dinsdag 29 augustus 2017

Het bos en de kinderen: een dilemma.

"Kom vaak bij ons. Jij die begint te leven
Verstaat ons 't best en bent het dichtste bij.
Een kerkhof vind je, evenals een wei,
Een plaats goed om te draven en te spelen",
dichtte Jacob Slauerhoff (1898-1936), in de bundel "Serenade".


Cartoon verkegen via internet

Bij "een plaats goed om te draven en te spelen" denk ik zelf meteen aan een bos.
Vrij spelen dus, wat iets anders is dan "vrij wandelen op wegen en paden".
Want om echt te spelen moet je soms af van de gebaande paden.
Wat om verschillende - soms overigens uitstekende - redenen eigenlijk niet mag, van Staatsbosbeheer.


Augustus 2017, Hogeland. Foto Blogwachter. Om de makers van de hut niet te benadelen, verklap ik niet waar deze hut zich bevindt. Hoe dan ook buiten het gebaande pad, want dat is een deel van de charme.

Toch trof ik in alle tot nu toe door mij bezochte Hogelandse (dorps)bossen sporen aan van spelende kinderen (zie boven).
Soms zelfs van spelende volwassenen.
Zo is de constructie op onderstaande foto in het Dingebos duidelijk niet door kinderen gefabriceerd:


Dingebos, Uithuizen, 10 augustus 2017. Foto: Blogwachter. Restanten van een kampvuur, duidelijk niet door kinderen gemaakt.

Hier is bovendien een vuurtje gemaakt.
De restanten ervan zijn nog zichtbaar.


Dingebos, Uithuizen, 10 augustus 2017. Foto: Blogwachter. Verkoolde restanten van een kampvuur.

Sporen van kampvuurtjes heb ik tot nu toe in elk bos aangetroffen.
Hier zijn boswachters natuurlijk terecht panisch over.
Wel experimenteert Staatsbosbeheer momenteel op plekken waar vrij mag worden gekampeerd - 'paalkamperen' - met aangewezen plekken waar veilig een vuurtje kan worden gemaakt: zie NRC, 25 augustus 2017.
Als mensen het niet kunnen laten, kun je het maar beter reguleren.

Hoe dan ook: gevaarlijke spelletjes (fikkie stoken) daargelaten is spelen op zichzelf goed nieuws.
Zelfs voor volwassenen.
Want spelende volwassenen zijn de leukste volwassenen.
Het innerlijk landschap van wie nooit (meer) speelt wil nog wel eens verdacht veel gaan lijken op het strikt gereguleerde paadje in het bovenstaande cartoon.
'Vrij denken binnen door anderen(!) voorgeschreven regels en kaders', in plaats van onafhankelijk en kritisch denkende individuen dus.

Spelen is dus goed.
Voor de lichamelijke én geestelijke gezondheid, van grote mensen en kinderen.
Bij voorkeur buiten.
Gelukkig zijn er al die nieuwe, zowel sjiek als natuurlijk aandoende, Hogelandse dorpsspeeltuinen.
Met gecertificeerde toestellen die voldoen aan de laatste - opnieuw 'verstrengde' -  veiligheidseisen.

Helaas heeft een traditionele speeltuin zo z'n beperkingen.
Zeker voor de wat oudere kinderen.
Want eigenlijk vertel je deze kinderen hoe ze moeten spelen.
Terwijl ze dat heel goed zelf kunnen bedenken.
Verder neem je (vrijwel) alle risico's voor hen weg.
Maar eigenijk moeten kinderen - geleidelijk aan, mits oud genoeg - leren om bepaalde risico's zelf in te schatten.
Zo kan het bijvoorbeeld helemaal geen kwaad om een keer uit een boom te vallen.
Mits niet te hoog, met de zachte bosgrond als vangnet.
In de meeste gevallen kom je er met een gekneusde arm of een paar schrammen af, maar let de volgende keer wél iets beter op.

Er zijn natuurlijk steeds meer klimparken, waar kinderen onder begeleiding, gezekerd - en, last but not least na betaling van een fiks bedrag - mogen klimmen.
Opvallend vaak in het bos, want dat is het leukst.
Toch blijven zulke commerciële uitstapjes in de meeste kinderlevens incidenten.
En hoewel het er levensgevaarlijk uitziet, is het er op een bepaalde manier toch...te veilig.
Maar als de techniek het laat afweten is deze vorm van klimmen - hoog in de bomen balancerend - onmiddellijk onverantwoord.
Daarbij wordt de creativiteit van de kinderen op deze manier nauwelijks geprikkeld.
Ze klimmen onder begeleiding, en de routes liggen precies vast.
Hapklaar amusement dat met spelen weinig te maken heeft. 


Klimpark Fun Forest. Verkregen via: http://www.happyfield.nl/dagje-weg/actief/klimparken-fun-forest

Kan dit niet goedkoper, eenvoudiger, speelser, 'vrijer' zo je wilt?
Zo trof ik in het Hogelandse bos Abelstok zomaar de perfecte klimbomen aan.
Helemaal gratis.
Goed verborgen voor de wereld - wat wil je nog meer! - in een oude en al lang verlaten hoogstamboomgaard.
Zie hiervoor ook: https://nl.wikipedia.org/wiki/Abelstokstertil
Een s(r)pook(jes)bos, een kinderparadijs.
En die oude reuzen verblikken of verblozen niet.
In hun lange leven hebben ze al zóveel meegemaakt!
Aangeplant in 1923 zijn deze bomen tijdgenoten van Slauerhoff (†1936).
Je hoort ze dan ook fluisteren: "Kom vaak bij ons. Jij die begint te leven
Verstaat ons 't best en bent het dichtste bij."


Het bos Abelstok, 15 augustus 2017. Foto's: Blogwachter. Verlaten hoogstamboomgaard, met tientallen perfecte klimbomen zoals deze.

Natuurlijk staan ook hier die onvermijdelijke bordjes van Staatbosbeheer.
Kinderen mógen hier helemaal niet spelen, en deze foto's zijn weer illegaal gemaakt.
Soms moest ik wel even van het "padje af".


Het bos Abelstok, 15 augustus 2017. Foto: Blogwachter. Bord naast een toegangspad.

Op dit moment hoor je deskundigen steeds vaker (voorzichtig) suggereren dat een ál te grote nadruk op veiligheid er - uiteindelijk - toe leidt dat kinderen zelf helemaal niet meer leren om op te letten.
Met als gevolg een tekort aan ingebouwde waakzaamheid, dat hen later duur kan komen te staan.
Want slechts een paar jaartjes ouder en je word niet langer structureel beschermd tegen alle mogelijke risico's.
Zie hiervoor ook: https://www.nrc.nl/nieuws/2017/03/31/advies-laat-kind-met-zakmes-spelen-7799114-a1552801


Sigmund. Jongetje: "Van mama moet ik buitenspelen om mijn zintuigen te prikkelen."
Meisje: "Ik moet een hut maken omdat het tegemoet komt aan mijn scheppingsdrang".

Lastig is het wel, want die regels van Staatsbosbeheer zijn er natuurlijk niet voor niets.
Zo mogen honden niet overal los, omdat ze het wild kunnen verstoren.
Of, in het voorjaar, broedende vogels.
Buiten de paden spelende kinderen laten ook al snel hun sporen na.
Soms graven ze kuilen, of breken ze takken af.
In het ergste geval schrijven ze hun namen in de schors of breken stukken bast af.
Of laten hun afval achter in het bos.

Zodra het gaat over het gebruik van het dorpsbos, kom je op het terrein van het verschil tussen juridisch en gevoelsmatig eigendom (Zie ook: "Dorpsbosjes: juridisch en gevoelsmatig eigendom", 15 augustus 2017).
Zeker in het geval van de dicht bij de bewoonde wereld gelegen dorpsbossen is dit een lastig dilemma.
Er komt nooit een boswachter, maar de spelende kinderen weten deze bossen te vinden, en doen daar allemaal dingen die niet mogen.

Gelukkig maar.
Want ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat alle door kinderen of honden aangerichte schade (met uitzondering natuurlijk van bosbranden) peanuts is in vergelijking met de door de oogstmachine aangerichte schade.
Want zodra de oogstmachine ergens bezig is geweest, zit er voor de kinderen helaas weinig anders op dan hele stukken bos er zelf maar bij te fantaseren:


Afbeelding verkregen via internet.

Voor de (dwangmatige?) optimisten onder ons is dit vast een creatieve uitdaging.
Maar het kan natuurlijk óók zo zijn dat deze kinderen de natuur helemaal niet meer leren kennen.
En wie de natuur niet kent, zal haar ook niet beschermen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten