dinsdag 22 augustus 2017

Wie het probleem heeft mag het houden?

Een groeiend aantal zieke essen levert gevaar op voor de omgeving en moet dus op korte termijn worden gekapt.
Door gebrek aan mankracht en middelen zet Staatsbosbeheer hiervoor oogstmachines in die  - alleen al vanwege hun afmetingen - geschikter lijken voor 'verjonging' (kaalslag) dan voor verdunning.

Kortom: enkele zieke essen > direct gevaar > tijdgebrek > geldgebrek > grootschalige inzet oogstmachines = kaalslag.

Het ideaal: menselijk maatwerk

Maatwerk: de oogstmachines daar gebruiken waar uitsluitend zieke(!) essen staan en de onderbegroeiing te verwaarlozen is.
Of daar waar de onderbegroeiing geheel uit uitgezaaide essen bestaat.
En verder overal met fijnmaziger apparatuur ('ouderwetse' kettingzaag) verdunnen.
Voor de goede orde: uitsluitend die bomen die op korte termijn gevaar opleveren.
Die aantallen zijn op veel plekken nog altijd goed te overzien.

Verdunnen: zorgvuldig markeren, zieke essen eruit en hier en daar(!) ook enkele gezonde bomen die te dicht bij elkaar staan.
Door zorgvuldig met de hand te kappen kan een aanzienlijk deel van de waardevolle onderbegroeiing - die vrijwel overal aanwezig is - worden bewaard, zodat het land niet jaren kaal hoeft te liggen.

Vooruitgang?

Maar volgens Staatsbosbeheer is handmatige kap niet haalbaar.
Waarmee de modernste techniek feitelijk niet als hulpmiddel wordt ingezet, maar onbedoeld de gehele gang van zaken dicteert.

Bovendien is in die (peperdure) machines al geïnvesteerd, ten gevolge van eerder gemaakte keuzes.
Terwijl investeringen in mankracht Staatsbosbeheer voor de toekomst in feite niets opleveren (zelfs geen onbedoeld omgezaagde 'oogst').


Een ongeluk komt nooit alleen

De geplande essenkap is voor Groningen helaas niet de eerste ramp.
Toch lijkt ook in dit geval weer te gelden: wie het probleem heeft mag het houden.
Want net als met de mijnbouwschade zijn de gevolgen voor de direct betrokkenen en omwonenden:

1) onveilige situaties
2) kaalslag in de dorpsbossen, met alle eerdergenoemde gevolgen van dien (ecologische ramp, rafelig aanzien dorp, een generatie zonder recreatief bos, waardevermindering huizen).

Vergelijk dit met mijnbouwschade: verlies aan leefbaarheid, waardevermindering onroerend goed, rafelig aanzien (overal houten steunconstructies) en last but not least grootschalige verwoesting van waardevol historisch erfgoed (zoals de oogstmachine onbedoeld oude eiken meepakt).

Staatsbosbeheer werkt er hard aan om onveilige situaties (1) te voorkomen.
Misschien ook wel een beetje vanwege mogelijke schadeclaims. 
Maar de vervelende gevolgen (2) van de wijze waarop Staatsbosbeheer dit probleem te lijf gaat - grootschalige 'verjonging', of domweg kaalslag - zijn helaas vooral voor de direct betrokkenen: omwonenden, flora en fauna.
Met als onbedoeld gevolg dat de grootschalige kap Staatsbosbeheer zelfs nog een zakcentje lijkt op te leveren:


Dingebos, Uithuizen, 10 augustus 2017. Oogst.

Voor de kleinere dorpsbossen heeft Staatsbosbeheer wel een alternatief bedacht.
Zo hoor ik in het dorpsbos van Kruisweg van twee boswachters dat de oogst mogelijk ten goede zal komen aan de dorpsbewoners.
Voor hun houtkachels.
Bij wijze van kleine tegemoetkoming, ofwel compensatie.
Niet kosteloos, dat moet er wel bij.

Samengevat: een duurzaam verlies aan leefbaarheid, recreatiewaarde, uitzicht, planten- en dierenleven, windbeschutting en WOZ-waarde, in ruil voor een bosje brandhout, waar je nog voor moet betalen ook.
Een aalmoes, kortom. 

Om een oplossing enige kans van slagen te geven is helaas een zekere invloed nodig.
Macht, zo je wilt.
Zie ook de bovenstaande cartoon.
Voor een helder beeld van de problemen, gevolgen en oplossingen kan het in ieder geval geen kwaad om de grootschalige kap in een groter verband te plaatsen.
Want eigenlijk gaat het allemaal om geld.
Geld is dus onvermijdelijk een deel van de oplossing.
Want grootschalige kap in de dorpsbossen levert verliezen op die met enige goede wil óók in geld kunnen worden uitgedrukt. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten