandoenlijke aandoende stoet zich naar het Binnenhof.
Te voet.
Met aan weerszijden, eveneens te voet, in ganzenpas twee aaneengesloten rijen agenten.
Ter afsluiting, aan weerszijden, agenten te paard, net als voor en achter de stoet.
Dan nog een aantal gemotoriseerde voertuigen, zowel voor als achter.

"Fokke en Sukke zijn tegen ingrijpen",
"We moeten eerst zeker weten of de inwoners van Loppersum...
...niet zélf die aardbevingen hebben veroorzaakt!"

Als ik druk aan het praten ben met een groepje boeren en er voor ons een gat ontstaat worden wij gemaand om door te lopen.
Een deel van de journalisten lijkt inmiddels afgehaakt.
Alle straathoeken in de nabijheid van het Binnenhof blijken afgezet met politiebussen, paarden en motoren.
Heeft Den Haag een slecht geweten?
Verwachtte men half en half dat de boeren de trekkers tóch zullen afladen?
Zo gek zou dat eigenlijk helemaal niet zijn, nietwaar?
Daar ga je dan, met je goed voorbereide en beslist peperdure actie.
"Ze zijn bang dat wij hetzelfde gaan doen als die Franse boeren, met die melk enzo", verklaart een jonge, blozende boer.
Deden ze het maar, denk ik.

Wel verwacht ik tenminste - ook gezien het grote aantal journalisten - de volgende dag dikke koppen op de voorpagina, en tenminste een vet item op het journaal.
"Protesterende boeren tegengehouden aan de rand van Den Haag"
"Demonstratievrijheid in het geding"
"Tractoren geweigerd met smoes van verkeerschaos"
"Nederland politiestaat?"
Maar nee, niets van dat alles.
Complete radiostilte. 

Vrij vertaald: "Laat ze lekker protesteren. Het haalt toch niets uit". Cartoon verkregen via internet. 

Tot slot: wat heeft deze demonstratie te maken met mijn 'core business' als Blogwachter: het redden van zoveel mogelijk stukjes Gronings kleibos?
Meer dan je denkt.
Wat ik duidelijk wilde maken: voor hedendaags protesteren moet je steviger in je schoenen staan dan in lange tijd het geval is geweest.
Tenminste in Nederland.
Want over al die (andere?) politiestaten heb ik het even niet.

"Ik zie het al: mollen". Cartoon verkregen via internet

Stel - zomaar een voorbeeldje - dat ik mijzelf t.z.t. aan een boom zou vastketenen.
Uit pure machteloosheid (zie boven), omdat ik het ook even niet meer weet, en alle andere tactieken zijn uitgeput.
Bijvoorbeeld aan één van die dertig jaar oude populieren in het dorpsbos te Kruisweg.
Prachtige bomen die volgens de boswachters echter 'aan het einde van hun levensduur' zijn, gezien de algemene levensverwachting van populieren.
Terwijl een populier minimaal(!) tachtig jaar (tot: 150!) kan worden.
Inderdaad: ik houd mijn hart vast.
Want ik heb niet eens een stevige tractor om mezelf tegen letsel te beschermen.
Hedendaags demonstreren: hoe 'trek' je dat eigenlijk?! 

Postscriptum
Op 14 maart verschijnt een artikel in de Volkskrant over de constatering van ombudsman van Zutphen dat ons demonstratierecht in toenemende mate onder druk lijkt te staan. In de praktijk vooral als het gaat over 'schurende' onderwerpen zoals de Zwarte Piet discussie. Valt hieruit af te leiden dat de aardbevingen ook zo'n 'schurend onderwerp' zijn voor Den Haag? Hoe dan ook: de ombudsman roept gemeenten nadrukkelijk op om terughoudend te zijn in het opleggen van beperkingen aan demonstraties. Want demonstreren is een grondrecht.