Posts tonen met het label Informatiebijeenkomst. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Informatiebijeenkomst. Alle posts tonen

donderdag 25 november 2021

Kap langs het Pieterpad: de eeuwenoude wierde Maarhuizen

 

Aankondiging excursie Maarhuizen, SBB,
Ommelander Courant 4-11-'22


"Laag bij de gronds" die zwarte blessen - zoals iemand in reactie op de vorige blog opmerkte.
Zo niet figuurlijk dan toch zeker letterlijk.... zo vlak boven de grond.
Wat is er gaande op de historische wierde te Maarhuizen?

Volgens de aankondiging in de Ommelander Courant (zie bovenstaande afbeelding) gaat het om de aanstaande kap van 70 essen.

Staatsbosbeheer ontkent echter desgevraagd (zie bovenstaande afbeelding) dat er sprake zal zijn van 'kaalslag'.
Desalniettemin zorgde het aanvankelijke bericht (een kapmelding die ik zelf niet onder ogen heb gehad), dat er sprake zou zijn van de kap van 101 essen, 'voor flink wat commotie', aldus het artikeltje.

Informatiebord Maarhuizen, 'een reis hoor de tijd'.
De wierde blijkt al vanaf 1200 in gebruik!
Foto: Blogwachter, 10 november 2021


Geen wonder, zou je zeggen, want deze  wierde dateert al uit de dertiende eeuw, en ligt bovendien langs het veel belopen Pieterpad. 
Sinds de aanleg van een mooie nieuwe voetgangersbrug loopt het Pieterpad zelfs óver de oude wierde. 


Het Pieterpad, over de historische wierde Maarhuizen.
Foto: Blogwachter, 10 november 2021

Hoewel de historische wierde maar een handvol bewoners telt, is deze beslist een blikvanger in het landschap.
Ook vanaf de nabijgelegen provinciale weg trekt het mooie plaatje de aandacht. 

Maarhuizen, woonhuis en schuur.
Foto: Blogwachter, 10 november 2021

Bijzonder veel bomen staan er echter nu al niet... 
Lang geen honderd zou je zeggen, bij oppervlakkige beschouwing.
Dus hoe die '101 essen' in de wereld gekomen zijn, blijft een raadsel.
Het kreupelhout was ook meegerekend, aldus één van de aanwezige boswachters.

Maarhuizen: woonhuis, paden en begraafplaats
Foto's: Blogwachter, 10 november 2021


Bij de in het krantenbericht aangekondigde excursie waren welgeteld zeven burgers aanwezig.
Waaronder één verbonden met een Bomenstichting, twee mensen verbonden aan de Bomenridders, en een inwoner van de wierde zelf.
Blijft over drie 'gewone' burgers, uit het nabijgelegen Winsum. 
'Dat maakt mij niet uit, of er niemand komt of honderd mensen', verklaarde de aanwezige boswachter blijmoedig, 'ik houd gewoon mijn verhaal'. 

Maarhuizen, rondwandeling.
Foto's:
Blogwachter, 10 november 2021


Het goede nieuws is dat de deelnemers aan deze excursie mogelijk een aantal oude essen hebben gered.
De aanwezige boswachters konden zich vinden in de observatie van de deelnemers dat een aantal zwart gemarkeerde essen onmogelijk gevaar kon opleveren voor passanten.

Maarhuizen: enkele essen krijgen clementie?
Foto's: Blogwachter, 10 november 2021


Bijvoorbeeld omdat deze essen achterin een weiland staan.
Of pal naast een sloot in het struikgewas, of op een andere plek waar nooit iemand komt, of zelfs zou kunnen komen.

Maarhuizen: rijtje essen dat gekapt zal worden.
Foto: Blogwachter, 10 november 2021

De boswachters beloofden dan ook enkele afgelegen essen in heroverweging te nemen. 
Niet zijzelf zouden hier echter over oordelen, maar iemand anders binnen de organisatie.
Of zelfs een extern onderzoeksbureau (zie verderop).

Maarhuizen: eeuwenoude es.
Foto: Blogwachter, 10 november 2021

Het slechte nieuws is dat de bedreigde essen wel van goede huize moeten komen om hun 'onschuld' effectief aan te tonen.
Zelfs van de oudste, monumentale es was het lot niet zeker...
Deze es (zie afbeeldingen onder en boven) staat er vermoedelijk net zo lang als de meer dan 200 jaar oude schuren!

Maarhuizen: monumentale es naast eeuwenoude schuur.
Foto's: Blogwachter, 10 november 2021


Zelf kon ik de associatie met de slachtoffers van de beruchte toeslagen-affaire niet onderdrukken...
De bewijslast ligt immers wederom bij de burger.
Ook in dit geval, want bomen kunnen niet procederen. 
Vandaar dit verhaal, namens de bomen. 

Maarhuizen, rondwandeling met zicht op ven.
Foto: Blogwachter, 10 november 2021


Want ik houd mijn hart vast als ik de aanklachten hoor, tégen de essen. 
Zo lijden essen massaal aan een mysterieuze vorm van vallende ziekte.
Soms vallen ze zomaar ineens om.
Boem!
Terwijl niemand dit had zien aankomen.

Maarhuizen: bladerdak van gemarkeerde (te kappen) es.
Foto: Blogwachter, 10 november 2021


Ja, dit gebeurt óók als het bladerdak nog volledig intact is. 
Sterker nog: júist als er aan een es niets bijzonders te zien is, vertoont deze, tenminste volgens de bij de excursie aanwezige boswachters, een sterke neiging om te vallen.

Maarhuizen: diverse bomen rond de oude begraafplaats.
Foto's: Blogwachter, 10 november 2021


"Misschien met harde wind niet in de buurt van bomen gaan wandelen", opperde ik, onnozel.
Maar dat is het nu juist: deze vorm van vallende ziekte blijkt in het bijzonder op te treden bij complete windstilte.

Maarhuizen: historische begraafplaats/de enige buren.
Foto: Blogwachter, 10 november 2021


Dit kan niet waar zijn, dát dacht ik ook...
Dus ik herhaal het nog maar een keer: al dan niet zichtbaar zieke (aangetaste) essen vertonen de merkwaardige neiging juist precies om te donderen als er geen zuchtje wind staat.

?!

Een en ander komt, aldus de aanwezige boswachters, door de honingzwam.
Deze vermaledijde stiekemerd - en notoire snelheidsduivel - tast de wortels klaarblijkelijk sneller aan, dan de boom zijn bladeren kan laten vallen...
Het blad blijft dus fris en stevig en groen, terwijl de es al geen vaste grond meer onder de voeten heeft.

Maarhuizen: uitzicht en rondwandeling.
Foto: Blogwachter, 10 november 2021


Alles bij elkaar een knap staaltje, van zo'n es!
Hoe voorziet de boom die bladeren van water, zo zonder wortels?!
Vraag ik me dan onwillekeurig af.
Maar een leek heeft nergens verstand van, dat blijkt...
 
Zo zie je maar weer dat de boom het grootste wonder van de schepping is.
Nu ja, ná de mens dan ;-) 

Maarhuizen, Enne Jans Heerd.
Foto's: Blogwachter, 10 november 2021


Des te meer reden om bomen (essen) het voordeel van de twijfel te geven, zou je zeggen.
Maar wat blijkt: uit voorzorg gaan álle volwassen essen om, eventueel - dankzij de deelnemers van de excursie - met uitzondering van de enkele es, die na een keuring van een onderzoeksbureau eventuéél 'clementie' krijgt.
Ja, juist óók al die bomen waarvan de markeringen tijdens de excursie niet erg zichtbaar waren - en dus evenmin 'perboomlijk' verdedigd door de deelnemers - omdat:

a) deze met een opvallend kleine stip zwart waren gemarkeerd. Zoals bekend is zwart geen bijzonder zichtbare kleur, zeker niet op de bruine schors van een boom
b) de excursie plaatsvond tussen 16.30 en 18.00 uur, eind november, en dus grotendeels in het donker
c) de aanwezige boswachters de deelnemers nadrukkelijk attendeerden op de essen in de buurt van het (Pieter)pad en niet repten over de bomen die ik de volgende dag, bij daglicht, elders op de wierde ontdekte. 

Maarhuizen: begraafplaats en hoeve.
Foto: Blogwachter, 10 november 2021

De hele kwestie zat mij niet lekker. 
Dus ik vroeg door, evenals enkele andere deelnemers. 
Bijvoorbeeld over hoe dat nou precies zat met die veiligheid. 

Maarhuizen: bedreigde essen op afgelegen plekken.
Foto's: Blogwachter, 10 november 2021


Het blijkt allemaal te draaien om mogelijke schade-claims.
Zo was er 'een jongetje van 8, ongelukkig genoeg een piano-virtuoos' dat 'achter in een auto zat waar een boom op viel'.
Schouder uit de kom, nog wat schade aan hand en arm (als ik het me goed herinner), 'en dat heeft Staatsbosbeheer een vermogen gekost', aldus de boswachter. 

Het is net als met die laanbomen: het gevaar ligt overal op de loer!
Beter kappen dus, bij voorbaat. 

Maarhuizen: es die mogelijk genade krijgt.
Foto: Blogwachter, 10 november 2021


Zoals ik al schreef hebben de deelnemers voor enkele essen clementie kunnen regelen: de kap hiervan wordt 'in heroverweging genomen'.
Een 'onafhankelijk onderzoeksbureau' zal de boom onderzoeken op de honingzwam, aldus de boswachters. 

Maarhuizen: diverse gemarkeerde essen langs slootkant
Foto: B
logwachter, 10 november 2021


Wat dat dan voor onderzoeksbureau was, vroeg ik.
En of ik de naam daarvan op kon zoeken.
'Geen idee', aldus één van de aanwezige boswachters, 'we werken er voor het eerst mee'.

Wordt deze oude es gespaard?
Foto: Blogwachter, 10 november 2021


Oeps.
Een en ander deed me denken aan de perikelen rond het bos te Kruisweg, destijds.
Ook daar werd door Staatsbosbeheer een onafhankelijk onderzoeksbureau in de arm genomen, om de populieren aldaar op ziekte te inspecteren.
De website van dit 'onafhankelijke onderzoeksbureau' bleek echter zo knullig dat een slimme 9-jarige deze in een uur in elkaar had kunnen flansen.

Maarhuizen, es. 
Foto: Blogwachter, 10 november 2021


Nou ja, genoeg. 
Afgezien van een aanbeveling: openbaarheid van bestuur en beleid is toch wel het minste wat de 'verontruste burger' mag verwachten...
Namens de bomen!

Maarhuizen, monumentale es.
Foto: Blogwachter, 10 november 2021

Alles, nogmaals, namens de bomen.
En namens al wat leeft en van bomen afhankelijk is.
 

dinsdag 23 november 2021

Windmolens te Roodehaan? Een gewaarschuwd mens telt voor twee...



Windmolenpark Eemshaven. Foto Blogwachter, augustus 2019


'Reuring': ziedaar een veelgebruikte aanduiding voor een verzameling burgers geconfronteerd met een willekeurige op handen zijnde verandering in hun leefomgeving ('backyard').
Anders gezegd: het is niet goed, óf het deugt niet.

Neem de zes geplande windmolens bij het buurtschap Roodehaan in de stad Groningen.
'Tweedehands' nog wel!
En met vrolijke zuurstok-kleurtjes...
De geplande molens schámen zich niet eens voor zichzelf.
(Dit laatste in flagrante tegenstelling tot de recentste blessen van Staatsbosbeheer.)

Wat moet ik erover zeggen?
'Gehaktmolens voor trekvogels', aldus een omwonende.
Persoonlijk zie ik liever bomen, en dan druk ik me nog mild uit.

Wat moeten we eraan doen?
Inspraak, informeren, discussiëren, protesteren, accepteren: dat is het zo'n beetje.
De ervaring leert dat de meeste windmolens er tóch wel komen.
U wilt toch ook groene energie?
Nou dan!

Het oude liedje:
'Bewoners voelen zich genegeerd bij inspraak', meldt het Dagblad van het Noorden, 'zij hebben geen uitnodiging gekregen om te komen praten over de gang van zaken'.

Schandalig toch?!

Als ik het niet meer weet, grijp ik altijd maar weer naar boeken.
Fictie, zelfs (jawel).
Mijn 'guilty pleasure'.
Want ik lijd aan een hardnekkige voorkeur voor nutteloze verhaaltjes over niet-bestaande mannen en vrouwen.

Neem bijvoorbeeld de roman op onderstaande afbeelding, over de perikelen rond een gepland windmolenpark bij een afgelegen dorp in de voormalige DDR.




'Unterleuten' ('Ons soort mensen', 2016) is een vlot geschreven en hier en daar zelfs verschrikkelijk grappig boek.
Maar de beschreven inhoud, hoewel van begin tot eind uit de duim gezogen, is vooral verschrikkelijk WAAR.
Zoals bij alle goede kunst wordt in dit werk een stukje werkelijkheid wérkelijker gemaakt.
Want de Eerste Wet van de Fictie gaat ook hier weer op: hoe preciezer en genuanceerder je het uiterste individuele beschrijft, hoe universeler de lessen die hieruit te leren vallen.

Neem onderstaande citaten met betrekking tot een informatieavond voor burgers over een gepland windmolenpark in de nabije omgeving.
Citaten die wonderwel van toepassing zijn op de informatievoorziening van Staatsbosbeheer, zodra het gaat over (naderende) bomenkap.
Want op bomenkap reageren burgers soms net zo emotioneel ('reuring') als op geplande windmolens...
Een uitdaging voor de publieksvoorlichter!

Voor de burgers begint alles met de informatievoorziening.
Want een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Zo ging het bijvoorbeeld in het fictieve dorpje Unterleuten (Zeh, p.156/157):

‘Hier ziet u een kadasterkaart van de regio’
[…]
‘Je kunt er niets op herkennen,’, zei Christina, de kleuterleidster.
‘Lichter maken,’, riep het meisje in de blauwe jurk, dat al eerder had gesproken.
‘Groter,’ kwam het van Jacob of Norbert.
P. 159:
‘Ik zal u uitleggen wat u op de plattegrond ziet.’
p.163:
‘Op de vervaagde projector op de wand viel onmogelijk te herkennen welke percelen de aanwijsgebieden precies omvatten. In de gauwigheid kon dus niemand zien van wie de bewuste stukken grond waren. Het onscherpe beeld was geen toeval. Zelfs het draaien aan de knopjes van de beamer maakte deel uit van een zorgvuldige enscenering. De laatste maanden had de verbazingwekkende meneer Pilz een methode ontwikkeld om zijn werk te doen.’

Zoek de overeenkomsten: onleesbare slights, een informatie-excursie in het (half)donker, zwarte blessen net boven de grond...
Het doelbewust achterhouden van informatie, vermomd als knulligheid: 'de andere verf was op'.
Maar verdomd, het wérkt (Zeh, p. 175):

‘De geheimhoudingsstrategie was een gouden greep gebleken. Niemand had de tijd gehad om zich op het thema windenergie voor te bereiden.’

En helaas niet uitsluitend te Unterleuten...

Interessanter nog is de veronderstelde psychologie van de dorpelingen.
Hierin zie je de hand van de echte professional (Pilz, in het geval van Unterleuten), in 'publieksvoorlichting'.
Deze ontwikkelde een 'methode' om, in het hol van de leeuw, 'je werk te doen'!

Samengevat door Juli Zeh (p.164):

‘Het was de kunst om de afkeuring tot het kookpunt op te schroeven, de woede vervolgens te laten verdampen en dan argumenten aan te dragen die duidelijk maakten dat er geen alternatief bestond voor het hele project. Op die manier ontstond de indruk dat het om complexe materie ging met een zekere noodgedwongenheid. Dat verwarde de mensen. Pilz hoefde geen instemming, alleen berusting.’

Lijvige romans van goede kwaliteit zijn dan ook vaak 'sociografieën': precieze beschrijvingen van een dorps- of grootstedelijke omgeving, met name van de sociale processen.
Als een sociologisch werk zonder wetenschappelijke pretenties, zou je kunnen zeggen.

Al in 1959 - 'de dramaturgie van het dagelijks leven' - schreef de socioloog Erving Goffman interessante dingen over het verschil tussen de 'voorstelling' en de 'werkelijkheid'.

Sociologen en romanschrijvers, één pot nat!
Voordeel van de sociologen (ondanks hun jargon) is dat ze - tenminste enigszins - wetenschappelijk onderbouwd hun beweringen (moeten) doen.
Neem het volgende citaat van Goffman (p.230):

'En het paradoxale daarbij is, dat hoe meer belang men stelt aan de realiteit die zich aan de waarneming onttrekt, des te meer men zijn aandacht moet richten op de uiterlijke schijn'

Uiterlijke schijn te Unterleuten: inspraak voor de burgers.
Pijnlijke realiteit te Unterleuten: het windmolenpark komt er tóch, en de burgers mogen uitvechten welke grootgrondbezitter aldaar de winst (150.000 euro per jaar) opstrijkt.

Of neem deze, van Goffman weer (p.230):

'Op dit punt echter krijgen communicatieve handelingen een moreel karakter. Men is immers geneigd de indrukken die door andere mensen gewekt worden, op te vatten als impliciet overgebrachte pretenties en beloften - en pretenties en beloften zijn moreel van aard'

Verplaatst naar Unterleuten: de pleuris breekt uit, en dat is - hoe je het wendt of keert - mede de verantwoordelijkheid van de keurige professional en zijn windmolens.
Knuppel in het hoenderhok!

Om het af te leren (sociologisch jargon) nog eentje van Goffman (p.231):

'Deze methode houdt in dat zij niet zozeer een bepaalde indruk van hun activiteiten laten opkomen als bijprodukt van die activiteiten zelf, maar hun referentiekader verleggen en hun energie geheel wijden aan het creëren van een gewenste indruk. In plaats van te trachten bepaalde doelen met acceptabele middelen te bereiken, kunnen zij trachten de indruk te wekken dat zij die doelen met acceptabele middelen bereiken. Het is altijd mogelijk de indruk te beïnvloeden die de observator hanteert als substituut voor de werkelijkheid. Immers: iets dat kan fungeren als teken voor de aanwezigheid van iets anders, kan ook gebruikt worden wanneer dat andere in het geheel niet aanwezig is. Het feit dat men als observator nu eenmaal altijd moet afgaan op een bepaalde voorstelling van zaken, schept de mogelijkheid tot het geven van een verkeerde voorstelling van zaken'.

Volgt u het nog?
Het is een wat complexe manier om te zeggen dat publieksvoorlichters niet noodzakelijk de waarheid vertellen.
In het bijzonder onaangename waarheden (windmolens, bomenkap), maar dit terzijde.
Een en ander vertaald naar Unterleuten (Zeh, p. 163):

'De laatste maanden had de verbazingwekkende meneer Pilz een methode ontwikkeld om zijn werk te doen.’

Voordeel van de romanschrijvers is, zoals ik al schreef, dat ze gewoonlijk beter formuleren (p.163):

‘In werkelijkheid waren de dorpelingen veel te fatsoenlijk om zich tijdens een vergadering met zijn allen op één persoon te storten.’

Ook over dit fenomeen schreef Goffman eerder, maar dat boek heb ik nu (gelukkig?) even niet paraat...
Samengevat: publieksvoorlichter Pilz is een keurige (jonge)man.
Net als - voorbeeldje - al die aardige boswachters van Staatsbosbeheer.
Hij doet gewoon zijn werk, en een beschaafd publiek gedráágt zich in zo'n geval.
Al is het maar omdat het beleid niet gemaakt wordt door publieksvoorlichters!

'Er is toch niets aan te doen', hoor ik de mensen al zeggen.
En zo kom ik uit bij waar ik begonnen ben: het windmolenpark komt er sowieso.
Daar hebben bij voorbaat ontmoedigde en/of weinig 'activistische' burgers beslist een punt.
Misschien kunnen de inwoners nog een beetje meebeslissen over de kleur.
Ik zou zeggen: liever zachte pastel- dan zuurstokkleuren, midden in een akker...

Vergelijk Unterleuten (Zeh, p.171)

‘Wat dus betekent dat de gemeenten níét verantwoordelijk zijn. Ook niet uw sympathieke burgemeester.’
[…]
‘Wezenlijke kwesties worden niet in Unterleuten bepaald.’
[…]
'De zaal zweeg. De mensen waren het wel gewend om te horen dat ze niets in te brengen hadden. Gek genoeg bracht deze mededeling geen woede teweeg, maar een slecht geweten. […] Misschien vonden ze het gênant dat ze ook maar een seconde het idee hadden gehad dat ze een stem hadden. Of ze schaamden zich dat ze niets tegen de machtsberoving ondernamen. Maar de waarschijnlijkste optie was dat hun slechte geweten voortkwam uit hun heimelijke opluchting. In werkelijkheid waren de mensen bij als ze niets hoefden te beslissen, en dus ook niets hoefden te begrijpen. Op die manier bespaarde je jezelf het vermoeiende nadenken over ingewikkelde kwesties en hield je evengoed het recht om je naar hartenlust te beklagen. Arne voelde hoe de mensen zich voorbereidden om tijdens de rest van de voordracht weg te dutten, om na afloop buiten luidkeels op die-daar-boven te gaan foeteren.’

Excuus.
Het is nadrukkelijk niet mijn bedoeling om wie dan ook te ontmoedigen. 

Ik probeer het nog eens: sta vroeg op, en heb Tijd, alsmede het nodige doorzettingsvermogen, voldoende vrienden (steun), een harde kop, geen overmaat aan sociale angsten, en - in het algemeen - 'focus'.
Een en ander om je énigszins effectief tegen het beleid van de (Nederlandse, Duitse) overheid te verzetten.
Of het nu gaat om windmolens ('Vento Direct' uit Unterleuten), bomenkap (Staatsbosbeheer), gasboringen (NAM), toeslagen of iets anders.
Je vecht tegen grote financiële belangen!

Gelukkig heb ik nog wel een tip, om de moed erin te houden.
Als het niet lukt om je tegen de overheid te verzetten, kun je in ieder geval met 'luidkeels foeteren' je voordeel doen.
Dat lucht op, én levert (ook nog iets) op.

Zo wemelt het in de Provincie Groningen van de gloednieuwe, poep-sjieke speelplaatsen, gefinancierd door de NAM.
Gulle giften, beloofd in dorpshuizen, aan diverse verenigingen Dorpsbelangen.
Mooi geregeld toch?

In de woorden van Juli Zeh (p.174)

‘En als er eens een dorpsfeest wordt georganiseerd, weet Vento Direct dat je daar het ene of andere vijftigliterfust voor nodig hebt.
Het gejuich bleef uit, maar niemand protesteerde.’

vrijdag 12 november 2021

Zwarte blessen op te kappen essen (historische wierde Maarhuizen)




Te kappen essen te Maarhuizen.
Foto: Blogwachter, 10 november 2021

Het lijkt soms net een kat- en muisspel, tussen 'verontruste burgers' en Staatsbosbeheer.

Jarenlang werden te kappen essen immers knaloranje of rood gemarkeerd, en de ‘toekomstbomen’ helblauw.
De diverse kleurige blessen bevonden zich gewoonlijk ongeveer op ooghoogte.
Schouderhoogte zo je wilt: wel zo praktisch voor de ‘blesser’ die in dat geval niet door de knieën hoeft... 
 
De klassieke felgekleurde markeringen op ooghoogte waren zelfs vanuit de verte makkelijk te zien.
Bijvoorbeeld vanuit de cabine van een of andere oogstmachine.
Of uit de ooghoek van een toevallige passant. 
 
Maar het kan verkeren. 
Op de historische wierde te Maarhuizen - gemeente Hogeland, nabije omgeving van Winsum – zijn de stippen ineens zwart, en op hooguit 30 – 80 centimeter boven de grond aangebracht (zie afbeeldingen).
Langs de paden vrijwel overal op 30 centimeter hoogte, langs de sloot of tussen meidoorns en ander struikgewas een enkele keer iets hoger. 
En ja, juist deze essen – ziek of niet ziek – zullen worden gekapt.
 
Een te kappen es langs de slootkant, historische wierde Maarhuizen. 
Bles is nauwelijks zichtbaar. Foto: Blogwachter, 10 november 2021

Desgevraagd verklaart één van de aanwezige boswachters – informatie-excursie, dinsdag 9 november 2021 – dat ‘de verf waarschijnlijk op was’. 
Ik zou nog kunnen bedenken, nota bene ter verdediging van Staatsbosbeheer, dat de oranje en rode markeringen de historische wierde zouden kunnen ontsieren, maar het antwoord blijkt even onwaarschijnlijk als ontluisterend: de gekleurde verf was op!
Oftewel, álle gekleurde verf: oranje, rood, geel desnoods.
 
Maar met welk doel zou Staatsbosbeheer eigenlijk zwarte verf hebben aangeschaft?
Kopen ze hun spuitbussen in alle kleuren, als een complete tekendoos voor een kind?

Diverse te kappen essen pop de historische wierde te Maarhuizen.
Foto: Blogwachter, 10 november 2021


De zwarte stippen – opvallend klein bovendien – zijn voor toevallige passanten bijna niet te zien: uit je ooghoeken lijkt de stip een knoest, of een kleine holte. 
De lage hoogte, waar doelbewust moeite voor lijkt te zijn gedaan – geen werk voor mensen met rugklachten – doet vermoeden dat er opzet in het spel is.
Maar vooruit: bomenliefhebbers zijn géén complotdenkers!

Het bos Abelstok, markeringen.
Foto: Blogwachter, 18 augustus 2017


Toch is het contrast, bijvoorbeeld met de vroegere markeringen in het bos Abelstok opvallend (zie bovenstaande afbeeldingen). 
Daarbij is het herfst, en wintertijd op de koop toe.
Dit betekent dat het rond 5 uur al behoorlijk donker is.
 
Onze excursie, onder begeleiding van twee boswachters, begint echter om 16.30 en eindigt om 18.00 uur, als je in het weiland geen hand voor ogen meer kunt zien.
Na pakweg een half uur zijn de markeringen dus al vrijwel niet meer te zien.

De historische wierde te Maarhuizen, nabij Winsum.
Foto: Blogwachter, Maarhuizen, 10 november 2021


De volgende dag kom ik terug om foto’s te maken.
In het volle licht ontdek ik helaas nog veel meer onopvallend zwart gemarkeerde bomen, dan die waar de boswachters ons op gewezen hebben.
Vooral op plekken – langs sloten – waar nooit iemand komt, en het veelgebruikte argument van ‘de veiligheid van de burgers’ in alle redelijkheid niet op kan gaan.

Te kappen es langs de slootkant, met vrijwel onzichtbare zwarte bles.
Foto: Blogwachter, Maarhuizen, 10 november 2021

Kortom: een nieuwe herfst, een nieuw geluid!
Met Staatsbosbeheer wordt het in ieder geval nooit saai...

Verontruste burgers, wat is hierop uw antwoord?
Ikzelf houd voortaan mijn ogen nóg beter open.
Tenminste in de nabijheid van elke boomakker in beheer van Staatsbosbeheer waarop nog één of meer volwassen bomen te vinden zijn. 
Want een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Zie voor meer informatie over en beelden van Maarhuizen mijn volgende blog.

 
 
 

dinsdag 17 juli 2018

Huilende boswachter 'aan' Groningse Kruisweg

Misschien hebt u het al gehoord: de kap van het dorpsbos te Kruisweg (Kloosterburen) werd onverwacht stilgelegd. 
Veel informatie hierover heb ik nog niet, maar zeker is dat de Bomenridders er de hand in hebben gehad. 
Er blijkt door Staatsbosbeheer geen ontheffing te zijn aangevraagd/verkregen in verband met de in het bos aanwezige dieren (vleermuizen, spechten, sperwers, enzovoort).
En die ontheffingen schijn je dus nog altijd wel - dit ondanks het trefzeker uithollen van het merendeel van de natuurwetten door voormalig staatssecretaris Bleker - te moeten hebben als je wilt kappen.
Dit betekent dat er door Staatsbosbeheer illegaal wordt gekapt.
In dit geval te Kruisweg.
En niet voor het eerst, want ook in andere dorpen op het Hogeland waar eerder werd gekapt was dit vermoedelijk het geval.

De Bomenridders eisen dan ook handmatige kap.
Wat mij eveneens een uitstekend idee lijkt. 
Want ja, sommige essen zijn ziek, maar waarom moeten alle gezonde (niet)-essen dan meteen óók mee?
Zie vooral ook de foto's van de schade op de eerste dag van de kap, in een eerder vandaag door mij geplaatst stukje.

Maar nu iets anders.
Een journalist van het Dagblad van het Noorden bleek van mij te hebben gehoord.
Nou ja, niet van mij - dat wil zeggen met naam en toenaam - maar van de 'Rotterdamse weekend-bewoonster van Kruisweg'.
Zodra hij ging Googlen op 'bomen' en 'Kruisweg' om zich in te lezen in verband met een eventueel stukje over het stilleggen van de kap in het bos te Kruisweg stuitte hij op een wonderlijk verslag over een bijeenkomst met vier boswachters en dertig dorpsbewoners, te Kruisweg.

Oei. 
Ineens blijk ik niet de enige te zijn geweest die destijds een stukje schreef over deze bijeenkomst te Kruisweg.
Want Tjitske Zuiderbaan, een vertegenwoordigster van de politieke partij 50+, naar eigen zeggen voor 'alle jonge mensen boven de 49 jaar', blijkt deze happening eveneens te hebben beschreven, op een 50+ Blog.
Verkregen via: 50+ in Nederland
Ik citeer:
BLOG – In de zaal van het dorpshuis zijn dertig van de 330 inwoners van het Noord-Groningse dorp Kruisweg bij elkaar gekomen. Het zijn voornamelijk omwonenden van het essenbosje aan de Hogeweg. Staatsbosbeheer is met vier man vertegenwoordigd. 
Tot zover komt een en ander redelijk overeen met mijn eigen herinnering aan deze bijeenkomst.


Screenshot, 17 juli 2018, 50+ in Nederland

Maar dan komt het: 
Een Rotterdamse weekendbewoonster van het Groningse Kruisweg eist als eerste de microfoon. ’Doet Staatsbosbeheer dit niet om het eigen huishoudboekje op orde te krijgen? We weten allemaal dat essenhout goed hout is en dus geld oplevert. Staatsbosbeheer is financieel ongezond en kan de opbrengst van het hout goed gebruiken.’ Ze wijdt verder uit over het huishoudboekje en sleept ook Groen Links er met de haren bij.  
Die Rotterdamse weekendbewoonster, dat was ik.
Kan niet missen: zelfs de journalist van het Dagblad van het Noorden herkende mij erin, zonder mij ooit te hebben ontmoet...

Groen Links werd er overigens niet zomaar 'met de haren bijgesleept'.
Want GroenLinks politicus Harrie Miedema van de provincie Groningen had kort daarvoor in de krant gestaan met een bezorgde uitlating over de verontrustende afname van het aantal Groninger bossen in de afgelopen jaren.
Vandaar dus: best relevant eigenlijk.

Hoe dan ook wil ik alsnog mijn welgemeend excuus aanbieden voor de shock die ik - om wat voor reden dan ook - veroorzaakt heb:
Om haar heen rollen de ogen van de dorpsbewoners. Je ziet ze denken: ‘Import’. De vrouw heeft alle plekken in de provincie Groningen bezocht waar Staatsbosbeheer de zieke essen heeft moeten kappen. ‘Het is een slachtveld, helemaal kaal, echt helemaal kaal. Niet alleen de essen, ook de gezonde eiken en andere bomen zijn gekapt. Ik heb foto’s gemaakt, die kan ik laten zien, duizenden foto’s.’
Dat van die rollende ogen, daar is geen woord van gelogen.
Tjitske Zuiderbaan heeft goed opgelet.
'Import', inderdaad: je zág het ze denken.
Dat van die import werd me ook na afloop van de bijeenkomst flink ingepeperd door een bijna agressief geworden dorpsgenoot, die verklaarde dat ik niets over het bos te zeggen had, aangezien ik 'nooit in het bos kwam'.
Wat niet waar is, want ik loop er vaak, met de hond.

Dat van die duizenden foto's getuigt wederom van een scherpe opmerkingsgave.
Ik heb inderdaad duizenden foto's gemaakt, overal in de Groninger Kleibossen waar werd gekapt of die op de nominatie staan om gekapt te worden.
'Bewijsmateriaal' noemen ze dat ook wel, in de wetenschap. 
Screenshot, 17 juli 2018, 50+ in Nederland

Maar de merkwaardige aanduiding 'slachtveld' zal ík toch zeker niet gebruikt hebben?

Hoe dan ook, het ergste moet nog komen:
Zij weet goed hoe ze een heel dorp tegen zich in kan nemen. Er wordt onrustig op stoelen heen en weer geschoven. De kappers van Staatsbosbeheer verweren zich geduldig en zorgvuldig. Boswachter Dennis, een goeiige, gezellig ogende jongeman met stiekeltjes en een zilveren oorring, krijgt bijna tranen in zijn ogen als hij het over de staat van de aangetaste bomen heeft. Zijn liefde voor bomen is groot.

Kappers?!
Oh, ik snap het al, vanwege die 'stiekeltjes'.
Zouden de boswachters van Staatsbosbeheer elkaars haren moeten knippen, bijvoorbeeld vanwege het wat noodlijdende 'huishoudboekje' van Staatsbosbeheer en een daarmee eventueel samenhangend ontoereikend boswachters-loon?
Nee toch?!

Nu moet ik ineens bijna zelf huilen, als ik deze, wat je noemt gevoelvolle, interpretatie van een aanvankelijk toch vooral informatief bedoelde bijeenkomst herlees.
Als 'boswachter beheer' door het leven gaan - d.i. met gekleurde spuitbussen doodvonnissen markeren - en dan uitgerekend zó'n enorm grote liefde voor bomen hebben opgevat!
Alsof je... van dieren houdt maar bij wijze van 'tegenprestatie' voor je uitkering gedwongen wordt vrijwilligerswerk op een, tja, 'slachtveld' te gaan verrichten...

Helaas draai ik almaar om de hete brij heen...
Hoogste tijd om de dingen bij de naam noemen:
Zij weet heel goed hoe zij een heel dorp tegen zich in moet nemen.
Ik dus (alias Blogwachter).
Aiaiai.
Maar als ik eerlijk ben dan is hier evenmin een woord van gelogen.
Want die hele happening in dat dorpshuis pakte voor mij op zijn zachtst gezegd... nogal onprettig uit.
Eigenlijk waren de boswachters nog het aardigst: zij bleven beschaafd.

Ik was, nota bene, met de trein én met de bus - helemaal vanuit Rotterdam - gekomen.
Speciaal voor deze bijeenkomst.
Zelfde avond ook weer terug, want de volgende dag verplichtingen in Rotterdam.
Kostte best een hoop centjes ook.
Je zal maar van bomen houden!
En dan, ondanks al je goede bedoelingen, het héle dorp tegen je in het harnas. 
Lieve hemel: als ik dit geweten had, was ik liever thuis - ja u leest het goed: te Rotterdam! - gebleven!

Want alles liep die noodlottige zaterdag - nota bene de verjaardag van mijn man, die in Rotterdam achterbleef - in het honderd, tenminste voor mij.
Zoveel zal inmiddels wel duidelijk zijn:
De voorzitter van de dorpsvereniging breekt in in het relaas van de weekendbewoonster. ‘Er zijn meer mensen met vragen.’ 
Zo werd een en ander - onwillekeurig - een pijnlijk lesje zelfkennis.
Misschien leer ik er iets van (feedback).
De meeste mensen zeggen zulke dingen nu eenmaal niet recht in je gezicht.


Screenshot, 17 juli 2018, 50+ in Nederland

Maar ineens blijkt Tjitske afgeleid.
Want het volgende fragment gaat overduidelijk niet over mij:
Een wulpse blonde vrouw met een aardig bosje essenhout voor de deur dat benadrukt wordt door de verticale strepen in haar afgedragen trui, heeft een vraag namens haar zoontje.
'Essenhout'?
'Aardig bosje'?
'Afgedragen trui'?

Wie is de schrijfster eigenlijk, deze Tjitske?
Ik begin - ondanks mezelf - nieuwsgierig te worden.
Zo te zien is zij zelf óók best een 'wulpse' blonde vrouw:
Tjitske Zuiderbaan

Het laatste stukje van haar blog gaat over de excursie, met de dorpsbewoners, en de vier boswachters van Staatsbosbeheer, naar het dorpsbos:
Bij de hut van het zoontje van de wulpse vrouw aangekomen, schiet boswachter Dennis weer vol. De jongens hebben met messen in bomen gekerfd. Kriskras, niet eens een hartje met initialen. ‘Dit overleven die bomen niet. Ook als je bij het bouwen van een hut maar één roestige spijker in een boom slaat, kan dat de boom al fataal worden.’ Het is wel een mooie hut, alleen dat plastic dak had anders gemoeten. Plastic hoort wat de bosbeheerders betreft niet in een bos. Toch zullen ze hun best doen om de hut te sparen. Maar boswachter Dennis gaat wel een hartig woordje met de huttenbouwers spreken. Want hutten bouwen in het bos? Dan vooral touw gebruiken, veel touw. En geen spijkers, want dan moet boswachter Dennis echt huilen.
Ineens begint het me te dagen: Tjitske bedoelde dit alles ironisch.
Zij hanteert wat je noemt een superieure ironische stijl!
Wat een opluchting, pfoeh...
Ook dat van die 'weekendbewoonster', die een heel dorp tegen zich in het harnas jaagt met haar grote mond: het is alles maar een - ongetwijfeld goed bedoeld - gebbetje.


Screenshot, 17 juli 2018, 50+ in Nederland

Gelukkig kan ík nu mijn tranen drogen...
Nu die arme (maar 'goeiige') boswachter(s) nog.
Dagelijks noodgedwongen op het 'slachtveld' en dan tot overmaat van ramp door je collega's worden 'gekapt'?!
Laten we maar hopen dat het bovenstaande berust op een vervelend misverstand...