zondag 3 september 2017

Een persoonlijke brief van Staatsbosbeheer in de bus

Na een geruststellende wandeling met twee boswachters en een daaropvolgend - helaas minder geruststellend - herhalingsbezoek aan het Dingebos te Uithuizen schreef ik op 10 augustus (zie blog 11-08-2017 voor de gehele tekst) een verontruste e-mail aan drie boswachters en een medewerkster van Staatsbosbeheer.
Helaas kreeg ik geen reactie.
Vervolgens verzond ik op 27 augustus, via Wetransfer, aan dezelfde mensen 331 foto's van de situatie te Uithuizen op 10 augustus.
Door één van de boswachters waarmee ik eerder door het bos te Kruisweg gewandeld had werden deze foto's gedownload.
Deze boswachter stuurde mij op 30 augustus een verzoek om adresgegevens.
In verband met een "document" dat per post naar mij verstuurd zou worden.

Eerlijk gezegd begon ik 'm een beetje te knijpen.
Ik had me immers niet aan het belangrijkste gebod van Staatsbosbeheer - 'vrije wandeling op wegen en paden' - gehouden.
Ik zou toch geen boete op de mat krijgen?


Tekening verkregen via internet.

Gelukkig blijkt het een brief: vol goede bedoelingen, oprecht medeleven en welgemeend begrip.
Hoogstpersoonlijk aan ons gericht bovendien, inclusief een echte handtekening van de directeur.

Ondertekening brief Staatsbosbeheer, gedateerd 31 augustus 2017.

Maar mijn camera - macrolens - ziet dat anders:


Fragment ondertekening brief Staatsbosbeheer, gedateerd 31 augustus 2017.

Want deze handtekening blijkt gedrukt.
Knap gedaan, dat wel.
Netjes in een afwijkende kleur.
Maar dit betekent wel dat het gaat om een standaardbrief.

De gebruikte postzegel bezorgt mij overigens een licht schuldgevoel.
Want postzegels zijn duur, terwijl Staatsbosbeheer de boel financieel niet geheel op orde lijkt te hebben.
Brengen verontruste burgers zoals ik Staatsbosbeheer nog eens extra op kosten?!
Maar dan schiet me een uitspraak van marketing-deskundigen te binnen: 
als je iets van mensen gedaan wilt krijgen, dan moet je ze iets geven.
Zomaar, helemaal gratis.
Bijvoorbeeld een balpen, of een stel ansichtkaarten.
Deze tactiek schijnt bij verreweg de meeste mensen te werken.
Want zodra ze die gegeven spullen gebruiken zonder - bij wijze van tegenprestatie - iets af te nemen of te doneren, voelen ze zich onwillekeurig een beetje schuldig.
Ook al hebben ze dus nergens om gevraagd.
Zo worden mensen verleid om toch iets te kopen of te doneren, al waren ze dat eigenlijk niet van plan. 

Gefrankeerde enveloppe van Staatsbosbeheer, gedateerd 31 augustus 2017.

Dat heb ik met die brief, nota bene met een postzegel.
Ineens vergeet ik mijn oorspronkelijke plan - niet zomaar alles geloven, grondig onderzoek - en wil ik alleen nog maar aardig terug doen.
De boswachters zijn immers ook aardig.
Hun baas neemt zelfs hoogstpersoonlijk de moeite om een geruststellende brief voor bezorgde burgers op te stellen.
Moest ik nou werkelijk zoveel drukte maken dat die mensen tijd en zelfs geld moeten besteden om mijn zorgen weg te nemen?
Terwijl het geld nu juist zo dringend nodig is voor zorgvuldig maatwerk bij het kappen van zieke essen! 
Misschien is het wel zo netjes om die hardwerkende mensen niet langer lastig te vallen en de gang van zaken gewoon te accepteren.
Volgens de brief doen ze immers hun uiterste best en ze hebben zeker meer verstand van bomen dan ik.

Kappen, dus!

Maar als ik de brief nog een keertje lees, bekruipt me onwillekeurig wéér het gevoel dat ik in de maling word genomen.
Er staan zo weinig steekhoudende argumenten in.
Maar wél veel autoriteitsargumenten.
Al vallen deze niet meteen op omdat ze in zoveel vriendelijke, begripvolle en meelevende woorden zijn verpakt.

Het autoriteitsargument is één van de meest gebruikte drogredenen.
Dit omdat het zo verschrikkelijk goed werkt.
Staatsbosbeheer is immers deskundig.
Zij werken al langer met de materie, hebben "ervaring".
Wie ben ik, als léék nota bene, om aan hun deskundigheid te twijfelen?
Maar toch: als er aanleiding toe is (zie de te Uithuizen gemaakte foto's) dan zit er niets anders op.
Toegegeven: het is een wat eenzame exercitie.

Voor de goede orde: de brief van de directeur is uiterst beleefd en respectvol.
Vriendelijk, wellevend, beschaafd, empathisch, vol begrip, bezorgd, ("wij zien dat met lede ogen aan en maken ons eveneens zorgen") genuanceerd én - op de koop toe - bijzonder optimistisch.
Dat laatste op het dwangmatige af, dat moet er wel bij.


Cartoon verkregen via internet.
Vrij vertaald: "Onderzoeksresultaten: wij vernietigen de aarde"
Tekstballon: "Zoudt u deze tekst alstublieft opnieuw willen formuleren in dubbelzinnige, vage, goed van pas komende cirkelredeneringen waar geen burger chocola van kan maken?" 

Eigenlijk voelt de brief een beetje als therapie.
Alsof ik, als bezorgde burger, hulp nodig heb.
Bijvoorbeeld om niet wakker te liggen over de op handen zijnde kap van ons dorpsbos.
Maar eigenlijk zijn het onze bossen die hulp nodig hebben.
Terwijl de hiertoe aangewezen beheersinstantie vooral bezig lijkt te zijn met het in stand houden van een goed imago.
Een vorm van PR die door boswachters heel mooi "zorg om de achterban" wordt genoemd.
Kan al die energie eigenlijk niet beter aan zorgvuldig bosbeheer worden besteed?
Bij nader inzien wil ik dus toch het een en ander kwijt over de brief van Staatsbosbeheer.


Cartoon verkregen via internet. Vrij vertaald: "8000 voor Christus: we noemen het een hek. Houdt giraffen en leeuwen en olifanten buiten"
"Rond 1500 (...) 1800 (...) We noemen het een natuurreservaat! Behoudt giraffen en leeuwen en olifanten voor onze planeet"

Dertien kanttekeningen bij een schrijven van Staatsbosbeheer

1) "Ik heb kennis genomen van uw zorgen over het Dingebos en het dorpsbos bij Kruisweg".
Is dit werkelijk de eerst zin van een standaardbrief?
Hoewel mijn brief niet persoonlijk (fysiek!) is ondertekend door de directeur, suggereert deze eerste zin wel een beetje een persoonlijke behandeling.
En niet uitsluitend in de aanhef ("Geachte mevrouw X en meneer Y").
Uithuizen ligt immers ver van Kruisweg, en de kans dat meerdere boze burgers zich druk maken over beide bossen is te verwaarlozen.
Ik schrik ervan: naast de kosten voor de postzegels en het printen, komen er nu ook nog extra uren bij voor administratief personeel, dat zich verdiept in mijn persoonlijke zorgen ("stellen uw betrokkenheid bij dit bos zeer op prijs"; "begrijpen uw zorgen over de op stapel staande ontwikkelingen").
Het is een invuloefening, maar wel een dure!

2) "Helaas zijn wij in Kruisweg, en in veel andere bossen in de provincie Groningen en daarbuiten getroffen door de essentaksterfte".
Door deze uitleg voel ik me eigenlijk haast een beetje beledigd.
Juist vanwege de door Staatsbosbeheer doelgericht bij mij gewekte suggestie van een aan mij persoonlijk gerichte brief, die zelfs nog doorwerkt in deze zin ("Kruisweg").
Valt uit mijn e-mail (zie blog 11-08-2017) soms af te leiden dat ik niet eerder heb gehoord van de essentaksterfte ("een agressieve schimmelziekte waarvan de essen ziek worden en dood gaan", aldus de directeur)?
Of dat ik zomaar iets roep, bij wijze van bezigheidstherapie? 
Terwijl ik zoveel tijd en energie besteed aan het grondig onderbouwen van mijn twijfels over de door Staatsbosbeheer gemaakte keuzes met betrekking tot de manier waarop de essen gekapt zullen worden!
Want dát tenminste een deel van de essen zal moeten worden gekapt, weet heel Groningen inmiddels wel.
Ik troost me ermee dat het gaat om een standaardbrief.

3) "Een echte calamiteit".
Ook bekend als de dooddoener: nood breekt wet.
Hoewel je je kinderen geen pijn mag doen, is de ruwste houdgreep natuurlijk goed te praten als (ik noem maar een voorbeeld) je peuter zomaar een drukke straat op rent.
Met deze geraffineerde tussenzin wordt de geadresseerde leek door een deskundige - de directeur nog wel! - alvast een beetje voorbereid op het onvermijdelijke: deze behandeling gáát een beetje pijn doen!
"Heel erg zeer", in de woorden van een boswachter uit de Achterhoek:


Krantenartikel over de Achterhoek, door Sjoerd van der Werf, Zelhem/Didam, verkregen via: http://www.bomenkapmeldpunt.nl/beleid/massale-kap-van-de-zieke-es-echt-nodig/

Gelukkig beschikken de meeste deskundigen over uitstekende verdovingsmiddelen, waarover later meer.

4) "Ook bomen met blauwe stippen, die waren geselecteerd om nog lang mee te gaan worden nu ziek".
Oftewel, na enkele excursies naar het Dingebos te Uithuizen: 
over hoe eiken zomaar massaal besmet raakten met de essentaksterfte.
Hier voel ik me (alweer) een beetje in de maling genomen.
Want over al die kerngezonde maar desalniettemin rücksichtloos gekapte eiken zijn we snel uitgepraat.
Helaas lijkt het totaal-onverwacht-door-een-acute-hartstilstand-getroffen-essenargument voor de leek wel iets lastiger te weerleggen.
Maar bij nader inzien blijkt een eenvoudig rekensommetje genoeg.
Hoeveel tijd zit er tussen het markeren en het kappen?
Het Dingebos was als eerste aan de beurt.
Men hoefde daar dus niet, wegens vertragingen elders, te wachten met de kap.
Tussen blessen en kappen zat dus vermoedelijk maar enkele weken of, hooguit, een maandje of wat.
Terwijl de essentaksterfte al járen en jaren sluipend voortwoedt in onze bossen.
Zijn ál die essen - gedurende vele jaren betrekkelijk gezond gebleven, want recentelijk nog als "toekomstboom" gemarkeerd - in een periode van enkele weken ACUUT ongeneeslijk ziek geworden? 
Dan heb ik het nog niet eens over de vele ernstige beschadigingen aan blauw gemarkeerde bomen.
Hierover wordt in de brief met geen woord gerept.

5) "Wij willen natuurlijk voorkomen dat er ongelukken gebeuren. Daarom moeten we maatregelen nemen".
Daar is ie weer: nood breekt wet.
Met de nadruk op "moeten".
Deze redenering kennen we al uit andere sectoren in de samenleving.
Zo was het na 9/11 plotseling afgelopen met de privacy van Amerikaanse burgers.
Zelfs martelen mocht weer, mits het slachtoffer in het ongelukkige (in de VS) bezit was van een Arabisch klinkende achternaam.
Alles voor de goede zaak, wie zou daar aan twijfelen?
Ook in Nederland wordt onze privacy steeds vaker te grabbel gegooid.
Veiligheid is hierbij het meest gebruikte argument.
Maar Staatsbosbeheer heeft ons in het verleden echter altijd uitstekend kunnen beschermen door zieke en dode bomen die mogelijk gevaar opleverden handmatig te verwijderen.
Nou ja handmatig: met een kettingzaag en (eventueel) een hoogwerker.
Maatwerk dus.
Het martelen van omringende gezonde bomen, onderbegroeiing en bodemleven is dus helemaal niet nodig!
Dit is wat je noemt een vals dilemma, een andere klassieke drogreden.
Alsof er geen andere kapmethoden beschikbaar zijn om de veiligheid van de bevolking te garanderen dan een - vaak desastreus uitpakkend - paardenmiddel!

6) "De vitaal ogende bomen laten we zoveel mogelijk staan".
Ook hier wordt de keuze van de maatregelen - evenals de manier waarop deze worden uitgevoerd - bewust beperkt wordt gehouden, terwijl er meer mogelijkheden zijn.
Alweer een vals dilemma dus.
Met "mogelijk" preludeert Staatsbosbeheer op de hypermoderne oogstmachine: de harvester.
Want deze machine richt onvermijdelijk veel meer schade aan dan nodig is.
Al is het maar door de drie meter brede toegangszones, het grote gewicht, de slechte wendbaarheid.
De redenering van Staatsbosbeheer is ongeveer als volgt: wij leven in de tijd van de modernste techniek, ook wel aangeduid als 'de vooruitgang'.
Deze term wordt nogal eens gebruikt (misbruikt?) om te verklaren waarom veel dingen die vroeger héél gewoon waren nu helaas niet langer tot de mogelijkheden behoort.
Zoals bijvoorbeeld het klassieke uitdunnen van het bos.
Uitdunnen: doelgericht en plaatselijk kappen, met behoud van het bos als geheel (en niet uitsluitend op de lange termijn, met de dooddoener dat het wel weer aangroeit).
Kortom: juist in het tijdperk van de allermodernste hulpmiddelen (de harvester) blijkt maatwerk ineens een onbereikbaar - want onbetaalbaar - ideaal geworden. 

7) "We zorgen ervoor dat de grote gaten in het bos weer worden opgevuld. Met natuurlijke opslag of met bomen die we zelf planten"
Natuurlijke opslag: da's lekker makkelijk!
En dan: die natuurlijke opslag ís er al!
Zelfs in Kruisweg, waar helaas minder volwassen eiken en esdoorns staan dan in de meeste andere dorpsbossen, wemelt het van de onderbegroeiing.
Esdoorns, eiken en lijsterbessen: vaak al drie tot vijf meter hoog.
Moderne oogstmachines maken echter korte meten met al deze onderbegroeiing.
Voor zover er in het Dingebos nog iets overeind staat, zijn het niet de fragiele boompjes.
Al is het maar omdat de jongste en dunste bomen niet met goed fatsoen blauw kunnen worden gemarkeerd.

Ik schreef het al eerder: zodra blauwe markeringen nodig zijn, is een door de harvester met een bezoek vereerd bos in feite ten dode opgeschreven.
Want de noodzaak van blauwe markeringen wijst er op dat oranje - kappen!- de regel is.
Waarmee de rest genadeloos is overgeleverd aan de nukken van de oogstmachine.
Staatsbosbeheer ziet dit alles "met lede ogen" aan, lees ik, en maakt zich eveneens "zorgen".
Desnoods gaan ze "zelf planten", maar zeker is dit niet.
Opgemerkt moet worden dat Staatsbosbeheer weliswaar verplicht is om te herplanten, maar niet per definitie op dezelfde blek.
Ziedaar de olifant in de porseleinkast: "Sorry".

8) Nog even die "natuurlijke opslag".
Hiermee bedoelt Staatsbosbeheer bomen die zichzelf uitzaaien, en meer kansen krijgen zodra er geen hoge bomen meer staan.
Het valt niet te ontkennen: laat je tuin - mits voldoende beregend - een jaartje onbeheerd achter, en bij thuiskomst tref je een ontluikend bos.
En welke boom zal zich het snelst hebben uitgezaaid en in die korte tijd zelfs al een zekere hoogte hebben bereikt?
Juist ja: de es.
Zelfs in een gemengd bos, met relatief weinig essen.
Want essenzaadjes verspreiden zich gemakkelijk op de wind.
Essen-zaailingen tref je dus zelfs aan in stadstuinen waar in velden of wegen geen es te bekennen is. 
Helaas zijn deze kleintjes sinds de essentaksterfte kansloze stakkers, die na enkele jaren kwijnen wederom zullen sterven.
Aan "een agressieve schimmelziekte waarvan de essen ziek worden en dood gaan", zoals Staatsbosbeheer zelf al aankondigde in de brief.
Want uitgerekend de jongste bomen zijn het kwetsbaarst.
Daar komt bij dat de afgezaagde essen die nog niet helemaal morsdood zijn snel weer zullen uitlopen vanuit de stronk.
Waarmee alles weer van voren af aan begint....
Dure bezigheidstherapie, kortom!

9) "We verwachten dat op termijn hierdoor een gevarieerder en natuurlijker bos ontstaat, met meer mogelijkheden voor planten en dieren".
Toegeven: hier zit iets in.
Toch lijkt de woordkeus van de directeur een beetje vrijblijvend.
Verwachten?
Bedoelt hij de "natuurlijke opslag" uit 7) en 8)
Van een deskundige organisatie mag je toch tenminste enige garantie op succes verwachten?
Hoe dan ook is elke monocultuur slecht voor alle leven.
Mits Staatsbosbeheer daadwerkelijk met visie zal gaan beheren, is de kans op een toenemende biodiversiteit het enige goede nieuws van de essentaksterfte.
Maar als Staatsbosbeheer de boel de boel laat, dan zal de es het braakliggende terrein wederom als eerste hebben gekoloniseerd.
Want de zich gemakkelijk uitzaaiende en snel groeiende es krijg je zo ongeveer gratis en voor niets.
Dat laatste verklaart vermoedelijk ook waarom de es in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw in zulke grote aantallen is aangeplant.

10) "Tijdens en direct na de uitvoering van de boswerkzaamheden ziet het bos er vaak niet fraai uit".
Understatement van het jaar. 
Ik blijf het herhalen: het Dingebos ziet eruit alsof er een kudde op hol geslagen olifanten doorheen getrokken is.

11) "De ervaring leert echter dat dit beeld snel weer verdwijnt"
Zoals eerder aangekondigd is hier dan eindelijk de verdoving.
Maakt u zich geen zorgen, het groeit wel weer aan!
Uiterst vaag, en een deskundige organisatie onwaardig.
Want een chirurg die verdooft, moet óók opereren!
Met een welomlijnde visie op de behandeling van de kwaal en een aanzienlijke kans op genezing, om precies te zijn.
Daarbij lijkt er zowel in Nederland als daarbuiten steeds meer wilde natuur te verdwijnen.
Gaten in het landschap waar vaak een monocultuur voor terug komt.
Hoe moet het bijvoorbeeld met de spechten en vleermuizen die nu hun vaste territorium hebben in ons bos?
En wat is eigenlijk "snel" herstel?
Als deskundigen zulke woorden gebruiken, dan horen daar getallen bij!
Mijn eigen "ervaring" leerde mij dat een bos ongeveer dertig jaar nodig heeft om te groeien.
Als het niet meer is.
Want dan heb ik nog over de snelst groeiende soorten, zoals de es. 

12) "plannen voor een nieuwe generatie bomen. We doen dit graag samen met de omgeving die daar al ideeën over heeft"
Ha, eindelijk wordt ons óók eens iets gevraagd!
Waarbij ik meteen wil opmerken - ik verval helaas in herhalingen - dat er al een nieuwe generatie bomen aanwezig ís.
Kant en klaar, helemaal kosteloos.
Zelfs in het bos van Kruisweg, dat werkelijk voor 95% uit essen bestaat, terwijl de onderbegroeiing aanmerkelijk jonger is. 
Mijn idee: deze bestaande onderbegroeiing zo veel mogelijk de kans geven om snel volwassen te worden.
Dit kan doelbewust worden bewerkstelligd door bij het kappen uiterste zorgvuldigheid te betrachten.
Handmatig kappen dus, net als vroeger eigenlijk.
Helaas mogen omwonenden pas meepraten nadat de kudde op hol geslagen olifanten is langgewenst. 

13) "Als u nog vragen hebt dan kunt u contact opnemen met boswachter X, team Lauwersoog & Wad-Hogeland"
Delegeren, noemen we dat ook wel.
Terwijl er voor de boze burger nu juist weinig anders opzit dan het hogerop te zoeken.
Want het is duidelijk dat de individuele boswachters niet erg veel voor ons kunnen doen.
Het ontbreekt hen duidelijk aan de noodzakelijke beslissingsbevoegdheid.
Vermoedelijk hebben ze mijn eerder e-mail doorgestuurd, omdat zij het ook even niet meer wisten.
Snap ik ook.
Daarom wil ik deze drukbezette en werkelijk goedwillende mensen niet langer lastigvallen.

Kortom
Twaalf ambachten, dertien ongelukken.
En dat allemaal onder de noemer van zorgvuldigheid en vooruitgang!
Wordt het niet eens tijd voor eerherstel van één van die ouderwetse ambachten, het houthakken?
Dat is meteen ook goed voor de werkgelegenheid in een krimpgebied.

1 opmerking:

  1. Nu bomen kappen is onverantwoordelijk, er is al een grote groep bommen die bedreigt worden door ziektes en die zullen de overgebleven bomen ook bedreigen dus nog meer bomen die het loodje gaan leggen. Ook door het lage grond water pijl gaan bomen dood dus ook van die kant zal er een aantal bomen het niet gaan redden. Is toch te gek dat een Staatsbosbeheer zijn eigen toekomt zo ondermijnt. Maar ook ons het plezier ontneemt van een heerlijke boswandeling.

    BeantwoordenVerwijderen