woensdag 18 september 2019

2030: Buitenaards graaien als laatste strohalm? Hmm.



Planeet Aarde. Bron: Wikipedia



Op Europa

Let op: leestijd! (2000 woorden)


Inhoud

  • I: de vader (666 woorden)
  • II: de zoon (666 woorden)
  • III: Ilias (small conversation, great conversation; 555 woorden)
  • Epiloog (111 woorden)



I: de vader

Winst


Dit is nog eens nieuws! 
Eindelijk is het bestaan van buitenaards leven dan wetenschappelijk aangetoond! 
Dit moest beslist nog bij mijn leven gebeuren. 

Zelf ‘wist’ ik het natuurlijk al lang. 
Kwestie van vroeg op staan. 
Espressootje erbij en daar is mijn stip op de horizon! 
Moet het wel een beetje weer zijn, natuurlijk. 
Vanochtend hing er regen in de lucht en liet Jupiter zich niet zien. 
Maar veel beter dan dit bericht via SpaceForFace kon het niet. 
Hoewel de details helaas nog niet worden vrijgegeven. 

Godzijdank heb ík aan een half woord genoeg: het moet één van die maantjes zijn. 
Die kan ik zelf vanuit mijn keukenraam zien, met mijn eigen kijkertje. 
Europa, waarschijnlijk. 
Die kijker was niet goedkoop, maar… hoe moeilijk kan het zijn?!




Jupitermaan Europa. Bron: Wikipedia

Beter laat dan nooit! 
Ik maak het gelukkig nog hoogstpersoonlijk mee. 
Déze wordt van ons. 
Europa! 
It’s in the name
Het heeft zo moeten zijn. 

Wat zullen die Amerikanen op hun neus kijken! 
Mars hebben ze onderling al verdeeld. 
Maar Mars blijkt dus zo dood als een pier. 
Laat die Yankees maar lekker aan een dood paard trekken. 
Op dat lijk kunnen ze hooguit hun overtollige mest nog kwijt! 
Of hun kernafval, desnoods. 

Anyway: als het Europa niet is, dan is het Io! 
Niet toevallig Italiaans – ik heb een huisje in Toscane – voor ‘ik’.



Jupitermaan Io. Bron Wikipedia


Io lijkt, inderdaad, op mij. 
Io bárst letterlijk van energie. 
Zowel vulkanisch als elektromagnetisch, het kan niet op! 
Zulke kansen zie ík persoonlijk zonder telescoop!



'Kansen' op Io. Bron: Wikipedia


Van nature ben ik een pionier, al zeg ik het zelf. 
Mijn leven lang heb ik nooit iets anders gedaan dan grenzen verleggen. 
In de praktijk overigens vooral die van anderen. 

Noem dat laatste gerust mijn specialiteit.
Ik trek die kar! 
Je zou kunnen zeggen dat ik dat kleine, maar supersterke sleepbootje ben dat die trage meute naar volle zee sleept. 

Of, in dit geval, de ruimte in. 
Net zo makkelijk. 
Uit die comfortzone
Daar ben ik dus ondernemer voor. 
Laat dat maar aan mij over.

Ik met pensioen? 
Net nu het interessant wordt?! 
Over my dead body!



Windmolenpark Eemshaven. Foto: Blogwachter, augustus 2019

Zo zag ik destijds meteen het verdienmodel in die windturbines. 
Het landschap verandert. 
Daar helpt geen moedertjelief aan! 
Een mens moet met zijn tijd mee.

Thinking Big, ziedaar mijn tweede specialiteit. 
Dus liet ik, hoogstpersoonlijk, het eerste windmolenpark van zowat vierhonderd meter hoog bouwen. 
Driehonderd turbines. 
Net zo makkelijk!

Die Groningers piepten wel, maar ze wilden toch zo nodig van het gas af? 
Na die extreem zware beving in eenentwintig waren hun centjes bovendien op.
Zulke kansen ruik ik. 
Dan sla ík mijn slag. 

Dat procentje van de winst ging er overigens in als koek. 
Laten we eerlijk wezen: dat is meer dan ze voor hun gas ooit gekregen hebben. 
Komt uiteindelijk, via de belastingdienst, wel weer bij me terug. 



Groningen Eemshaven. Foto: Blogwachter, augustus 2019

Slagschaduw?
Google Glass op je snufferd en je ziet er niks meer van!

Maar ik dwaal af. 
Bij Jupiter! 
Dit opent perspectieven.
Om te beginnen waait het daar altijd. 
Op Jupiter betekent ‘in ’t rood’ dat je daar bent waar het gebeurt: in het oog van die bloedrode storm.



Rode vlek Jupiter: een cycloon,
met drie keer de omvang van de aarde.
Bron: Wikipedia


Ja, dommerdjes, daarbinnen is het juist rustig! 
Out of the box, into the storm
Evenals Io schijnt dat andere maantje, Europa, trouwens te bulken van energie: getijdenwerking, waterstof...

Hoe het precies met dat buitenaardse leven zit moeten we natuurlijk nog zien. 
Maar of het nou witjes, zwartjes, geeltjes (wie kent ze nog: investeerde ík destijds in aandeeltjes…) of groentjes (mijn favorieten: minimumloontje, geen gezeik) zijn: het moet raar lopen wil ík er mijn voordeel niet mee doen!

Ik dus gelijk mijn zoon gebeld. 
Telefoon stond uit. 
Lag natuurlijk nog in zijn nest. 
Dus ik er naar toe, met de zelfrijdende wagen. 
Buitenwijk, eengezinswoninkje. 
Zijn zelfgebouwde huis was niet meer te redden na de watersnoodramp van 2026. 
Zoiets zal mij niet gebeuren, ík woon op zand! 

Toch heb ík hem aan deze nette woning geholpen. 
Ik blijf zijn vader! 
Eindelijk, daar is ie. 
Groezelig peignoirtje, ogen halfdicht, moordlustig…

Dick Poldermans (Ondernemer, 1950)



II: de zoon

Verlies


Vanochtend mijn vader aan de deur, pathetisch vroeg. 
Had een bericht ontvangen over De Ontdekking van Buitenaards Leven.

Buitenaards leven! 
Geen weldenkend mens betwijfelt het bestaan daarvan! 
Hoeveel planeten buiten ons sterrenstelsel zijn er niet ontdekt met vergelijkbare omstandigheden als de aarde?
Maar, godzijdank, wel allemaal op veilige afstand!

Gelukkig worden wij, mensachtigen, voorlopig niet oud genoeg om de boel elders ook nog eens te verzieken. 
Tenminste niet binnen één generatie. 
Groente kweken, onbespoten binnenklimaatje of kindertjes baren op een ruimteschip? 
Dát zit er nog even niet in, pa! 

Maar mijn vader ziet ze alweer vliegen, dollartekens in de ogen. 
Zelfs voor mij zag hij nog wel een rolletje weggelegd, als ‘kolonist’. 
De mislukte zoon die elders zijn geluk mag beproeven! 
Hoewel, voorlopig, met een enkele reis: 
‘Vergeet vooral de spiegeltjes en de kraaltjes niet, zoon!’

Het nieuws over buitenaards leven zal wel over zo’n Jupiter-maantje gaan. 
Verschillende ruimtesondes scheren daar nu alweer enkele maanden langs.

Enfin: voor het eerst is buitenaards leven dus daadwerkelijk wetenschappelijk aangetoond. 
En als iets we-ten-schap-pe-lijk bewezen is, dán bestaat het pas, nietwaar? 

Helaas wil het er bij mijn pa niet in dat het vermoedelijk om eencellige organismen gaat, nota bene zorgvuldig verborgen onder een dikke laag ijs. 
Knappe jongen die daar een slaatje uit weet te slaan!



Voorbeeld van eencellig organisme:
het pantoffeldiertje. Bron: Wikipedia


Pas drie uur later heb ik hem de deur uit kunnen werken. 
Zodra de emoties opliepen, nam mijn zoon ons gekibbel stiekem op. 
‘Een interessant generatieconflictje’, aldus Ilias. 

Toegegeven: ik ergerde me wezenloos aan die man. 
En niet bepaald voor het eerst. 
Zo geloofde pa, beroeps-optimist, tot voor kort niet in klimaatverandering. 
Pas toen Rotterdam vier meter onder water stond (2026) viel het kwartje. 
Voor die tijd lulde hij wel mee, maar vooral vanwege die eeuwige verdienmodellen, naar eigen zeggen ‘zijn specialiteit’.

Want mijn pa zou zichzelf niet zijn, als hij niet onmiddellijk een oplossing paraat zou hebben. 
Een peperdure oplossing weliswaar, voor een – volgens hém dan – niet-bestaand probleem! 
En die oplossing lag, je raadt het al, buiten ons. 

Zijn ‘ambitieuze’ project om overtollige mest op Mars te dumpen mislukte wel, helaas. 
In heel West-Europa moest de was naar binnen toen zijn strontschip explodeerde. 
Maar nu laten die Jupiter-manen hem dus niet meer los. 
‘Elektromagnetische energie op Io’, orakelt hij, ‘ik zíe dat soort kansen’. 
Maanziek, die man!



Vervorming Jupiters magnetosfeer,
onder invloed van Io.
Bron: Wikipedia

Als ik zelf geen kinderen had zou ik bijna wensen dat zich onder die ijskap van Europa levensgevaarlijke bacillen verschuilen, die het uitgerekend op de mensheid hebben voorzien. 
We moeten zien te voorkomen dat deze plaag, homo sapiens sapiens, zich óók nog over de ruimte zal verspreiden! 
Die ouwe vroeg mijn zoon al hoe hij het zou vinden om ‘kindertjes te maken in een ruimteschip’. 

Zou hij beseffen dat de atmosfeer op andere hemellichamen voor aardbewoners extreem giftig is? 
De temperaturen ondraaglijk? 
En maar plannetjes maken, stuk onbenul. 
Zou hij seniel worden?



Doorsnede Jupitermaan Europa.
IJzerkern met mantel van ijs en steen.
Bron: Wikipedia

Toch zit er, om zo te zeggen, een addertje onder dat ijs. 
Europa zal die vervloekte Quants wel weer naar het hoofd stijgen. 
Mij noemen ze een romanticus, met mijn ‘vogeltjes’. 
Maar al die idiote fantasieën over de toekomst, dat is hip! 
‘Visie’, noemt mijn bloedeigen vader zoiets. 
Eerst je eigen planeet volledig uitwonen, om hetzelfde vervolgens elders nog eens dunnetjes over te doen!

Mijn zoon grinnikt. 
Zijn telefoon papegaait ons gebekvecht al. 
‘Laat opa toch’, aldus Ilias, ‘hij bedoelt het goed, ’t is voor jouw erfenis. 
Tenminste, dat zegt ie’. Ondeugend lachje, en daar gaat hij alweer. 
Kierkegaard op zijn schouder, gitaar onder de ene, ‘De allernieuwste gids met niet-bestaande vogels van Europa’ onder zijn andere arm. 
De vorige drie deeltjes heeft hij stukgelezen. 
Melig gedoe! 
Maar die rijk geïllustreerde vogelgids die ik hem gaf leest hij niet: 
‘Allemaal uitgestorven pap. Behalve die rotmeeuwen dan!’

Ha, eindelijk meer nieuws! 
Het blijkt inderdaad om Europa te gaan. 
Eencellige organismen onder het ijs, om precies te zijn. 
Zie je wel! 
De ijslaag blijkt dunner, het water daarentegen dieper dan gedacht. 
Kraamkamer? 
De geschiedenis herhaalt zich…

Koen Poldermans (Dr. Ir., 1980)




III: Ilias

Small conversation, 01-04-2030


“Vertel mij nou eens, pa, waarom jij ééncellige organismen ineens zo ontzettend interessant vindt.”

“Astronomie heeft mijn interesse. 
In mijn bergchalet staat een puik telescoopje…”

“Doe niet alsof je achterlijk bent, want dan ga ik het nog geloven. 
Ik heb het over één-cel-li-ge organismen…”

“Buitenaards leven, precies. 
Eindelijk! 
Blikveld uitbreiden, niet dat benauwde. 
Persoonlijk heb ik niets met beperkingen…”

“Mag ik je erop wijzen, pa, dat men nog dagelijks onbekend leven in aardse diepzeeën ontdekt? 
Fascinerende soorten, onverklaarbaar lévend zonder daglicht en zuurstof. 
Daar hoor ik jou nooit over! 
Terwijl dat veel boeiender is dan dat buitenaardse leven van jou.”

“Jongen, wat is jouw blikveld toch beperkt. 
Wat doe jij eigenlijk met die duurbetaalde titels van je? 
Klaagbrieven schrijven naar prominente persoonlijkheden!”

“Minister Fresco bedoel je? 
Dat mens is dóódeng! 
[slaat op tafel
Hoogstpersoonlijk haar eigen ministerie bekokstoofd: Extraterrestrial Energy Reinventing Industrial Ecology
Voel je ‘m, pa?! 
EERIE
Vertaling, speciaal voor jou: spóók-ach-tig! 
Maar één dingetje pa: van die eencelligen zul jíj niet rijk worden! 
Als jij braaf bent krijg jij van Sint een gids over niet-bestaande buitenaardse bullshit óp Europa…“

“Onze miníster neemt haar verantwoordelijkheid. 
Zelf voel ik aan mijn water dat ontwikkelingen onvoorstelbaar snel zullen gaan! 
Oké, zonder jou dan! 
Ik vind wel een stel vrijwilligers…”

“’Aan mijn water.’ [zeikerig stemmetje
Meneer voelt aan zijn water dat de grond nu echt te heet onder zijn voeten wordt. 
Ja, we moeten wel, hee?! 
En jij wou even een paar vrijwilligers invliegen? 
[stemverheffing
Wel ff een bóómpje voor planten, hee?! 
Straks speelt je gewéten nog op. 
Komt je bíefstukje er weer uit…”

“Ik koos speciaal een slim vrouwtje, als moeder voor mijn kinderen. 
Maar hij begrijpt nergens iets van! 
[zucht pathetisch
Vooruitgang…”

“Vooruitgang?! 
In wat voor wereld leef jij? 
Alles gaat naar de klote man! 
Mensapen? 
De allerlaatste exemplaren in de dierentuin! 
Woudreuzen? 
Allemaal opgestookt in die biomassacentrales van jou! 
Insecten? 
Platgespoten! 
Vooruitgang, noemt hij dat!” 
[rolt met ogen]

“Jij bent een romanticus. 
Jij idealiseert het verleden. 
Insecten, getverderrie! 
Mep ík altijd dood.”

“Jij bent zelf een romanticus! 
Een levensgevaarlijke bovendien! 
Weleens over nagedacht?! 
Je weet wat je had, maar niet wat je krijgt. 
Het verleden was nog niet zo gek! 
Verbazingwekkend concréét eigenlijk. 
Neem de nachtegaal. 
YouTube-filmpje, voor Ilias. 
Leeuweriken? 
Uitgestorven! 
Maar die fantastische toekomst van jou wordt, hoogstwaarschijnlijk, de hél. 
Op áárde! 
Gebruik je hersens man! 
Kijk eens uit je doppen!”

Ik heb mijn leven lang hard gewerkt. 
Ik zet mij al jaren in voor duurzame energie. 
Ik ben mijn gewicht in goudstaven waard… “

“Gewícht?! 
Door gebrek aan gewicht omhoog gevallen, zal je bedoelen. 
Nu ik erover nadenk: het luchtledige is, inderdaad, jouw unieke specialiteit!”

“Jíj zegt het…”


Great conversation, 01-04-2030


“De wereld kan hem niet ontvangen, want ze ziet hem niet en kent hem niet”, mompelt Ilias. 
Hij kriebelt het kauwtje op zijn schouder over de kop en fluistert: “Kriek, wat moeten we daar nu allemaal van denken?” 
Schaterlachend – “tsjaktsjaktsjak” – duikt Kierkegaard op de resten van het ontbijt. 

Ilias rent naar buiten en werpt zichzelf languit in het gras. 
Een duif, meegevoerd door een fris briesje, landt aan zijn voeten en pikt in de aarde. 
Verstrooid plukt Ilias enkele uitgebloeide wilde bloemen. 
De zaadjes verspreidt hij aandachtig over het gazon. 
Een bleke maar volle maan knipoogt hem toe en verdwijnt achter een wolk. 
Dan begint het te regenen.


Epiloog


De vraagstelling ‘welke gevolgen kan de ontdekking van buitenaards leven hebben voor de mensheid’ klinkt verontrustend antropocentrisch. 
Voorlopig breidt de mensenplaag zich immers uit, ongehinderd door natuurlijke vijanden. 
Een perpetuum mobile van winst en verlies, zowel geest als stof meedogenloos onderwerpend. 
Dat onze ambitieuze medemensen andere hemellichamen, al dan niet met leven, eveneens zullen koloniseren lijkt bijna onvermijdelijk.

Maar, wie weet, kan een – desnoods door buitenaards leven geïnspireerde – veeltalige bewustzijnsverruiming tenminste ons navelstaren doorbreken. 
Om, op termijn, de oorspronkelijke en heilige band tussen mens en natuur te herstellen. 
De vrucht van deze oeroude dialoog herbergt onvermijdelijk subjectieve waarheden: wild, verhalend, poëtisch, trefzeker en eigenwijs. 
Ketters, zo je wilt.


NB: dit essay werd ingezonden voor de NRC-KNHW essaywedstrijd van 2019. 
Het is niet in de prijzen gevallen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten