Posts tonen met het label Vóór de kap. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Vóór de kap. Alle posts tonen

vrijdag 12 november 2021

Zwarte blessen op te kappen essen (historische wierde Maarhuizen)




Te kappen essen te Maarhuizen.
Foto: Blogwachter, 10 november 2021

Het lijkt soms net een kat- en muisspel, tussen 'verontruste burgers' en Staatsbosbeheer.

Jarenlang werden te kappen essen immers knaloranje of rood gemarkeerd, en de ‘toekomstbomen’ helblauw.
De diverse kleurige blessen bevonden zich gewoonlijk ongeveer op ooghoogte.
Schouderhoogte zo je wilt: wel zo praktisch voor de ‘blesser’ die in dat geval niet door de knieën hoeft... 
 
De klassieke felgekleurde markeringen op ooghoogte waren zelfs vanuit de verte makkelijk te zien.
Bijvoorbeeld vanuit de cabine van een of andere oogstmachine.
Of uit de ooghoek van een toevallige passant. 
 
Maar het kan verkeren. 
Op de historische wierde te Maarhuizen - gemeente Hogeland, nabije omgeving van Winsum – zijn de stippen ineens zwart, en op hooguit 30 – 80 centimeter boven de grond aangebracht (zie afbeeldingen).
Langs de paden vrijwel overal op 30 centimeter hoogte, langs de sloot of tussen meidoorns en ander struikgewas een enkele keer iets hoger. 
En ja, juist deze essen – ziek of niet ziek – zullen worden gekapt.
 
Een te kappen es langs de slootkant, historische wierde Maarhuizen. 
Bles is nauwelijks zichtbaar. Foto: Blogwachter, 10 november 2021

Desgevraagd verklaart één van de aanwezige boswachters – informatie-excursie, dinsdag 9 november 2021 – dat ‘de verf waarschijnlijk op was’. 
Ik zou nog kunnen bedenken, nota bene ter verdediging van Staatsbosbeheer, dat de oranje en rode markeringen de historische wierde zouden kunnen ontsieren, maar het antwoord blijkt even onwaarschijnlijk als ontluisterend: de gekleurde verf was op!
Oftewel, álle gekleurde verf: oranje, rood, geel desnoods.
 
Maar met welk doel zou Staatsbosbeheer eigenlijk zwarte verf hebben aangeschaft?
Kopen ze hun spuitbussen in alle kleuren, als een complete tekendoos voor een kind?

Diverse te kappen essen pop de historische wierde te Maarhuizen.
Foto: Blogwachter, 10 november 2021


De zwarte stippen – opvallend klein bovendien – zijn voor toevallige passanten bijna niet te zien: uit je ooghoeken lijkt de stip een knoest, of een kleine holte. 
De lage hoogte, waar doelbewust moeite voor lijkt te zijn gedaan – geen werk voor mensen met rugklachten – doet vermoeden dat er opzet in het spel is.
Maar vooruit: bomenliefhebbers zijn géén complotdenkers!

Het bos Abelstok, markeringen.
Foto: Blogwachter, 18 augustus 2017


Toch is het contrast, bijvoorbeeld met de vroegere markeringen in het bos Abelstok opvallend (zie bovenstaande afbeeldingen). 
Daarbij is het herfst, en wintertijd op de koop toe.
Dit betekent dat het rond 5 uur al behoorlijk donker is.
 
Onze excursie, onder begeleiding van twee boswachters, begint echter om 16.30 en eindigt om 18.00 uur, als je in het weiland geen hand voor ogen meer kunt zien.
Na pakweg een half uur zijn de markeringen dus al vrijwel niet meer te zien.

De historische wierde te Maarhuizen, nabij Winsum.
Foto: Blogwachter, Maarhuizen, 10 november 2021


De volgende dag kom ik terug om foto’s te maken.
In het volle licht ontdek ik helaas nog veel meer onopvallend zwart gemarkeerde bomen, dan die waar de boswachters ons op gewezen hebben.
Vooral op plekken – langs sloten – waar nooit iemand komt, en het veelgebruikte argument van ‘de veiligheid van de burgers’ in alle redelijkheid niet op kan gaan.

Te kappen es langs de slootkant, met vrijwel onzichtbare zwarte bles.
Foto: Blogwachter, Maarhuizen, 10 november 2021

Kortom: een nieuwe herfst, een nieuw geluid!
Met Staatsbosbeheer wordt het in ieder geval nooit saai...

Verontruste burgers, wat is hierop uw antwoord?
Ikzelf houd voortaan mijn ogen nóg beter open.
Tenminste in de nabijheid van elke boomakker in beheer van Staatsbosbeheer waarop nog één of meer volwassen bomen te vinden zijn. 
Want een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Zie voor meer informatie over en beelden van Maarhuizen mijn volgende blog.

 
 
 

vrijdag 19 oktober 2018

'The ancient woods': een 'film for thought'


Wat is dat toch merkwaardig!

Uitgerekend op het moment waarop we in staat zijn om flora en fauna met de prachtigste (tele)lenzen tot in het kleinste detail vast te leggen, staan we op het punt om dit alles onherstelbare schade toe te brengen.

Of zelfs - en mogelijk op onvoorstelbaar korte termijn - vrijwel geheel te vernietigen.
Dat laatste met behulp van, alwéér, de modernste technieken.
  
Toeval?
Niet echt.

De rode draad in dit verhaal is, nogmaals, de moderne techniek.
De moderne techniek, die met evenveel recht geniaal kan worden genoemd, als (werkelijk, volkomen) gestoord.
Zowel de alziende boodschapper van het mooiste en het beste, als de stekeblinde (niets ontziende) vernietiger van onze gehele planeet.

'Alles is mogelijk; de techniek zal ons redden', verzekeren optimisten ons keer op keer.
Helemaal ontkennen kan ik dit niet.
Sommige techniekliefhebbers doen het zelfs (de wereld redden), wat zeker enorm te prijzen is.
Maar vaak - te vaak - vervult techniek een geheel andere rol. 

Daar gáán we dan, op weg naar onbekende en heerlijke bestemmingen!
Maar wat gek: de remmen doen het niet meer, het stuur is afgebroken, alle waarschuwingslampjes laten het afweten en de handleiding blijkt zoek.
Met de navigatie schijnt óók al iets aan de hand te zijn.
Want die vriendelijke, gedienstig orerende juffrouw stuurt ons ineens zómaar de afgrond in...

De moderne techniek: hoe 'bipolair', 'schizofreen' of 'psychopathisch' - menselijk, ál te menselijk - wil je het hebben?
Misschien moet je kinderen gewoon niet zulk gevaarlijk gereedschap in handen geven.
Of tenminste een beetje in de gaten houden.

Eén ding is zeker: de moderne techniek zit nooit één seconde stil.
Veel te kostbaar: als je eenmaal zo'n mooie machine hebt aangeschaft moet je 'm gebruiken ook!
24/7 zoals dat heet. 

Ja, óók 's nachts!
Met één kanttekening, dát wel.
Want - om een voorbeeld te noemen - ''s Nachts maaien is de overtreffende trap van erg'
Vooruit, u krijgt het gehele citaat erbij!
Uit het mooie boekje 'Landschapspijn', van Jantien de Boer:

Henks ogen vonken, want 's nachts liggen de hazen, de reeën en de broedende grutto's weerloos in het land. Ach die grutto's. 'Soms dacht ik vroeger bij het eierzoeken, als ik in de verte eentje had gezien: potverdikke ik kan hem niet vinden, en dan ineens plof, vlak voor je voeten vloog hij van het nest.' Als je 's nachts gaat maaien, maak je alles kapot. Dan vind je smots zoals dat in het Fries heet, oftewel puree, zegt de weidevogelkenner. 'Of een eend met de poten eraf die nog leeft.' 's Nachts maaien is de overtreffende trap van erg.

Ja, die jonge reeën... 

Die worden gevonden met het kopje óf de pootjes eraf gemaaid.
Want als de moeder weg is, blijven de kleintjes braaf op hun plek, wát er ook gebeurt!

Kortom: overal en altijd - 24/7 - razen, tieren, brommen, scheuren, snijden, stampen, graven, kappen, kloten, klieven, racen, raggen, breken, boren, 'beschermen' (van gewassen, u weet wel...), slaan, schieten, slopen, heffen, hakken, versnipperen, verstoren, verslepen, verzieken, (ver)vellen, villen, folteren, falen en zelfs (zelfs? juist...) moorden machines...

Soms lijkt het wel alsof de gevolgen van de techniek 'onontkoombaar' zijn geworden.
Techniek als een soort natuurramp eigenlijk.

'Handmatig kappen kan nu écht niet meer, dat is veel te duur...'. 
Lekker makkelijk, want zo lijkt het alsof álles zich buiten ons toedoen afspeelt.
Alsof we er werkelijk helemaal níets aan (tegen) kunnen doen.

Maar in tegenstelling tot een orkaan of een vulkaanuitbarsting, komt de moderne techniek nog altijd niet erg ver zonder... knechten.
Toegegeven: erg veel zijn er al lang niet meer nodig. 
Elke dag minder eigenlijk. 

Zo kunnen we het 'vuile werk' succesvol afschuiven op de enkeling, en daar dan vervolgens een beetje op mopperen. 
Terwijl - ik noem maar een voorbeeld - de boer toch het eten voor ons allemaal verbouwt.

Wat ik zeggen wil: ondanks het soms niets ontziend lijkende geweld is en blíjft het toch allemaal een kwestie van keuzes.
Ménselijke keuzes, om precies te zijn.

Bij elke druk op de knop, bij elke voet op elk pedaal - maar vooral: bij elke hap voedsel, of elke vlucht naar een ver of minder ver land - maken we keuzes die niet per se onontkoombaar zijn.
In plaats van te vliegen naar de laatste restjes ongerepte natuur, kun je bijvoorbeeld ook gaan wandelen in je eigen bos.  

'The ancient woods' laat bovendien zien dat de modernste techniek met evenveel gemak kan worden ingezet om 'alles van waarde' bijvoorbeeld minutieus mee vast te leggen.
Zodat een weldenkend mens het wel uit zijn (haar? Hm...) hoofd laat om er met zijn (haar) tengels aan te zitten...
Laat staan met behulp van niets ontziende (want veel te grove) 'werktuigen', waar de ziel van de mens zich - met het al te kwetsbare lichaam - onzichtbaar, onhoorbaar én onwetend in of achter verschuilt...

Een beetje ironisch is het allemaal wel.
Maar goed: dankzij diezelfde moderne techniek waarmee we zoveel verwoesting aanrichten kunnen we - in ieder geval - niet langer met droge ogen beweren dat we het, ál die tijd dat deze verwoesting gaande was, niet gewéten hebben.
Al is het alleen maar hoe wonderbaarlijk, rijk, waardevol, adembenemend en vooral móói onze bossen waren en wat er allemaal leef(de!)t:


Beeld uit de film 'The Ancient Woods', Litouwen, 2017

Ik dwaal af.
Eigenlijk wilde ik gewoon iets over die prachtige film schrijven, 'The ancient woods'.
Maar deze film roept opvallend veel associaties en emoties op.

In Litouwen, waar de film werd gemaakt (door Mindaugas Survila, in 2017), werd 'The ancient woods' nota bene een 'bioscoophit'.
En dat voor een film zonder achtergrondmuziek!

Er wordt zelfs niet gepraat in de film.
Nee, niet ééns een voice-over: de onontkoombare metgezel van iedere natuurfilm op TV.

Bepaald exotisch is de film óók al niet.
Het gaat om een noordelijk bos, zonder apen en tijgers, maar ook zonder ijsberen. 

Tot overmaat van ramp is de film traag, héél traag: geen achtervolgingen, nauwelijks moordpartijen - niet weg te denken uit de gebruikelijke natuurfilms, alsof de natuur alleen bestaat uit eten en gegeten worden - en beelden waarin secondenlang he-le-maal niets gebeurt.

Nou ja... níets?!
Kijk maar, je ziet niet wat je ziet.
Tenminste: zoiets lijkt deze filmmaker te willen uitdrukken.

Daar zit je dan.
En je moet wel zien, en je moet wel luisteren.
Want het duurt maar, en het duurt maar...

Maar dán gebeurt er een wonder. 
Zodra je aandacht - gewoonlijk suf gebombardeerd door snelle beelden en indrukken - zich verscherpt, blijken de beelden en geluiden uit dit 'oude bos' - niet eens een oerbos, want dat hebben 'we' (wij, Europeanen) alleen nog in Polen - van een eindeloze subtiliteit en overvloed. 

Dít zijn nu die bossen waaruit al die oude midden-Europese sprookjes en noord-Europese sage's zijn voortgekomen.
Niets lijkt hier te gek.
In deze atmosfeer verwacht je elk moment een oude toverheks op een bezemsteel.

Voorlopig zie je echter relatief 'gewone', maar daarom niet minder wonderbaarlijke dieren.
Ontwakend uit een winterslaap, voedsel zoekend, dwalend, elkaar het hof makend, kortom: lévend.

Oude bossen: ze zíjn er nog!
Maar voor hoe lang?

Aan onze techniek zal het niet liggen.
Want met de modernste techniek kunnen we werkelijk álle kanten op.
Zelfs de goeie!

Kortom: de Mens is aan zet.
De Mens: dat wil zeggen ik, u, jij, wij, jullie!
De keus is aan ons: de ogen sluiten voor de grootschalige vernietiging van ons 'groene erfgoed' - die nu onder onze ogen gaande is - óf er kennis van nemen.
Of zelfs naar de camera (of de pen) grijpen om alles tenminste vast te leggen.

Alles dus
Waarmee ik bedoel: zowel de 24/7 plaatsvindende vernietiging, als de grote waarde van wát er precies allemaal - met grof geweld, op onvoorstelbaar grote schaal - vernietigd wordt.
Het vastleggen én succesvol overbrengen van de enorme schoonheid en rijkdom van dit alles is misschien wel het allerbelangrijkste.

Zo is deze film een monument geworden voor alle oude bossen in de wereld.
Helaas hebben we zulke monumenten op dit moment meer nodig dan ooit eerder in de geschiedenis.
Want de druk op de laatste oude bossen neemt elke dag toe.
 
Kappen met kappen, om kort te gaan.
De film is mooi, maar het bos is - eigenlijk is dit geen vergelijking - mooier!

Voor behoud van oude bomen en bossen is momenteel - met de hete adem van de 'roofvijand' in de nek - vooral draagvlak nodig: bewustwording en vervolgens breed(!) gedragen protest. 
Juist daarom is het zo verheugend dat deze film - ik herhaal het nog maar eens een keer, omdat het déze tijd van telkens 'sneller' wordende beelden bijna on-ge-loof-lijk lijkt - nota bene een 'bioscoophit' werd!

In Litouwen, dát moet er wel bij...
Nu wij nog!

NB: Voor meer informatie over deze film, zie ook mijn filmrubriek (onder pseudoniem Ietje Luur): https://glaasjenadefilm.blogspot.com/2018/11/the-ancient-woods-litouwen-2018.html

Toegift (18 augustus 2023, Volkskrant O&D)
CO2-opslag

Het begint met bomen die CO2 opslaan. Dan kappen we de bossen in Estland. Vervolgens verbranden we ze in de biomassacentrale in Nederland. Daarna pompen we de hierbij gevormde CO2 naar een ondergrondse gasopslag (Voorpagina, 17 augustus). Ingewikkeld hoor, om op zo'n manier je kop in het zand te steken.

Jeroen van Linge, Groningen



zondag 23 september 2018

Het dorpbos te Kruiswég? Dat wás toch niet veel?!

Op allerlei manieren probeer ik te beschrijven wat momenteel gaande is te Kruisweg (Kloosterburen).
Maar telkens blijf ik in de eerste aanloop steken.
Voor het eerst sinds ik begon met deze blog - zomer 2017 - lijd ik aan wat je noemt een 'writer's block'.
Ik wéét het gewoon even niet meer.
Het is me teveel, ik slaap er slecht van, kortom: een overmaat aan emoties... die lastige dingen die zo verschrikkelijk uit de mode zijn.
'Objectiviteit en rationaliteit' naar de kloten: dat werk.

HOE beschrijf je op welke wijze een geliefd bos, boordevol met leven, eenvoudig wordt... plat gemaaid?
Met de grond gelijk gemaakt?
Domweg geoogst als een akkertje met graan of aardappelen? (met man en macht, vóórdat de regen komt en de piepers gaan rotten...)
Of, in één woord: gesloopt?


Vrij vertaald, met toevoeging:
'De essen zijn ziek. Ze moesten gekapt'
'Maar niet op déze manier!'
Cartoon verkregen via internet

Zoals één van de Groningse bomenridders opmerkt: het is ecocide.
Nogal een groot woord, maar eigenlijk weet ik zelf ook geen beter. (voor argumentatie met betrekking tot de acute aanleiding voor de door Staatsbosbeheer gekozen aanpak van de essentaksterfte: zie diverse artikelen op deze blog)
'Maar', zullen mensen misschien zeggen als het bos er niet meer is, 'dit bos wás toch ook niet veel?', 'laten we eerlijk wezen: het zag er toch niet uit'?
Een 'rommelig' productiebosje, aangelegd na een ruilverkaveling, volgezet met 'klonen'...
In Wehe hoorde ik zoiets van een omwonende, na de kap van het perceel naast camping Wilgenheerd.

Tja, in het vroege voorjaar - in dit geval 2018 - was het nog best kaal, dat geef ik wel toe.
Maar hoor ik daar de zanglijster?
Oordeel zelf:



Wanneer is een levend bos - voor de goede orde: met een levend bos bedoel ik een nog niet geoogst perceel, vol met volwassen(!) bomen - eigenlijk van 'waarde', op wat voor manier dan ook?
De oerbossen in Polen, díe zijn mooi.
Om maar iets te noemen.
Of karakteristieke dennen, of eiken van honderden jaren oud.
Regenwouden in een ver land, te bereiken na achterlating van een JOEKEL - tja, ff een retourtje Bali - van een ecologische voetafdruk... als je snel bent tenminste, want ook deze bossen verdwijnen op een rap tempo...
Of die majesteitelijke bossen op de Veluwe, met zacht mos op de grond en bevolkt door edelharten en eekhoorns: dá's pas wat!


Idyllisch woud... Afbeelding verkregen via internet.

Maar zo'n es daarentegen is nogal een... armoedige boom, nietwaar?
Al ís het maar omdat ie gratis is.
Want wie de eigen tuin even niet goed schoffelt (ik dus) vindt de zaailingen vanzelf, zomaar, ongevraagd, aangewaaid.
Taaie, elastische, enigszins glanzende stengels die al niet meer met blote handen uit de grond te trekken zijn zodra ze langer zijn dan een centimeter of dertig...
ONKRUIDBOMEN, hoorde ik iemand op mijn voormalige volkstuin te Rotterdam een keer zeggen.
Want destijds had ik ze al - tamelijk op leeftijd zelfs, in mijn volkstuin.
Ze beschermden mijn tuin tegen de westenwind, en mijn huisje tegen de warmte.
Van de essen achter het huisje kan ik geen foto vinden - zo 'gewoon' waren ze - maar dit was de volkstuin.
Bloemen zijn gewoon iets fotogenieker, dan essen.
Maar dit maakt de essen niet minder waardevol.


Voormalige volkstuin Blogwachter te Rotterdam.
De essen staan achter het huisje. Foto Blogwachter, 2013

Misschien kan ik mijn 'writer's block' doorbreken met te beschrijven hoe het wás... in dit binnen het geheel van de Groninger kleibossen inderdaad relatief 'bescheiden' dorpsbos te Kruisweg.
Ondersteund met filmpjes en foto's.
Dus dat moet lukken.
Eerst wat 'positiviteit', kortom, en - ondanks alles - vreugde over (en herinneringen aan) een mooi bos waarvan ik toch een aantal jaren volop heb kunnen genieten.
Hieronder bijvoorbeeld die vrolijke en levenslustige staartmees, vermoedelijk op zoek naar een geschikte plek om te nestelen.
Gefilmd te Kruisweg in het voorjaar van 2018, aan de rand van het verbindingsbos tussen noord en zuid:



Al eerder berichtte Albert-Erik de Winter uitgebreid over de grote soortenrijkdom en ecologische waarde van de Groninger Kleibossen, door hem nota bene 'groene parels' genoemd.
Hij overdreef niet: er wás zeer veel waardevols te zien en te horen. 
Zelfs in ons bescheiden dorpsbos.
Zelfs voor een leek zoals ik.
Al heb ik de specht persoonlijk maar één keer gezien - maar des te meer gehoord, evenals de koekoek - en heb ik hooguit een fractie van de (periodiek) in het bos levende vogels en andere dieren op foto of film kunnen vastleggen.
Hieronder bijvoorbeeld twee kolibri-vlinders, op het schelperpad nabij de vrijstaande kastanje:


Kolibrivlinders. Dorpsbos Kruisweg, zomer 2017. Foto Blogwachter.

Maar zelfs zonder bijzondere dieren is het bos al mooi.
Weelderig, groen, rustgevend, dicht begroeid, vol met voelbare en (soms) hoorbare geheimen:



Spechten zijn er ook, zoals ik al schreef.
Helaas heb ik hier geen Kruiswegse(wegger?) opname van, maar wel één in het Onderdendamsterbos, gemaakt op 4 maart 2018:



Dat is allemaal overdag.
's Nachts is het nog leuker, want dan zijn de vleermuizen actief.
Sinds jaar en dag natuurlijk de kleine, wilde fladderaars - die ik niet op film heb - maar sinds enkele jaren zie ik ook joekels.
Ze hebben een grote spanwijdte en vliegen veel rustiger en trefzekerder dan de kleintjes.
Deze zijn gefilmd in de zomer van 2018:




Zelfs als deze vleermuizen niet letterlijk in het bos wonen, dan nog lijken ze uitsluitend te foerageren rond bosjes of dicht begroeide tuinen.
Deels omdat ze bakens nodig hebben om de weg te vinden, en deels omdat er elders vrijwel geen insecten meer zijn.
Want ook de zwaluwen verzamelen zich gewoonlijk boven bossen, tuinen en die enkele biologische akker waar nog bloemen staan:


Boven: biologische akker (boer Westers) te Kruisweg, met bloemenveld dat veel insecten, vlinders én vogels trekt.
Onder: luchtruim boven dorpsbos te Kruisweg.
Wie goed kijkt telt negen zwaluwen tegelijk boven het bos, nu (toen) er nog iets te halen is (was)
Foto's: Blogwachter, september 2018

Er cirkelen véél vleermuizen rond het dorpsbos de Kruisweg:



Het is geweldig om deze vleermuizen rond je huis te zien cirkelen.
Ik kan er uren naar kijken.
Kon, want vermoedelijk zoeken deze vleermuizen nu een andere plek.
Mits ze die vinden, op het steeds efficiënter kaalgeslagen Hogeland...
Dan nog maar wat filmpjes:



Op deze is eveneens te zien hoe de vleermuizen langs de rand van het bos rondcirkelen.
Al lijken ze grotere cirkels rond het bos te maken naarmate het donker wordt.



Genoeg gezien?
Nog eentje, om het af te leren: 



Kortom


Dág bos, dág bomen, dág vleermuizen, dág spechten, dág koekoek, dág vrolijk staartmeesje, dág lijster, dág lijsterbes, dág egeltjes, dág lieve, kleine jonge levenslustige eikenboompjes!
Het was héél fijn om jullie te leren kennen! 
Hopelijk komen jullie héél snel weer terug - van weggeweest, in ons dorpsbos.


'Te huur'. Cartoon verkregen via internet.

Maarrrrre... nog wel ff dit, de spreekwoordelijke 'kleine lettertjes', om zo te zeggen: 'bomen groeien nu eenmaal langzaam'.
't is maar dat jullie het weten...
Omdat jullie niet kunnen lezen, moet ik dit helaas wel eventjes doorgeven (mede namens de boswachters van Staatsbosbeheer):


Informatiebord Staatsbosbeheer te Vierhuizen, september 2018.
'De bestemming blijft echter bos maar bomen groeien nu eenmaal langzaam'.

Want die lieve, leuke, huilende boswachters* wéten het... maar tóch laten ze het gebeuren.
Is dat eigenlijk niet een beetje... gek?!

* Voor de goede orde: de boswachters zijn merendeels aardige, goedwillende mensen die echt van de natuur houden.
Ik heb ook nooit iets anders beweerd, zoals iedereen kan nalezen in mijn blogs.
Tijdens de informatiebijeenkomst te Kruisweg waren de boswachters degenen die zich het meest fatsoenlijk bleven gedragen, i.t.t. bepaalde dorpelingen - deels voorstanders van de kaalslag - die zich openlijk verzetten tegen mijn inhoudelijke en goed onderbouwde maar mogelijk enigszins vasthoudende betoog. 
Je wordt tenslotte geen boswachter omdat je een hekel hebt aan de natuur, of aan bomen!
Maar wat ik de boswachters wel een beetje kwalijk neem is dat zij zich in het geheel niet lijken te verzetten tegen de verwoestende keuzes van hun werkgever, Staatsbosbeheer.
Voor zover het gaat om financiële afhankelijkheid - waar anders kun je terecht als boswachter? - heb ik daar begrip voor, maar een collectieve staking ('zo kan het niet langer') is misschien toch geen gek idee...
Probleem is - ik herhaal het nog maar een keer - dat de overheid al jaren geleden 'zelfredzaamheid' propageerde.
Voor alle Nederlandse burgers, en dus ook voor Staatsbosbeheer.
Het moest maar eens afgelopen zijn met het bankhangen, en het 'infuus' van 'vanzelfsprekende' overheidssteun!
Om deze kwestie werkelijk op te lossen moeten de natuurwetten dus worden aangepast.
Dit is een landelijke taak, voor Haagse politici.
Want de kern van het probleem is dat bomen in economisch opzicht redelijkerwijs niet 'zelfredzaam' kúnnen zijn...
Je moet bomen dus eigenlijk heel bewust buiten álle economische modellen houden.
Ze voegen misschien een paar euro's toe aan inkomsten uit toerisme of de waarde van iemands huis, maar dit is bijzonder moeilijk hard te maken, en dat kun je dus maar beter niet willen.
Helaas brengt een boom - economisch gezien! - dus vooral op korte termijn iets op, namelijk als je 'm kapt en het hout verkoopt... 
In deze tijd zou je dus, ik herhaal het nog maar een keer, elke boom moeten koesteren...
Dit idee zou de 'kernwaarde' moeten zijn voor het handelingsperspectief van elke individuele boswachter.
Gezien het beleid van werkgever Staatsbosbeheer legitimeren zij echter (bijna) noodgedwongen de onverantwoordelijke en grootschalige verwoesting van dit moment.
Ik kan niet anders dan me hiertegen blijven verzetten, waarvoor excuus (dit even voor de individuele boswachters, die grotendeels aardige mensen zijn)

donderdag 23 augustus 2018

Vierhuizen: eikenkap ter financiering 'operatie es'?

Vandaag (23 augustus) of morgen begint de kap van het de bosjes in en rond Vierhuizen, een mooi dorp onder de rook van het Lauwersmeergebied.
Ik zal niet uitweiden over dit dorpsbos en val meteen met de deur in huis, want er is haast bij.
Een onverklaarbaar groot aantal eiken in dit bos staat op het punt te worden gekapt: 


bleste eiken, dorpsbos Vierhuizen, perceel 305D.
21 augustus 2018. Foto's Blogwachter.

Achteraf is het verhaal bij gekapte en kerngezonde niet-essen gewoonlijk dat deze de pech hadden tussen zieke essen te staan - 'wrong time, wrong place'.
Waar gehakt wordt vallen spaanders: dan gaat er dus wel eens per ongeluk een 'onschuldig slachtoffer' mee.
Verder heeft de harvester nu eenmaal een drie meter brede doorgangszone nodig en elke gezonde boom die toevallig in deze zone staat gaat eraan.
Allemaal gevallen van collateral damage, oftewel: niets aan te doen.
Maar in dit geval is de situatie - net vóór de geplande kap - ondubbelzinnig: op één perceel, op de zuidoosthoek van het dorpsbos, onderdeel van perceel 305D (zie afbeelding), staan uitsluitend(!) eiken.

Overizichtskaart, dorpsbos Vierhuizen.
Blauw gekleurde delen worden gekapt.

21 augustus 2018. Foto Blogwachter.

En veel van deze eiken zullen, gezien alle oranje markeringen, heel binnenkort worden gekapt.
Om duistere redenen is het perceel waar deze eiken staan op het plattegrondje blauw gekleurd - kappen! - terwijl veel hier aanwezige eiken daarentegen oranje werden gemarkeerd:


Gebleste eiken, dorpsbos Vierhuizen, perceel 305D.
21 augustus 2018. Foto's Blogwachter.

Vaak wordt grootschalige kap van eiken, elzen en andere loofbomen in eerste instantie ontkend, in gesprekken met verschillende boswachters.
Bij kritisch doorvragen komt meestal de 'benodigde doorgangszone' op de proppen, en vervolgens de door vallende bomen onbedoeld verpletterde belendende bomen.
Zodra ik tegenwerp dat er stapels bewijzen en foto's zijn van doelbewust gekapte eiken - zie bijvoorbeeld de situatie te Bedum en Uithuizen - veranderen de boswachters gewoonlijk van tactiek.
'Om eiken een goede kans te geven hebben ze ruimte nodig', zullen ze zeggen, 'want als bomen te dicht bij elkaar staan zullen ze nooit uitgroeien tot volwassen bomen'.
Klopt helemaal.
Maar hoe is dan te verklaren dat zelfs hele groepjes eiken in het bos te Vierhuizen zullen worden gesloopt?
Dat wil zeggen: zonder één - de zogeheten 'toekomstboom' - zonder oranje, laat staan met een blauwe stip - in hun midden?
Anders dan in Uithuizen, Wehe en Bedum, waar de gekapte eiken inmiddels uit het bos verwijderd zijn, is in Vierhuizen nu nog met eigen ogen vast te stellen dat hele groepen dicht bij elkaar staande eiken geheel werden gemarkeerd.
Niet specifiek in bepaalde doorgangszones dus, maar in deze hoek van het bos vrijwel allemaal:


Gebleste eiken, dorpsbos Vierhuizen, perceel 305D.
21 augustus 2018. Foto's Blogwachter.

Van dit eikenbos zal niet veel overblijven.
Terwijl er - ik herhaal het nog maar een keer - in dit stukje eiken(!)bos geen es te bekennen is. 
Als een eik in dit gedeelte al een kans krijgt van Staatsbosbeheer, dan per definitie de dunste van de twee:


Gebleste eik, dorpsbos Vierhuizen, perceel 305D.
21 augustus 2018. Foto Blogwachter.

Wat overigens gewoonlijk betekent, zó vlak naast een ten dode opgeschreven boom, dat de niet gemarkeerde boom ook plat gaat, of tenminste zwaar beschadigd raakt.
Want zó ontzettend 'zorgvuldig' werkt een drie meter brede en vier meter hoge oogstmachine nu óók weer niet.
De 'alleskunner' kan immers veel - hakken, zagen, plukken, delen, slopen, snijden - maar 'belendende' bomen sparen lijkt beslist niet zijn sterkste kant. 
  
Gelukkig zijn niet alle delen van dit eikenbos gemarkeerd.
Maar in bepaalde hoeken - vooral de verder vanaf het wandelpad gelegen - dus wel.
Waarom moet die harvester eigenlijk zo nodig dit eikenbos in?
Veel te gevaarlijk, en bovendien helemaal nergens voor nodig.
Tenminste als de kap daadwerkelijk te maken heeft met die door Staatsbosbeheer zo vaak genoemde veiligheid van de burgers.
Want er is werkelijk geen es te bekennen op dit perceel (305D, zuidoost-hoek) laat staan een zwaar aangetast of dood exemplaar dat 'gevaar oplevert voor passanten':


Eikenbos Vierhuizen, perceel 305D.
21 augustus 2018. Foto Blogwachter.

Toch is dit het beeld onder de hierboven getoonde groene eikenkruinen.
Duidelijk zichtbaar is dat ook dicht bij elkaar staande eiken zullen worden gekapt.
Met uitdunnen heeft dit dus niks te maken.


Gebleste eiken, dorpsbos Vierhuizen, perceel 305D.
21 augustus 2018. Foto Blogwachter.

Interessant is bovendien dat ditzelfde bos ook een aantal percelen kent waar de aangetaste essen oververtegenwoordigd zijn.
Langs het grasveld, op perceel 305c, zijn vrijwel alle essen zelfs morsdood:

Essenbosjes, Vierhuizen, percelen 305C en E.
21 augustus 2018. Foto Blogwachter.

Het bosje op de onderste foto zou in één keer met de harvester kunnen worden gekapt.
Want hier staat overduidelijk geen kansrijke es meer tussen.
Toch zijn de bomen hier niet geblest.
Mogelijk zullen deze essen desondanks worden gekapt, maar de ervaring in andere bossen leert dat dit niet eens per se zeker is.
Want deze essen zijn jong en bovendien morsdood.
Dit betekent dat 'houtopbrengst' verwaarloosbaar is.
Dergelijke bosjes lijken voor Staatsbosbeheer dan ook niet veel prioriteit te hebben, ongeacht de gevaren voor de omgeving. 
De essenbosjes op de volgende foto maken al meer kans om te worden gekapt, al zijn de meeste bomen hier evenmin geblest.
Dit omdat ze ouder zijn, dikker bovendien, en sommige zien er zelfs nog redelijk gezond uit, met groene kruinen.
Oogst, kortom:


Essenbosjes, Vierhuizen, percelen 305C en E.
21 augustus 2018. Foto's Blogwachter.

De niet-essen lijken echter de grootste kans te maken om gekapt te worden.
Niet alleen de eiken, maar ook andere in dit dorpsbos aanwezige loofbomen, zoals elzen, berken en esdoorns.
Alle gekheid op een stokje?!
Overtuig uzelf:



Gebleste niet-essen, Vierhuizen, perceel 305D.
21 augustus 2018. Foto Blogwachter.

Loze verdachtmakingen?
De recentelijk bij de ingang van het bos van het bos geplaatste informatieborden geven een inkijkje in de motieven van de eikenkap:


Recentelijk geplaatst informatiebord, Vierhuizen.
21 augustus 2018. Foto Blogwachter.

Ik citeer: 'Het hout van de essen wordt verkocht en de opbrengst van de houtverkoop wordt gebruikt om de kosten van de hele operatie zoveel mogelijk te dekken'.
Waarbij moet worden opgemerkt dat dikke en relatief gezonde essen meer opbrengen dan jongere, dunnere en zwaar aangetaste of zelfs morsdode essen.
Kerngezonde eiken - hard en duurzaam hout, geschikt voor vele toepassingen - brengen vanzelfsprekend het meeste op.
Kortom: als we niets doen zijn grote delen van dit bos er binnenkort geweest: es of niet-es, ziek of niet ziek en gezonde niet-essen met stip op één.


Dorpsbos, Vierhuizen, perceel 305D.
21 augustus 2018. Foto Blogwachter.

Dat is jammer, want het is een bijzonder mooi bos, met idyllische paadjes:


Pad door dorpsbos, Vierhuizen, perceel 305D.
21 augustus 2018. Foto Blogwachter.

En vooral veel eiken dus.
Terwijl elke gezonde (niet)es in een door de essentaksterfte tóch al zo zwaar getroffen gebied gekoesterd zou moeten worden!
Maar straks hebben we misschien alleen nog de foto's:


Impressie eikenbos, Vierhuizen, perceel 305D.
21 augustus 2018. Foto's Blogwachter.


Perceel 304 (A en B)

Ook perceel 304 is interessant.
Dit bos ligt geïsoleerd, op enige afstand van een dorp, naast een melkveehouder en omgeven door een sloot:


Omgeving perceel 304, Vierhuizen, 21 augustus 2018.
Foto's Blogwachter

Hoewel er een pad langs loopt - 'ommetje' genoemd - voert dit pad over privé-terrein en kan dus in geval van gevaarlijke situaties zeer eenvoudig worden afgesloten.


Omgeving perceel 304, Vierhuizen, 21 augustus 2018.
Foto Blogwachter

Het aandeel essen op dit perceel lijkt ook al niet bijzonder groot te zijn, op een enkel morsdood maar bijzonder decoratief exemplaar na:


Perceel 304, Vierhuizen, 21 augustus 2018.
Foto Blogwachter

Wel stikt het er van de rondvliegende zwaluwen.


Rondcirkelende zwaluwen boven perceel 304A,
Vierhuizen, 21 augustus 2018. 
Foto Blogwachter

Logisch: in de 'zombie-natuur' boven akkers en gemaaide gazonnetjes valt voor zwaluwen niet veel lekkers meer te halen.
Maar in de binnenkort te kappen bosjes des te meer, tenminste voor zolang als het duurt:


Het te kappen perceel 304A, Vierhuizen,
21 augustus 2018. 
Foto's Blogwachter

Overigens zal niet het gehele bos worden gekapt, maar uitsluitend perceel 304A.
Juich niet te vroeg, want perceel 304B ís al kaal.
Daar valt dus helemaal niets te halen.
Hooguit staan er enkele essen rondom het veld.
Verder staat er een picknicktafel:


Perceel 304B, Vierhuizen, 21 augustus 2018.
Foto Blogwachter

Vierhuizen, de percelen 304 en 305, samengevat: niet de veiligheid van de burgers staat hier centraal, maar 'de opbrengst van de houtverkoop', voor Staatsbosbeheer.
Dit 'om de kosten van de hele operatie (de essentaksterfte dus, BW) zoveel mogelijk te dekken'. 
Dat u het maar weet.