dinsdag 23 november 2021

Windmolens te Roodehaan? Een gewaarschuwd mens telt voor twee...



Windmolenpark Eemshaven. Foto Blogwachter, augustus 2019


'Reuring': ziedaar een veelgebruikte aanduiding voor een verzameling burgers geconfronteerd met een willekeurige op handen zijnde verandering in hun leefomgeving ('backyard').
Anders gezegd: het is niet goed, óf het deugt niet.

Neem de zes geplande windmolens bij het buurtschap Roodehaan in de stad Groningen.
'Tweedehands' nog wel!
En met vrolijke zuurstok-kleurtjes...
De geplande molens schámen zich niet eens voor zichzelf.
(Dit laatste in flagrante tegenstelling tot de recentste blessen van Staatsbosbeheer.)

Wat moet ik erover zeggen?
'Gehaktmolens voor trekvogels', aldus een omwonende.
Persoonlijk zie ik liever bomen, en dan druk ik me nog mild uit.

Wat moeten we eraan doen?
Inspraak, informeren, discussiëren, protesteren, accepteren: dat is het zo'n beetje.
De ervaring leert dat de meeste windmolens er tóch wel komen.
U wilt toch ook groene energie?
Nou dan!

Het oude liedje:
'Bewoners voelen zich genegeerd bij inspraak', meldt het Dagblad van het Noorden, 'zij hebben geen uitnodiging gekregen om te komen praten over de gang van zaken'.

Schandalig toch?!

Als ik het niet meer weet, grijp ik altijd maar weer naar boeken.
Fictie, zelfs (jawel).
Mijn 'guilty pleasure'.
Want ik lijd aan een hardnekkige voorkeur voor nutteloze verhaaltjes over niet-bestaande mannen en vrouwen.

Neem bijvoorbeeld de roman op onderstaande afbeelding, over de perikelen rond een gepland windmolenpark bij een afgelegen dorp in de voormalige DDR.




'Unterleuten' ('Ons soort mensen', 2016) is een vlot geschreven en hier en daar zelfs verschrikkelijk grappig boek.
Maar de beschreven inhoud, hoewel van begin tot eind uit de duim gezogen, is vooral verschrikkelijk WAAR.
Zoals bij alle goede kunst wordt in dit werk een stukje werkelijkheid wérkelijker gemaakt.
Want de Eerste Wet van de Fictie gaat ook hier weer op: hoe preciezer en genuanceerder je het uiterste individuele beschrijft, hoe universeler de lessen die hieruit te leren vallen.

Neem onderstaande citaten met betrekking tot een informatieavond voor burgers over een gepland windmolenpark in de nabije omgeving.
Citaten die wonderwel van toepassing zijn op de informatievoorziening van Staatsbosbeheer, zodra het gaat over (naderende) bomenkap.
Want op bomenkap reageren burgers soms net zo emotioneel ('reuring') als op geplande windmolens...
Een uitdaging voor de publieksvoorlichter!

Voor de burgers begint alles met de informatievoorziening.
Want een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Zo ging het bijvoorbeeld in het fictieve dorpje Unterleuten (Zeh, p.156/157):

‘Hier ziet u een kadasterkaart van de regio’
[…]
‘Je kunt er niets op herkennen,’, zei Christina, de kleuterleidster.
‘Lichter maken,’, riep het meisje in de blauwe jurk, dat al eerder had gesproken.
‘Groter,’ kwam het van Jacob of Norbert.
P. 159:
‘Ik zal u uitleggen wat u op de plattegrond ziet.’
p.163:
‘Op de vervaagde projector op de wand viel onmogelijk te herkennen welke percelen de aanwijsgebieden precies omvatten. In de gauwigheid kon dus niemand zien van wie de bewuste stukken grond waren. Het onscherpe beeld was geen toeval. Zelfs het draaien aan de knopjes van de beamer maakte deel uit van een zorgvuldige enscenering. De laatste maanden had de verbazingwekkende meneer Pilz een methode ontwikkeld om zijn werk te doen.’

Zoek de overeenkomsten: onleesbare slights, een informatie-excursie in het (half)donker, zwarte blessen net boven de grond...
Het doelbewust achterhouden van informatie, vermomd als knulligheid: 'de andere verf was op'.
Maar verdomd, het wérkt (Zeh, p. 175):

‘De geheimhoudingsstrategie was een gouden greep gebleken. Niemand had de tijd gehad om zich op het thema windenergie voor te bereiden.’

En helaas niet uitsluitend te Unterleuten...

Interessanter nog is de veronderstelde psychologie van de dorpelingen.
Hierin zie je de hand van de echte professional (Pilz, in het geval van Unterleuten), in 'publieksvoorlichting'.
Deze ontwikkelde een 'methode' om, in het hol van de leeuw, 'je werk te doen'!

Samengevat door Juli Zeh (p.164):

‘Het was de kunst om de afkeuring tot het kookpunt op te schroeven, de woede vervolgens te laten verdampen en dan argumenten aan te dragen die duidelijk maakten dat er geen alternatief bestond voor het hele project. Op die manier ontstond de indruk dat het om complexe materie ging met een zekere noodgedwongenheid. Dat verwarde de mensen. Pilz hoefde geen instemming, alleen berusting.’

Lijvige romans van goede kwaliteit zijn dan ook vaak 'sociografieën': precieze beschrijvingen van een dorps- of grootstedelijke omgeving, met name van de sociale processen.
Als een sociologisch werk zonder wetenschappelijke pretenties, zou je kunnen zeggen.

Al in 1959 - 'de dramaturgie van het dagelijks leven' - schreef de socioloog Erving Goffman interessante dingen over het verschil tussen de 'voorstelling' en de 'werkelijkheid'.

Sociologen en romanschrijvers, één pot nat!
Voordeel van de sociologen (ondanks hun jargon) is dat ze - tenminste enigszins - wetenschappelijk onderbouwd hun beweringen (moeten) doen.
Neem het volgende citaat van Goffman (p.230):

'En het paradoxale daarbij is, dat hoe meer belang men stelt aan de realiteit die zich aan de waarneming onttrekt, des te meer men zijn aandacht moet richten op de uiterlijke schijn'

Uiterlijke schijn te Unterleuten: inspraak voor de burgers.
Pijnlijke realiteit te Unterleuten: het windmolenpark komt er tóch, en de burgers mogen uitvechten welke grootgrondbezitter aldaar de winst (150.000 euro per jaar) opstrijkt.

Of neem deze, van Goffman weer (p.230):

'Op dit punt echter krijgen communicatieve handelingen een moreel karakter. Men is immers geneigd de indrukken die door andere mensen gewekt worden, op te vatten als impliciet overgebrachte pretenties en beloften - en pretenties en beloften zijn moreel van aard'

Verplaatst naar Unterleuten: de pleuris breekt uit, en dat is - hoe je het wendt of keert - mede de verantwoordelijkheid van de keurige professional en zijn windmolens.
Knuppel in het hoenderhok!

Om het af te leren (sociologisch jargon) nog eentje van Goffman (p.231):

'Deze methode houdt in dat zij niet zozeer een bepaalde indruk van hun activiteiten laten opkomen als bijprodukt van die activiteiten zelf, maar hun referentiekader verleggen en hun energie geheel wijden aan het creëren van een gewenste indruk. In plaats van te trachten bepaalde doelen met acceptabele middelen te bereiken, kunnen zij trachten de indruk te wekken dat zij die doelen met acceptabele middelen bereiken. Het is altijd mogelijk de indruk te beïnvloeden die de observator hanteert als substituut voor de werkelijkheid. Immers: iets dat kan fungeren als teken voor de aanwezigheid van iets anders, kan ook gebruikt worden wanneer dat andere in het geheel niet aanwezig is. Het feit dat men als observator nu eenmaal altijd moet afgaan op een bepaalde voorstelling van zaken, schept de mogelijkheid tot het geven van een verkeerde voorstelling van zaken'.

Volgt u het nog?
Het is een wat complexe manier om te zeggen dat publieksvoorlichters niet noodzakelijk de waarheid vertellen.
In het bijzonder onaangename waarheden (windmolens, bomenkap), maar dit terzijde.
Een en ander vertaald naar Unterleuten (Zeh, p. 163):

'De laatste maanden had de verbazingwekkende meneer Pilz een methode ontwikkeld om zijn werk te doen.’

Voordeel van de romanschrijvers is, zoals ik al schreef, dat ze gewoonlijk beter formuleren (p.163):

‘In werkelijkheid waren de dorpelingen veel te fatsoenlijk om zich tijdens een vergadering met zijn allen op één persoon te storten.’

Ook over dit fenomeen schreef Goffman eerder, maar dat boek heb ik nu (gelukkig?) even niet paraat...
Samengevat: publieksvoorlichter Pilz is een keurige (jonge)man.
Net als - voorbeeldje - al die aardige boswachters van Staatsbosbeheer.
Hij doet gewoon zijn werk, en een beschaafd publiek gedráágt zich in zo'n geval.
Al is het maar omdat het beleid niet gemaakt wordt door publieksvoorlichters!

'Er is toch niets aan te doen', hoor ik de mensen al zeggen.
En zo kom ik uit bij waar ik begonnen ben: het windmolenpark komt er sowieso.
Daar hebben bij voorbaat ontmoedigde en/of weinig 'activistische' burgers beslist een punt.
Misschien kunnen de inwoners nog een beetje meebeslissen over de kleur.
Ik zou zeggen: liever zachte pastel- dan zuurstokkleuren, midden in een akker...

Vergelijk Unterleuten (Zeh, p.171)

‘Wat dus betekent dat de gemeenten níét verantwoordelijk zijn. Ook niet uw sympathieke burgemeester.’
[…]
‘Wezenlijke kwesties worden niet in Unterleuten bepaald.’
[…]
'De zaal zweeg. De mensen waren het wel gewend om te horen dat ze niets in te brengen hadden. Gek genoeg bracht deze mededeling geen woede teweeg, maar een slecht geweten. […] Misschien vonden ze het gênant dat ze ook maar een seconde het idee hadden gehad dat ze een stem hadden. Of ze schaamden zich dat ze niets tegen de machtsberoving ondernamen. Maar de waarschijnlijkste optie was dat hun slechte geweten voortkwam uit hun heimelijke opluchting. In werkelijkheid waren de mensen bij als ze niets hoefden te beslissen, en dus ook niets hoefden te begrijpen. Op die manier bespaarde je jezelf het vermoeiende nadenken over ingewikkelde kwesties en hield je evengoed het recht om je naar hartenlust te beklagen. Arne voelde hoe de mensen zich voorbereidden om tijdens de rest van de voordracht weg te dutten, om na afloop buiten luidkeels op die-daar-boven te gaan foeteren.’

Excuus.
Het is nadrukkelijk niet mijn bedoeling om wie dan ook te ontmoedigen. 

Ik probeer het nog eens: sta vroeg op, en heb Tijd, alsmede het nodige doorzettingsvermogen, voldoende vrienden (steun), een harde kop, geen overmaat aan sociale angsten, en - in het algemeen - 'focus'.
Een en ander om je énigszins effectief tegen het beleid van de (Nederlandse, Duitse) overheid te verzetten.
Of het nu gaat om windmolens ('Vento Direct' uit Unterleuten), bomenkap (Staatsbosbeheer), gasboringen (NAM), toeslagen of iets anders.
Je vecht tegen grote financiële belangen!

Gelukkig heb ik nog wel een tip, om de moed erin te houden.
Als het niet lukt om je tegen de overheid te verzetten, kun je in ieder geval met 'luidkeels foeteren' je voordeel doen.
Dat lucht op, én levert (ook nog iets) op.

Zo wemelt het in de Provincie Groningen van de gloednieuwe, poep-sjieke speelplaatsen, gefinancierd door de NAM.
Gulle giften, beloofd in dorpshuizen, aan diverse verenigingen Dorpsbelangen.
Mooi geregeld toch?

In de woorden van Juli Zeh (p.174)

‘En als er eens een dorpsfeest wordt georganiseerd, weet Vento Direct dat je daar het ene of andere vijftigliterfust voor nodig hebt.
Het gejuich bleef uit, maar niemand protesteerde.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten